Beschermd monument van 11-01-2012 tot heden
Parochiekerk Sint-Jan-Onthoofding: kerkhofsite
definitieve beschermingsbesluiten:
11-01-2012 ID: 4925
Project beschermingsdatabank 2013-2016 (beschermingen: van 01-01-2013 tot 30-06-2016)
De bescherming als monument omvat de omringende kerkhofsite van de parochiekerk Sint-Jan-Onthoofding met 22 graftekens, de kerkhofmuur, de kapellen van de Sint-Corneliusommegang en het voormalige dodenhuisje. De parochiekerk werd al op 21 september 1962 als monument beschermd.
Omringende kerkhofsite met 22 graftekens, kerkhofmuur, kapellen van Sint-Corneliusommegang en voormalig dodenhuisje bij de als monument beschermde Sint-Jans-Onthoofdingkerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
in casu cultuurhistorische waarde: Als vanouds omsloten parochiale begraafplaats rondom een artistiek en historisch belangwekkende dorpskerk naast de Schelde, vormt de kerkhofsite historisch, functioneel en visueel een onafscheidbare eenheid met de gotische Sint-Jans-Onthoofdingkerk. Sociaal-cultureel ligt haar betekenis onder meer in haar ruimtelijk structureel zeer bepalende inplanting aan het uitzonderlijk groot dorpsplein van Schellebelle. Deze representatieve kerksite van middeleeuwse oorsprong is betekenisvol voor de occupatiegeschiedenis binnen de Scheldevallei. Het kerkhof met karakteristieke afgeronde begrenzing is een zeldzamer wordend exemplaar van een oude begraafplaats met de bijzonder eigen, traditioneel witgeschilderde bakstenen
kerkhofmuur.
In zijn funeraire functie bezit het kerkhof, als specifieke plaats waar de doden worden herdacht, contextueel ook een inherente historische samenhang met de uitzonderlijk fraaie calvarieberg met vagevuurvoorstelling en met de grafstenen tegen de kerk. Ook
andere voor funeraire gebruiken nog aanwezige constructies en elementen dragen bij tot de authenticiteit van de kerkhofsite. De resterende graftekens met hoge hardstenen stèles eindigend op een kruis uitstekend boven de vele jongere graven en de kerkhofmuur verlenen een grotere herkenbaarheid aan de site als oud type van begraafplaats. Voornamelijk aan het hoofdpad naar het zijportaal (Blok A, rij 2) en aan het zijpad naar de calvarie (Blok B, rij 3 en Blok C, rij 12) bleven een aantal oudere opvallende graftekens bewaard opklimmend tot de eerste decennia van de 20ste eeuw; zij komen voornamelijk voort van lokaal prominente families, wereldlijke en kerkelijke gezagdragers. Het betreft de volgende:
Deze hardstenen graftekens bezitten bijzondere erfgoedwaarde door hun monumentaliteit, door hun specifieke vormgeving en/of typerende funeraire symboliek of ornamentiek. Afgezien van één overblijvend exemplaar van een karakteristiek industrieel vervaardigd gietijzeren grafkruis met typische decoratie (grafteken van Henri Vollaert / echtg. van Germaine De Winter / 1907-1958; Blok C, rij 4, grafperceel 24), vertegenwoordigt ook een houten "armenkruis" als funerair erfgoed een volkskundige waarde van betekenis binnen de context van dit kerkhof: Grafteken van Felix Bontinck 1883-1954 / Celina Van Damme 1885-1961; Blok C, rij 9, grafperceel 69: zwart geschilderd kruis met aan weerszij witte opschriften en met fotokeramisch portretmedaillon;
Binnen hetzelfde betekenisvolle kerkhof zijn de hier vermelde graftekens illustratief voor het opvallend materieel onderscheid in de vroegere samenleving tussen arm en rijk in de begrafenisgebruiken en voor de diversiteit aan gangbare graftekens. Zij gelden ook als een cultuurhistorisch relevante getuigenis van de diverse wijzen waarop het kruis als oud funerair symbool in gebruik bleef.
Het 19de-eeuws bakstenen dodenhuisje vertegenwoordigt naar functie en vormgeving een typische constructie, behorend tot de vroegere funeraire infrastructuur op begraafplaatsen.
