erfgoedobject

Wedelse of Weelse Molen

bouwkundig element
ID
80343
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80343

Juridische gevolgen

Beschrijving

Op de Dommel gelegen Wedelse of Weelse Molen, hetgeen betekent: molen bij het wedel, een waterplas of moeras ontstaan door een dijkbreuk of het overlopen van de dijken. Ook wel zogenaamde Kumsmolen, naar de molenaarsfamilie uit Neerpelt die in 18de en 19de eeuw de molen in bedrijf hield. Watermolen van het onderslagtype in een landelijke omgeving, eertijds gelegen aan de Kapelstraat, die vroeger achter de molen doorliep tot aan de grens met Kleine-Brogel, confer het straatnaambordje aan de huidige achter- maar voormalige voorgevel van de molen. Inplanting mogelijk teruggaand tot de 8ste eeuw. In 1259 door de abt van Floreffe gekocht van Graaf Arnold IV van Loon.

Ban- en graanmolen, die in de 16de eeuw als volmolen dienst deed. Herbouwd rond 1765, waarbij het vroegere molenhuis in leem en hout vervangen werd door het huidige gebouw. In de Franse tijd, publiek verkocht. In 1953, aanleg van de betonbaan, waarvoor het bakhuis werd afgebroken. In 1955, vervanging van het houten aandrijfwiel door een metalen molenwiel, geleverd door de Werkhuizen Smeets te Eksel. Tot 1962 in werking. Na de laatste restauratie in 1974, waarbij opnieuw S-vormige pannen op het dak werden gelegd en het oorspronkelijke uitzicht van de zuid- en westgevel verloren ging, ingericht als taverne en feestzaal. In 1979, herstel van het sluiswerk door G. Ledegen en J. Brouwers. Vanaf 1980, aanwending van het molenrad voor elektriciteitsvoorziening. Circa 1994, versterking van de oevers van de Dommel. Op 26 mei 1995, inhuldiging van de opnieuw maalvaardige molen. Erf met enkele oude bomen omgeven, onder andere linden aan de Dommel. Moulin het Weel genoemd op de Ferrariskaart (1771-77) en er aangeduid als een haaks op de Dommel gelegen langgestrekt pand, aangevuld met drie losstaande bijgebouwen ten westen, twee haaks op de molen, het derde parallel ermee. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) Wedelmolen genoemd en voorkomend in een gelijkaardige configuratie, waarbij de twee meest westelijk gelegen bijgebouwen tot één, heden verdwenen L-vormig pand zijn geëvolueerd en het complex ten noorden en ten oosten is aangevuld met twee later eveneens afgebroken dienstgebouwtjes. Vandaag enkel nog bestaande uit de molen en een losstaand haaks dienstgebouw ten zuidwesten.

Alleenstaand molen(aars)huis aan de Breugelweg; aan straatzijde zes traveeën, achteraan eertijds zeven, heden zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig aan de weg, mechanische pannen) met daklijstbalkjes, westelijk aandak met schouderstukken en drie recente klimmende dakkapellen, in kern van de 17de eeuw, confer enkele bewaarde houten (klooster)kozijnen, de verankerde korfboogdeuren, de vrij steile dakhelling, de X-vormige ankers en krulankers met gekrulde spie. Het inspringend linker deel aan de Dommel telt twee bouwlagen en is waarschijnlijk van latere datum, confer bouwnaad.

Verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint; deels bewaard houtwerk. Huidige voorgevel met genoemde kozijnen, betralied en beluikt, en verankerde korfboogdeur. Zijgevels met vlechtingen, de westelijke zijgevel met aangepaste muuropeningen. Oostelijke zijpuntgevel van inspringend deel met gecementeerde onderbouw, C-vormig anker, drie zeer licht getoogde bakstenen vensters ter hoogte van de maalzolder, horizontale beschieting en bewaard molenrad van het ondermiddenslagtype: getrokken U-profielen, plaatijzer aan elkaar gebout, stalen as op ijzeren of bronzen lagering. Bewaard sluiswerk: één lossluis met klein tand- en heugelsysteem; één maalsluis met tand- en heugelwerk van een zeldzaam type (reductie via ketting); ijzeren sluisdeuren; betonnen borst- en regelwerk; bakstenen damwanden stroomopwaarts. Huidige achtergevel met deels aangepaste muuropeningen, twee behouden verankerde korfboogvormige deuren in gecementeerde omlijstingen en recente aanbouw onder lessenaarsdak (mechanische pannen).

