Beschrijving
De Heuvel van Banhoutbos is vastgesteld in de landschapsatlas.
Waarden
ruimtelijk-structurerende waarde
De heuvel is een baken in het landschap. Het structureert de ruime omgeving. Het vormt de basis voor de structuur van het wegen- en drevenpatroon. Door de beboste heuveltop en het omringende open landschap wordt deze getuigenheuvel extra geaccentueerd als baken in het landschap. De belangrijkste wegen door- en langsheen het bos zijn omzoomd met bomen. Deze dreven zijn kenmerkende ruimtelijk-structurerende dragers.
historische waarde
Het Banhoutbos en omgeving kennen, net als het gehele interfluvium tussen Leie en Schelde, een vroege menselijke aanwezigheid. Langs de weg naar Heestert zijn er diverse vondsten uit het mesolithicum. De talrijke archeologische vondsten op de diverse heuveltoppen in de ruime omgeving (onder andere in Kooigem) wijzen eveneens op een nagenoeg continue menselijke aanwezigheid op het interfluvium. De beboste heuveltop vormt een restant van een groter boscomplex dat minstens teruggaat tot het midden van de 15de eeuw. Het ondiep tertiair substraat en de daaruit voortvloeiende minder gunstige bodemgeschiktheid heeft ertoe geleid dat de heuveltop nooit ontgonnen is. Ook de omgevende percelen zijn pas laat, in het derde kwart van de 19de eeuw, in cultuur gebracht, na de beschikbaarheid van verbeterde landbouwtechnieken en middelen. Enkele dreven en begroeide taluds in het landschap vormen een relict tot waar het vroegere bos kwam. De historische waarde van het bos krijgt een meerwaarde door de aanwezigheid van een 19de-eeuws kasteel met enkele gave bijgebouwen (stallen, wagenhuis, duiventoren, boswachterswoning) en een aansluitende parkaanleg (gazonpartijen, solitaire bomen, deels ommuurde moestuinruimte, poorten). In de onmiddellijke omgeving van het bos zijn nog enkele hoeves gaaf bewaard die het landbouwkundig erfgoed van de ankerplaats gestalte geven. Lokaal zijn restanten van een walgracht, huiskavels (weiland) en hoogstamboomgaarden aanwezig.
natuurwetenschappelijke waarde
De ankerplaats vertoont zowel geologische, geomorfologische, pedologische, hydrologische als ecologische karakteristieken. De heuvel van het Banhoutbos is een getuigenheuvel van het tertiaire landschap. Het parkbos situeert zich op een topzone van het interfluvium tussen het Schelde- en Leiebekken. De dunne quartaire laag maakt het gebied minder geschikt voor landbouw, waardoor het van oudsher bebost is. Door de samenhang tussen de geologische formaties, reliëf- en bodemverschillen, de hydrologische omstandigheden en beekdalinsnijdingen en in het bijzonder ook de continuïteit van het bosgebruik, komen waardevolle vegetatietypes voor, met name plateau- en hellingbossen bestaande uit zuur Beukenbos en fragmentair eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint. De aanwezige bosranden met de gradiënt tussen bos en landbouwgebied is belangrijk.
De omgevende gronden bestaan overwegend uit akkers met op enkele plaatsen begroeide taluds. Lokaal komen rond de hoeves nog graslanden met een historisch gebruik als graas- of hooiweide voor met aanwezigheid van diverse kleine landschapselementen waaronder knotbomen, hagen, hoogstamboomgaarden, houtkanten, al dan niet begroeide taluds. Vooral de lijnvormige landschapselementen zijn belangrijk als leefplaats en verbindingsroute voor diersoorten. De natuurwetenschappelijke waarde wordt verder ook bepaald door het voorkomen van autochtone bomen- en struikensoorten in de betreffende landschapselementen.
esthetische waarde
De heuveltop biedt vergezichten naar de verstedelijkte Leievallei en naar het Kanaal Bossuit-Kortrijk. Het parkbos omringd met dreven benadrukt de topzone in dit open landschap. De variatie tussen de beboste heuveltop, de dreven en het omgevende open akkerland verhogen de esthetische waarde. Het kasteel en bijhorende gebouwen vormen één esthetisch gaaf geheel binnen de parkaanleg van het Banhoutbos en de dreven.
sociaal-culturele waarde
De ankerplaats bezit geen sterk uitgesproken sociaal-culturele waarde. Het toponiem ‘Banhout’ verwijst wel naar het voormalig bosrijke karakter van de omgeving en wellicht ook naar specifieke gebruiksrechten die golden ten aanzien van grafelijke boseigendommen waarop al dan niet streng werd toegezien.