Beschrijving
De Scheldemeersen tussen Bevere, Petegem en Melden en kouter van Petegem is vastgesteld in de landschapsatlas.
Waarden
ruimtelijk-structurerende waarde
De kouter van Petegem en de Schelde- en Meldenmeersen vormen gave landschapscomponenten waarvan de samenhang slechts in beperkte mate is gewijzigd door ingrepen. Beide gebieden zijn nagenoeg onbebouwd. De kouter van Petegem is in gebruik als akkerland. De Schelde- en Meldenmeersen liggen grotendeels onder grasland en worden door een grachtenstelsel afgewaterd. In de Schelde- en Meldenmeersen bevinden zich parallel aan de Schelde, lineaire afwateringsgrachten die in 18de eeuw werden gegraven voor de afwatering van het gebied. Dit afwateringstelsel is ruimtelijk structurerend voor dit gebied.
De pleistocene steilrand tussen de Scheldemeersen en kouter van Petegem vormt een markante terreinovergang. De overgang van alluviaal gedeelte naar kouterlandschap wordt daarnaast geaccentueerd door de aanwezigheid van het rijgehucht Huiwede. Binnen de ankerplaats vormen de abdij van Beaulieu, het oude en nieuwe kasteel van Petegem en de kerk van Melden bakens. De afgesneden Scheldemeanders vormen structurerende landschapselementen en zijn grensstellend voor de afbakening van het gebied. De overblijvende bospartijen van de Engelse landschapstuin van het nieuwe kasteel van Petegem zorgen voor een natuurlijke buffer tussen de Kortrijksesteenweg en het golfterrein.
historische waarde
Het gebied vormt een uniek ensemble van oude landschappelijk waardevolle ontginningseenheden met een perfect leesbare tijdschronologie. De perceelsstructuur met bijhorende vegetatie die het gevolg is van een traditioneel beheer, heeft een belangrijke historische waarde.
De Schelde vormde tussen de 9de en de 11de eeuw een stabiele grens tussen Francia occidentalis en Francia media en later tussen Frankrijk en Lotharingen. De afgesneden Scheldemeanders in het gebied getuigen van een lang proces van rechttrekking en indijking van de oorspronkelijke meanderende Schelde. Deze afsnijdingen zijn in verschillende fasen gebeurd, in het bijzonder in de tweede helft van de 19de eeuw en vanaf de jaren 1960. Binnen de ankerplaats bevindt zich ook de zogenaamde 'Ham van Petegem'. Het betreft een opgevulde meander die lange tijd een enclave van Petegems grondgebied was aan de overzijde van de Schelde. De vorm van de meander komt nog tot uiting in het perceleringspatroon.
De Muur- en Kloosterkouter getuigt samen met de archeologische site van de karolingische curtis van de aanwezigheid een voormalig koninklijk domein uit de periode van Karel de Kale. De grote omvang van de Muur- en Kloosterkouter waren nodig om het koninklijke gevolg te voeden. De historische relatie tussen het kasteel van Petegem, de abdij van Beaulieu, de kern van Petegem en de Muur- en Kloosterkouter is een uitzonderlijk gegeven voor Vlaanderen. Op de gronden van de Muurkouter ligt de belt van de Nedermolen die ook zichtbaar is op de Kabinetskaart van de Ferraris.
Tijdens de periode van de grote ontginningen (11de-13ee eeuw) werd met het oog op een toereikende voedselvoorziening de tot dan toe onontgonnen gronden in cultuur gebracht. Het laatmiddeleeuwse rijgehucht Huiwede, gesitueerd op de overgang van de koutergronden naar het alluvium, getuigt van deze ontginningsperiode.
