Beschrijving
De Vallei van de Cotthembeek met omringende kouters is vastgesteld in de landschapsatlas.
Waarden
historische waarde
Steentijdconcentraties op de hellingen van de beekvalleien bewijzen dat deze streek reeds vroeg een sterke aantrekkingskracht uitoefende op de mens. De vruchtbare leemgronden worden gekenmerkt door een zeer lange ontginningsgeschiedenis die al sinds de Romeinse periode sterk tot bloei komt onder andere door de inrichting van een wegennetwerk en de inplanting van boerderijen en villa's op de heuvelkammen.
Een tweede ontginningsperiode vindt plaats tijdens de middeleeuwen, met de ontwikkeling van kouters op de heuvelruggen. Het open field landschap is hier heel goed bewaard in vergelijking met andere kouters in de regio.
Ook het bos en de graslanden in de vallei kennen sinds de 18de eeuw relatief weinig veranderingen.
Het gehucht Cotthem, de oude dorpskern van Oombergen, enkele historische hoeves en hoevesites, de molensites van Oombergen en Hillegem, de kasteelsite van Oombergen en een vermoedelijke heerweg dragen bij tot de historische waarde van de ankerplaats.
natuurwetenschappelijke waarde
De vallei van de bovenloop van de Cotthembeek is asymmetrisch; op de zuidelijke oever komen er plaatselijk verschillende bronzones en stuwwatertafels voor met daarbij horende bronbossen met oudbosflora.
De natuurwetenschappelijke waarde van de ankerplaats wordt mede bepaald door het voorkomen van autochtone bomen die kunnen dienen als genenreservoir voor de regio. Voorkomen van zeldzame soorten zoals de fladderiep (Ulmus laevis). Inheemse iepensoorten behoren tot het natuurerfgoed en zijn bedreigd genetisch erfgoed.
De holle wegen in de ankerplaats hebben een hoge natuurwetenschappelijke waarde. Als gevolg van de grote verschillen tussen de zon- en schaduwzijde van de holle weg wordt er een specifiek microklimaat gecreëerd waarbij diverse planten- en diersoorten zich handhaven.
In de vallei werd zandsteen (Ledesteen) gewonnen, wat de vroegere aanwezigheid van kleine ontginningslocaties verklaart. Deze zijn nog op verschillende plaatsen als (micro)reliëf te herkennen.
De soortenrijke graslanden, kleine landschapselementen en bronnen zijn belangrijk als foerageergebied en rustgebied voor diverse diersoorten.
esthetische waarde
De vallei van de Cotthembeek is een zeer gaaf bewaarde beekvallei met een hoge ensemblewaarde tussen het gehucht Cotthem, de bosjes en perceelsrandbegroeiing in de vallei en op de hellingen. Ook de kouters ten noorden en zuiden van de vallei zijn nog erg gaaf; het open karakter hiervan is bewaard gebleven. De kerktoren van Hillegem en de trage wegen naar de veldkruisen en kapelletjes op en langs de kouters hebben een duidelijke ensemblewaarde.
Er is een duidelijk contrast tussen het kleinschalige landschap in de vallei en het grootschalige kouterlandschap ten noorden en zuiden ervan, wat een grote visuele herkenbaarheid meebrengt.
In Oombergen sluit de historische dorpskern (kerk, pastorie, gemeentehuis en kasteelhoeve Molenhof) direct aan op de open ruimte (open field landschap en vallei), wat zeldzaam is in de streek.
Vanaf de beide heuvelruggen zijn er verschillende zichten naar blikvangers in de omgeving, zoals de kerktorens van Oombergen, Hillegem en de Nieuwpoortmolen.
De variatie aan landschapstypes en de identiteit van het gehucht Cotthem met de Mariagrot hebben een hoge belevingswaarde.
Het verspreid voorkomend bouwkundig erfgoed draagt bij tot de belevingswaarde van het gebied.
ruimtelijk-structurerende waarde
De landschappelijke structuur is zeer gaaf bewaard gebleven en weerspiegelt nog in grote mate het landschapsbeeld voor de industriële revolutie waarin de verticale relaties tussen fysische gesteldheid en landgebruik duidelijk naar voren komen en waarbij het reliëf sterk ruimtelijk structurerend is. De beboste kleinschalige vallei vormt een belangrijke structuur in het verder zeer open kouterlandschap dat de vallei omringt. De bebouwing concentreert zich voornamelijk in de dorpskernen en (straat)gehuchten op de overgang tussen kouters en vallei.
De kerktorens en de molen als blikvangers verhogen de leesbaarheid van het landschap en structureren mee de open ruimte.
De markante terreinovergang tussen het bos ten noordoosten van Cotthem en de kouters en de gradiënten tussen vallei en de kouters ten noordwesten en ten zuiden in de Cotthembeekvallei bepalen het karakter van de overgangszones tussen de landschappelijke hoofdstructuren.