Beschrijving
De Poortakkerkapel en het Poortakkerklooster, gelegen langs de Oude Houtlei te Gent, zijn beschermd als monument met inbegrip van de kloostertuin met tuinkapel, het voormalig weeshuis en de aalmoezenierswoning. De tuin aan de zuidwestelijke zijde van het kloostercomplex en de omgeving van het complex zijn beschermd als stadsgezicht.
Waarden
De Poortakkerkapel en -klooster, kloostertuin met tuinkapel, voormalig weeshuis en aalmoezenierswoning zijn beschermd als monument omwille van het algemene belang gevormd door de:
artistieke waarde
De kapel en het bijhorend kloostercomplex vormen een fraai en kwaliteitsvol voorbeeld van Bethuniaanse neogotische bouwkunst, een constructie van vooraanstaande kunstenaars voor de neogotiek, namelijk A. Verhaegen in samenwerking met J. B. Bethune en Florimond Van de Poele. Het goed bewaard geheel dankt zijn architecturale kwaliteiten onder meer aan het totaalconcept en de consequente eenheidsstijl.
De typisch neogotische polychrome aankleding van het kapelinterieur is een zeer geslaagde uiting van een gezamenlijk totaalkunstwerk en van een kunstambachtelijke creatie in de geest van de Gentse Sint-Lucasneogotiek. Naast Bethune als ontwerper verleenden kunstenaars als A. Verhaegen, A. Bressers en J. Casier hun medewerking. De monumentale decoratie en het kapelmeubilair vormen stilistisch een harmonisch geheel. De figuratieve gekleurde glas-in-loodramen worden gerekend tot de productie van de voornaamste vertegenwoordigers van de neogotische glazenierskunst te Gent.
Talrijke goed bewaarde authentieke interieurelementen van het klooster en voormalig weeshuis getuigen van een smaakvolle afwerking in sobere stijl. historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde: : De gebouwen zijn van belang als eerste architecturaal oeuvre van ingenieur-architect Arthur Verhae¬gen (1847-1917), voor¬name¬lijk een ontwerper van grote complexen als kloos¬ters, leerling en één van de belangrijke naaste medewerkers van Jean-Baptis¬te Bet¬hune. Het bouwwerk in neogo¬ti¬sche stijl is als resul¬taat van het samen¬wer¬kings¬ver¬band van Arthur Ver-haegen met Jean-Baptiste Bet¬hune en Flori¬mond Van de Poele, stilis¬tisch boven¬dien bijzon-der belangrijk en illustra¬tief voor de Bet¬huni¬aanse neogotiek te Gent.
De Poortak¬ker¬kapel is merkwaar¬dig door zijn assym¬metrische com¬positie. Het interieur is, typerend voor de neogotiek, uitge¬werkt als een ge¬zamenlijk ¬to¬taal¬kunstwerk waarbij architectuur, decoratie en meubilair, met een groot aandeel van Bethu¬ne, op elkaar afgestemd zijn.
Ook het inte¬rieur van de kloos¬terge¬bou¬wen, met name van het kloosterslot en het vroeger wees- en retraite¬huis, valt op door zijn grote authenti¬citeit en bijzondere bouwkundige details die aan het geheel een grote samen¬hang verlenen.
De bijbehorende aalmoezenierswoning, geconci¬pieerd volgens een ontwerp van 1877 en later in dezelfde stijl verhoogd, is een interessant voorbeeld van een neogo¬tisch woonhuis-type. Als inte¬graal deel van het kloos¬tercomplex bezit het een signaalfunctie aan de straat. historische waarde
De Poortakkerkapel van 1873-74 met bijbehorend kloostercomplex en voormalig weeshuis, opgericht in binnenblok, refereert door de locatie, de overgenomen benaming en het verwante bouwtype in het bijzonder van de kapel, aan de site van het Sint-Aubertusbegijnhof gesticht omstreeks 1278.
De bouw van de in zijn totaliteit goed bewaarde kloostersite was mogelijk door het mecenaat van Joseph de Hemptinne, promotor van de neogotiek te Gent. Het is een belangrijke realisatie van voorname neogotische kunstenaars waaronder Arhur Verhaegen, een voorvechter van de neogotische beweging, en van Jean-Baptiste Bethune, grondlegger van de neogotiek in Vlaanderen. In deze context vormt Poortakker een representatieve getuige van het katholiek reveil en de daarmee gepaard gaande neogotische beweging, die tekenend waren voor de tweede helft van de 19de eeuw.
Tevens illustreert de bouwtypologie, als klooster aanvankelijk met weeshuis, de cruciale rol die in die historische periode op maatschappelijk-sociaal vlak nog werd vervuld door religieuze instellingen. De grotendeels behouden kloostertuin met tuinkapel achter het zusterverblijf vormt een onafscheidelijke component van de kloostersite.