erfgoedobject

Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin

bouwkundig / landschappelijk element
ID
47500
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47500

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Pastorie

De pastorie van de Sint-Martinusparochie ligt op een oorspronkelijk volledig omgracht perceel aan de noordelijke punt van het driehoekige dorpsplein. De woning werd in 1768-1771 opgetrokken door meester-metsers Jan Blomme en Jan Berckmans van Lier, in opdracht van de abdij van Averbode.

Dit dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een met leien bedekt schilddak (nok parallel aan de straat), heeft een centraal ingangsrisaliet onder driehoekig fronton met oculus. In de bakstenen lijstgevel met bepleisterd hoofdgestel zitten rechthoekige, beluikte vensters met bepleisterde rechtstanden. De rechthoekige deur onder waaier is gevat in een hardstenen schouderboogvormige omlijsting met steenkappersmerk onder gebogen waterlijst, met hogerop een schouderboogvenster in hardstenen omlijsting.

Het interieur bewaart schoorsteenmantels en stucplafonds uit de 18de eeuw.

Het rechts aansluitend lager en inspringend bakstenen bijgebouw onder pannen zadeldak met segmentboogvormige muuropeningen, werd uitgevoerd naar ontwerp van P.J. Taeymans in 1892 en op het kadaster geregistreerd in 1894.

Toegangspoort

De toegangspoort aan de straatzijde werd naar verluidt opgetrokken met recuperatiemateriaal van een vroegere pastorie. De bakstenen korfboogpoort met zandstenen rechtstanden geflankeerd door geblokte pilasters onder geprofileerde kroonlijst en sierankers wordt afgesloten door een giet- en smeedijzeren hek. Dit hek, samengesteld uit getorste spijlen met een klimmend beloop naar de makelaar, draagt de stempel van smederij A. Clymans uit Turnhout.

De omheiningsmuur langs beide zijden van de toegangspoort werd ten noorden slechts gedeeltelijk bewaard, maar loopt ten zuiden verder tot aan de zuidelijke perceelsgrens. De bakstenen muur, opgetrokken in kruisverband en bekroond met een muizentandfries, werd gerestaureerd met een vernieuwde ezelsrug en steunberen aan de binnenzijden. De spijkers in het metselwerk langs de binnenzijde wijzen op het vroegere gebruik als fruitmuur.

Afsluiting

De noordelijke grens van de tuin is langs de straat afgebakend door een groen geschilderde balustrade van wijd uit elkaar geplaatste gietijzeren balusters met bolbekroning, onderling verbonden met een overhoeks bevestigde zware, gesmede vierkante staaf doorheen de bolbekroningen. De balustrade is plaatselijk gehavend en is aan herstel en herschilderen toe.

De pastorietuin

De schematische weergave van de tuin op de Ferrariskaart (1771-1777) geeft een beeld van de aanleg kort na de bouw van de nieuwe pastorie. Net zoals vandaag strekt de tuin van circa 79 are zich uit over twee percelen. Het omgrachte primitief perceel 524 aan de dries en het primitief perceel 521 ten westen. Een duidelijk beeld van de tuinaanleg kan men hier niet uit afleiden, maar traditiegetrouw werd het perceel bij de pastorie gebruikt voor 'nut en sier'.

Het omgrachte perceel is langs de binnenzijde met bomen omzoomd, in de noordoostelijke hoek van het terrein staat een klein bijgebouwtje. Het met bomen omzoomde perceel ten westen is in vier moestuinbedden opgedeeld en wordt van oost naar west door een bomenlaantje doorsneden.

De symmetrie van de oorspronkelijke aanleg is nog duidelijker afleesbaar op een eind 18de-eeuws schetsje van pastoor Adriaan Heylen. Zowel de toegangspoort, de voordeur van de pastorie als het tuinpad dat vanaf de achterdeur over de tuinbrug tot de westelijke grens van de tuin doorloopt, zijn allen op dezelfde oost-west as gelegen.

Op de militair topografische kaart van 1893 is het westelijke tuinperceel ingekleurd als een perceel beplant met loofbomen. Deze nieuwe invulling kadert in een algemeen modeverschijnsel: de 'verlandschappelijking' van tuinen die vanaf 1840-1850 ook tot pastorietuinen doordringt. Ook bij de Olense pastorietuin werd het utilitair karakter van dit tuindeel vervangen door een “lusttuin”. Hier werd echter een meer archaïsch thema toegepast: de aanleg in stervorm, die zowel in baroktuinen als de 18de-eeuwse bosbouw veelvuldig werd aangewend. Vertrekkende vanuit een centrale, cirkelvormige open ruimte, lopen acht “stralen” naar een omlopend pad. De aanplanting van hoogstambomen met een onderbegroeiing van verschillende hulstvariëteiten is ook vandaag nog herkenbaar aanwezig.