De abdij van Beaulieu vormt een belangrijke historische site. Vanaf zijn ontstaan in 1290 bouwde de abdij die rechtstreeks onder het gezag van de paus stond, zijn invloed uit tot ruim buiten de omgevende regio. In de 15de en 16de eeuw ontwikkelde de abdij zich tot één van de rijkste van Vlaanderen. Het oude kasteel van Petegem werd in 1789-1790 gebouwd op de ruïnes van de versterkte burcht van Petegem en werd na de eerste wereldoorlog sterk verbouwd. Het nieuwe kasteel van Petegem ligt op circa 300 m van het oude kasteel van Petegem en werd in 1847 opgetrokken in een neoclassicistische- en neorenaissancestijl. Rondom werd een groot park met vijver in Engelse stijl aangelegd. Van dit park zijn nog waardevolle bospartijen en de vijver aanwezig. Aanpalend aan dit domein ligt het beschermde Frans Klooster. Achter dit Klooster ligt een waardevolle omhaagde boomgaard. De historische kern van Melden is gekenmerkt door een hoge concentratie aan bouwkundig erfgoed. De Sint-Martinuskerk is van Romaanse oorsprong en is gebouwd op een voormalige motte die binnen het Scheldealluvium werd opgeworpen. De circulaire vorm, beplanting en reliëfverschillen vormen hiervan nog belangrijke overblijfselen. Naast de kerk liggen in Melden een beschermde vierkantshoeve, klooster, school en pastorij. De chicoreifabriek ‘De Lelie’ vormt een uniek industrieel erfgoed dat verwijst naar de cichoreiteelt die omstreeks het midden van de 20ste eeuw bloeide in dit deel van Vlaanderen. In het gebied komt ook nog ander belangrijk agrarisch, religieus en burgerlijk erfgoed voor alsook een aantal archeologische sites die getuigen van een occupatiegeschiedenis vanaf het mesolithicum.
natuurwetenschappelijke waarde
De typische kenmerken van het gebied worden bepaald door een combinatie van geologie, geomorfologie, pedologie, hydrologie en ecologie die onderling aan elkaar gekoppeld zijn.
Vanuit geomorfologisch oogpunt is het alluviale gedeelte van de Scheldevallei en de overgang naar hogere delen, inclusief de steilranden, van groot wetenschappelijk belang. Het is een getuige van de laatglaciale en vroegholocene geomorfologische processen die een bijzonder belangrijke rol hebben gespeeld bij de landschapsgenese van de Vlaamse Vallei. De antropogeen afgesneden Scheldemeanders herinneren aan het postglaciale meanderende rivierpatroon van de Schelde.
De bodemkundige verschillen tussen de meersen en kouter van Petegem alsook de aanwezigheid van kwelzones binnen de Langemeersen zorgen voor een grote floristische en faunistische diversiteit in dit gebied. De aanduiding van delen van de ankerplaats als VEN-gebied en het voorkomen van het erkende natuurreservaat ‘Langemeersen’ duidt op een hoge natuurwetenschappelijke waarde. Het perceleringspatroon van de Langemeersen bestaat uit bundels van zeer lange en zeer smalle stroken. Deze structuur verwijst naar meersgronden van de beste kwaliteit omdat de natuurlijke vruchtbaarheid van de gronden door regelmatige overstromingen op peil werd gehouden.
esthetische waarde
Door het gaaf gebleven landschap van kouter- en meersgebied en het aanwezige bouwkundige erfgoed uit verschillende tijdsperioden is het voorgestelde gebied van grote betekenis voor de belevingswaarde van de mens doordat het zeer gevarieerd is. De dominantie van weiland als grondgebruik en het schaarse voorkomen van populieren- of wilgenrijen geven in de Schelde- en Meldenmeersen aanleiding tot een open meerslandschap met mooie zichten naar Oudenaarde (collegiale kerk), Melden (kerk), de Vlaamse Ardennen, het voormalige klooster van Beaulieu en het oude en nieuwe kasteel van Petegem. De overgang naar het koutergebied te Petegem is zeer duidelijk en voelbaar aanwezig. Ook zijn er zichten naar de Scheldemeersen vanop het lemig Leie-Schelde-interfluvium.