Binnen het kerkhof vormen de zes ommegangkapellen, opgericht in 1936 ter vervanging van een oudere Sint-Corneliusommegang, een bouwkundig relict van volkskundige betekenis getuigend van de oude devotie tot de beschermheilige. De kapellen verlenen het kerkhof een sociaal-cultureel belang als oord van gebed en heiligenverering aansluitend bij de kerk.
in casu cultuurhistorische waarde: Als vanouds omsloten parochiale begraafplaats rondom een artistiek en historisch belangwekkende dorpskerk naast de Schelde, vormt de kerkhofsite historisch, functioneel en visueel een onafscheidbare eenheid met de gotische Sint-Jans-Onthoofdingkerk. Sociaal-cultureel ligt haar betekenis onder meer in haar ruimtelijk structureel zeer bepalende inplanting aan het uitzonderlijk groot dorpsplein van Schellebelle. Deze representatieve kerksite van middeleeuwse oorsprong is betekenisvol voor de occupatiegeschiedenis binnen de Scheldevallei. Het kerkhof met karakteristieke afgeronde begrenzing is een zeldzamer wordend exemplaar van een oude begraafplaats met de bijzonder eigen, traditioneel witgeschilderde bakstenen
kerkhofmuur.
In zijn funeraire functie bezit het kerkhof, als specifieke plaats waar de doden worden herdacht, contextueel ook een inherente historische samenhang met de uitzonderlijk fraaie calvarieberg met vagevuurvoorstelling en met de grafstenen tegen de kerk. Ook
andere voor funeraire gebruiken nog aanwezige constructies en elementen dragen bij tot de authenticiteit van de kerkhofsite. De resterende graftekens met hoge hardstenen stèles eindigend op een kruis uitstekend boven de vele jongere graven en de kerkhofmuur verlenen een grotere herkenbaarheid aan de site als oud type van begraafplaats. Voornamelijk aan het hoofdpad naar het zijportaal (Blok A, rij 2) en aan het zijpad naar de calvarie (Blok B, rij 3 en Blok C, rij 12) bleven een aantal oudere opvallende graftekens bewaard opklimmend tot de eerste decennia van de 20ste eeuw; zij komen voornamelijk voort van lokaal prominente families, wereldlijke en kerkelijke gezagdragers. Het betreft de volgende:
Deze hardstenen graftekens bezitten bijzondere erfgoedwaarde door hun monumentaliteit, door hun specifieke vormgeving en/of typerende funeraire symboliek of ornamentiek. Afgezien van één overblijvend exemplaar van een karakteristiek industrieel vervaardigd gietijzeren grafkruis met typische decoratie (grafteken van Henri Vollaert / echtg. van Germaine De Winter / 1907-1958; Blok C, rij 4, grafperceel 24), vertegenwoordigt ook een houten "armenkruis" als funerair erfgoed een volkskundige waarde van betekenis binnen de context van dit kerkhof: Grafteken van Felix Bontinck 1883-1954 / Celina Van Damme 1885-1961; Blok C, rij 9, grafperceel 69: zwart geschilderd kruis met aan weerszij witte opschriften en met fotokeramisch portretmedaillon;
Binnen hetzelfde betekenisvolle kerkhof zijn de hier vermelde graftekens illustratief voor het opvallend materieel onderscheid in de vroegere samenleving tussen arm en rijk in de begrafenisgebruiken en voor de diversiteit aan gangbare graftekens. Zij gelden ook als een cultuurhistorisch relevante getuigenis van de diverse wijzen waarop het kruis als oud funerair symbool in gebruik bleef.
Het 19de-eeuws bakstenen dodenhuisje vertegenwoordigt naar functie en vormgeving een typische constructie, behorend tot de vroegere funeraire infrastructuur op begraafplaatsen.