Interieur: enkele bewaarde moerbalken; volledig houten raderwerk met verticaal waterwiel gedeeltelijk in de hel. Waterwiel (stropwiel rond gietijzeren hart) grijpt in op lantaarnwiel met grote diameter op verticale as. Op dezelfde as bevindt zich boven het lantaarnwiel een rad met radiaal geplaatste kammen, waarmee de beide rondsels worden aangedreven. Het geheel gedragen door een volledig houten structuur, waarvan de verticale steunen bovenaan van geprofileerde consoles voorzien zijn. Lichtsysteem met zware hefboom. Twee koppels maalstenen (kunststenen) waarvan de kisten gedemonteerd werden. De stenen bevinden zich nu onder een podium dat in het kader van de nieuwe bestemming werd opgericht. Maalvloer bestaande uit dikke en brede eiken planken. Ten zuidwesten, losstaand haaks dienstgebouw, eertijds stallingen volgens uitbater, heden van drie traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen). Stijl- en regelwerk met bepleisterde en witbeschilderde vullingen. Grotendeels aangepaste rechthoekige muuropeningen. Zijpuntgevels met horizontale beschietingen.

  • Afdeling ROHM Limburg, Cel Monumenten en Lanschappen, dossier nr. 404.
  • Belgisch Molenbestand, Molendatabase van vzw Molenzorg.
  • Drossaard Clercx feesten, Overpelt, 18-26 juni 1960, s.l., 1960.
  • Nog over de volmolens van Overpelt, (Een verhaal over water en wind, 8, 27, 1996, p. 12-13, afb. op p. 10).
  • A.K., Twaalf Limburgse molens beschermd, (Een verhaal over water en wind, 7, 23, 1995, p. 4, afb. op p. 16).
  • Wedelse molen maalt weer, (Een verhaal over water en wind, 7, 24, 1995, p. 6, afbn. op p. 14, 18, 20).
  • De zeven torens, 12, 1997, p. 49-54; 14, 1999, p. 1-7, 81-83, afbn. en oude prentkaart.
  • BULTHUIS-VAN TUYL N. & BROM F., De Dommel en haar watermolens, Eindhoven, s.a., p. 28-30, foto op p. 28.
  • BUSSELS M., De bezittingen der abdij van Sint-Truiden te Pelt, in Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 16, 1941, p. 152-153.
  • BUSSELS M., De Dommelmolens der abdij van Floreffe, in Het Oude Land van Loon, 3, 1948, p. 49-57.
  • CEULEMANS M. & VAN DEN PUTTE J., Overpelt in woord en beeld, Overpelt, 1986, foto op p. 62.
  • HOLEMANS H. & SMET W., Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980, s.l., 1985, p. 64.
  • LEDEGEN G., Over koffiehuizen, dancings, taverne’s... wind- en watermolens, (Een verhaal over water en wind, 8, 29, 1996, p. 3-5, afb.).
  • LEDEGEN G., Wedelse Molen te Overpelt in het nieuws, (Een verhaal over water en wind, 6, 19, 1994, p. 16).
  • LEYNEN H., De bepaling der grenslijn tusschen Overpelt en Neerpelt, in Limburg, 14, 1932-33, p. 29.
  • MOLEMANS J., Historisch-naamkundige studie van Sint-Huibrechts-Lille, St.-Huibrechts-Lille, 1976, p. 26, 27, 29, 170, 224, 266, 349, 368.
  • REMANS A. & D.G.M., Volmolens in Limburg, (Een verhaal over water en wind, 7, 25, 1995, p. 15).
  • S.H., Wedelse molen, trefpunt voor toeristen, (Een verhaal over water en wind, 7, 23, 1995, p. 5-6).
  • SCHREURS R., SCHREURS G. & LEDEGEN G., Het Overpelt van vroeger, Overpelt, 1985, z.pag., prentkaart nr. 21.
  • THEEUWEN P., Wedelse molen van Overpelt wordt weer op gang gebracht, (Een verhaal over water en wind, 10, 35, 1998, p. 12-13, afb.).

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wedelse of Weelse Molen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80343 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.