De aanplantingen van Pontische rododendron (Rhododendron ponticum), laurierkers (Prunus laurocerasus ‘Rotundifolia), Japanse azalea (Rhododendron obtusum), kleine maagdenpalm (Vinca minor) en struikklimop (Hedera helix ‘Arborescens’) in het sterrenbosje en kleinbladige klimop (Hedera helix) bij de fruitmuur getuigen van de gedeeltelijke heraanleg van de tuin in 1981.

Vandaag bewaart de vroegere nuts- en siertuin bij de pastorie nog weinig sporen van de oorspronkelijke aanleg. Achter de pastorie staan nog twee sierbomen: een vederesdoorn (Acer negundo) en een wintereik (Quercus petreae) met onderbeplanting van sneeuwklokje (Galanthus nivalis). Van de oorspronkelijke omgrachting resten enkel nog de noordelijke- en westelijke en een deel van de oostelijke grachtarm. Over de gracht met vernieuwde beschoeiing ligt in de as van de achterdeur van de pastorie een vervanger van de oorspronkelijke tuinbrug naar het achtergelegen sterrenbosje. De betonnen tuinbrug met een traditionele smeedijzeren leuning wordt aan de tuinzijde geflankeerd door twee uitgegroeide buxusstruiken (Buxus sempervirens). Vanuit de tuin is in het zuidwesten de kerktoren van de Sint-Martinuskerk zichtbaar.

Aan de westzijde van de walgracht ligt het sterrenbosje met een centrale cirkel van waaruit acht paden naar een omlopend pad vertrekken. Het tracé van de zandpaden is hier en daar vervaagd en ook verbreed. De beplanting bestaat uit volwassen exemplaren van gewone platanen (Platanus x acerifolia) langsheen de walgracht, gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), een bastaard van zomer- en wintereik (Quercus x rosacea), Hollandse linde (Tilia vulgaris), gewone robinia (Robinia pseudoacacia) en een struiklaag van uitgegroeide hulsten, een mengeling van scherpe en cameliabladige hulst (Ilex aquifolium en camelifolium). De onderbegroeiing van grootbladige klimop (Hedera hibernica) en struikklimop (Hedera helix ‘Arborescens’) wordt hier en daar overwoekerd door braam. Het besloten karakter van het sterrenbosje wordt nog versterkt door de aanplantingen met pontische rhododendron op de westelijke oever van de gracht. Op de zuidelijke perceelsgrens staat nog een uitgegroeide hulsthaag. De bomen rondom de petanquebanen in het westelijke deel van het sterrenbosje vertonen taksterfte in de kruin.

Bomen (Het cijfer in vet geeft de stamomtrek, gemeten op 150 centimeter hoogte)

  • 1. Vederesdoorn (Acer negundo) 130
  • 2. Wintereik (Quercus petraea) 210
  • 3. Gewone plataan (Platanus x acerifolia) 394
  • 4. Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) 338
  • 6. Bastaardeik (Quercus x rosacea) 278
  • 7. Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) 345 (sporen van blikseminslag)
  • 8. Tweestammige scherpe hulst (Ilex aquifolium) 89 en 96
  • 10. Gewone robinia (Robinia pseudoacacia) 302
  • 11. Hollandse linde (Tilia vulgaris) 204
  • 16. Hollandse linde (Tila vulgaris) 241
  • 18. Tweestammige gewone robinia (Robinia pseudoacacia) 284 (meting op 50 centimeter)
  • 20. Gewone plataan (Platanus x acerifolia) 405
  • 21. Scherpe hulst (Ilex aquifolium) 102
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Olen, sectie G, 1894/18.
  • Provinciaal Archief Antwerpen, Pastorieën, plannen 5, Olen, dossier 3.
  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, dossier A/0315.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaarten van België, Derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1889-1900, schaal 1:20.000.
  • VAN HEMELDONCK H. 1995: Van Odlo tot Olen. Duizend jaar dorpsleven. Een bijdrage tot de geschiedenis van een aloude Kempische leefgemeenschap die evolueerde van een typisch boerendorp tot een moderne industriegemeente, Olen, 182.
  • VERMEULEN R., De geschiedenis van de Vorselaarse Pastorie, Heemkundige Kring Joris Matheusen 13.3, 16.

Auteurs: van den Bossche, Herman; Michiels, Marijke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47500 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.