Binnen het kerkhof vormen de zes ommegangkapellen, opgericht in 1936 ter vervanging van een oudere Sint-Corneliusommegang, een bouwkundig relict van volkskundige betekenis getuigend van de oude devotie tot de beschermheilige. De kapellen verlenen het kerkhof een sociaal-cultureel belang als oord van gebed en heiligenverering aansluitend bij de kerk.
in casu cultuurhistorische waarde: Als vanouds omsloten parochiale begraafplaats rondom een artistiek en historisch belangwekkende dorpskerk naast de Schelde, vormt de kerkhofsite historisch, functioneel en visueel een onafscheidbare eenheid met de gotische Sint-Jans-Onthoofdingkerk. Sociaal-cultureel ligt haar betekenis onder meer in haar ruimtelijk structureel zeer bepalende inplanting aan het uitzonderlijk groot dorpsplein van Schellebelle. Deze representatieve kerksite van middeleeuwse oorsprong is betekenisvol voor de occupatiegeschiedenis binnen de Scheldevallei. Het kerkhof met karakteristieke afgeronde begrenzing is een zeldzamer wordend exemplaar van een oude begraafplaats met de bijzonder eigen, traditioneel witgeschilderde bakstenen
kerkhofmuur.
In zijn funeraire functie bezit het kerkhof, als specifieke plaats waar de doden worden herdacht, contextueel ook een inherente historische samenhang met de uitzonderlijk fraaie calvarieberg met vagevuurvoorstelling en met de grafstenen tegen de kerk. Ook
andere voor funeraire gebruiken nog aanwezige constructies en elementen dragen bij tot de authenticiteit van de kerkhofsite. De resterende graftekens met hoge hardstenen stèles eindigend op een kruis uitstekend boven de vele jongere graven en de kerkhofmuur verlenen een grotere herkenbaarheid aan de site als oud type van begraafplaats. Voornamelijk aan het hoofdpad naar het zijportaal (Blok A, rij 2) en aan het zijpad naar de calvarie (Blok B, rij 3 en Blok C, rij 12) bleven een aantal oudere opvallende graftekens bewaard opklimmend tot de eerste decennia van de 20ste eeuw; zij komen voornamelijk voort van lokaal prominente families, wereldlijke en kerkelijke gezagdragers. Het betreft de volgende:
Deze hardstenen graftekens bezitten bijzondere erfgoedwaarde door hun monumentaliteit, door hun specifieke vormgeving en/of typerende funeraire symboliek of ornamentiek. Afgezien van één overblijvend exemplaar van een karakteristiek industrieel vervaardigd gietijzeren grafkruis met typische decoratie (grafteken van Henri Vollaert / echtg. van Germaine De Winter / 1907-1958; Blok C, rij 4, grafperceel 24), vertegenwoordigt ook een houten "armenkruis" als funerair erfgoed een volkskundige waarde van betekenis binnen de context van dit kerkhof: Grafteken van Felix Bontinck 1883-1954 / Celina Van Damme 1885-1961; Blok C, rij 9, grafperceel 69: zwart geschilderd kruis met aan weerszij witte opschriften en met fotokeramisch portretmedaillon;
Binnen hetzelfde betekenisvolle kerkhof zijn de hier vermelde graftekens illustratief voor het opvallend materieel onderscheid in de vroegere samenleving tussen arm en rijk in de begrafenisgebruiken en voor de diversiteit aan gangbare graftekens. Zij gelden ook als een cultuurhistorisch relevante getuigenis van de diverse wijzen waarop het kruis als oud funerair symbool in gebruik bleef.
Het 19de-eeuws bakstenen dodenhuisje vertegenwoordigt naar functie en vormgeving een typische constructie, behorend tot de vroegere funeraire infrastructuur op begraafplaatsen.
Binnen het kerkhof vormen de zes ommegangkapellen, opgericht in 1936 ter vervanging van een oudere Sint-Corneliusommegang, een bouwkundig relict van volkskundige betekenis getuigend van de oude devotie tot de beschermheilige. De kapellen verlenen het kerkhof een sociaal-cultureel belang als oord van gebed en heiligenverering aansluitend bij de kerk.
Dorp zonder nummer (Wichelen)
Het kerkhof werd in de loop der tijd uitgebreid tot zijn huidige grootte. Het voorste gedeelte vertoont een karakteristieke ovale vorm zoals weergegeven op de kaart in het landboek van Schellebelle van 1658-1709. Het gedeelte naast de Schelde is pas sinds midden 20ste eeuw bij het gewijde kerkhof ingelijfd. Het kerkhof is gedeeltelijk afgesloten met een kerkhofmuur. Op het kerkhof staat een dodenhuisje uit de 19de eeuw. Er is ook een Sint-Corneliusommegang met zes kapelletjes.