Beschrijving
Deze bescherming betreft het Hof te Boelake, omvattende het ensemble van het boerenhuis, de aanhorigheden met dwarsschuur en de aanpalende stal en het wagenhuis, bakhuis, begraasd boerenerf, toegangspoort, poel, beboomde losweg en een deel van de bijhorende huiskavels met graslandgebruik.
Waarden
Het Hof te Boelake, omvattende het ensemble van het boerenhuis, de aanhorigheden met dwarsschuur en de aanpalende stal en het wagenhuis, bakhuis, begraasd boerenerf, toegangspoort, poel, beboomde losweg en een deel van de bijhorende huiskavels met graslandgebruik, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Historisch is het Hof te Boelake belangwekkend als één van de zeldzame bewaarde voormalige landbouwuitbatingen in de Leievallei die minstens opklimmen tot de 17de eeuw, maar teruggaan op een nog oudere middeleeuwse site.
Het Hof te Boelake gaat terug op het Goed ter Sluizen waarvan in 1404 voor het eerst sprake is. Het betrof een hoevesite van aanzienlijke grootte en één van de tien achterlenen naast de dorpsheerlijkheid Hof te Lake op het grondgebied van Zulte.
De aanleg met walgracht en de naamgeving van zowel het Goed ter Sluizen als het Hof te Boelake verwijzen naar deze middeleeuwse oorsprong en waterrijke verleden. De naam van het middeleeuwse Goed ter Sluizen heeft betrekking op de noodzakelijke sluisconstructies voor waterbeheersing in het meersengebied. De huisnaam van het latere Hof te Boelake refereert aan de oude plaatsnaam Boudelaecken of Boulaeken die 'plas waar riet groeide’ betekent, verwijzend naar de natte gronden van de Leievallei.
Doorheen de geschiedenis was het pachtgoed en de heerlijkheid eigendom van begoede burgers en prominente figuren. Omstreeks 1722 kwam het in bezit van de dorpsheer van Zulte, Jeroom Sebastiaan Limnander. Deze Nederlandse adellijke grootgrondbezitter, had reeds in 1715 de tot de 13de eeuw opklimmende heerlijkheid Hof te Lake met bijhorend omwald Kasteel te Lake gekocht. Gaandeweg verwierf hij de omliggende achterlenen en breidde hij met het Goed ter Sluizen zijn patrimonium verder uit. Het Goed ter Sluizen, of het latere Hof te Boelake, bleef tot en met het einde van het AnCien Régime historisch verbonden met de heerlijkheid en het Kasteel te Lake.
Na de opheffing van het leenroerig stelsel kwam het omwalde Goed ter Sluizen of Hof te Boelake in privé handen terecht, maar het behield wel zijn 17de- en 18de-eeuwse aanleg met het boerenhuis van 1648.
Door de ligging van het Goed ter Sluizen of Hof te Boelake in de open Leievallei, maakte de hoevesite ook ongewild deel uit van het tiendaagse eindoffensief van de Eerste Wereldoorlog. In de laatste dagen van de oorlog hadden Duitse artillerietroepen zich verschanst in de boerderijen op de rechteroever van de Leie om zich zo te beschermen tegen de oprukkende geallieerde Franse troepen. Ingrepen aan het Hof te Boelake in het tweede kwart van de 20ste eeuw zijn naar alle waarschijnlijkheid ook een gevolg geweest van vernielingen aangericht tijdens het eindoffensief.
Het Goed ter Sluizen, en het latere Hof te Boelake, is steeds een landbouwuitbating geweest. In de eerste helft van de 20ste eeuw, gepaard gaand met de snelle ontwikkeling van de vlasnijverheid in Zulte tot en met het einde ervan omstreeks 1940, was het boerenhof ook actief in het roten en zwingelen van vlas. Het Hof te Boelake is zodoende ook illustratief voor de economische ontwikkelingen in de regio.
Ten gevolge van een gewijzigde landschappelijke context, de rechttrekking van de Leie en de uitvoering van de ruilverkaveling Sint-Baafs-Vijve, verkleinde het landbouwareaal en is het landschap heden het resultaat van 20ste-eeuwse ingrepen. Het Hof te Boelake evolueerde in deze periode mee tot een kleinschalig familiaal landbouwbedrijf dat in het begin van de 21ste eeuw definitief werd stopgezet. Desalniettemin bleven diverse oudere landschappelijke componenten bewaard. De afbuigende losweg in het verlengde van de Boelakendreef behoorde als westelijke erfbegrenzing van het Hof te Boelake vanouds tot de landbouwuitbating en herinnert met quasi ongewijzigd tracé aan de vroegere agrarische functie van de site. De aflijnende opgaande populieren, refereren naar het beboomd karakter van deze wegen zoals afgebeeld op historisch kaartmateriaal. De aangrenzende huiskavels met graslandgebruik en met traditionele knotbomen en houtige opslag op een aantal perceelsgrenzen versterken de ensemblewaarde van het Hof te Boelake.
Het Hof te Boelake met de bijhorende landschappelijke relicten kan in deze optiek beschouwd worden als betekenisvolle getuige van de vroegere landschapsinrichting.
architecturale waarde
De voormalige hoevesite Hof te Boelake is voor de regio representatief als een hoeve met
losse bestanddelen, waarvan de ontstaansgeschiedenis als heerlijkheid Goed ter Sluizen
minstens opklimt tot het begin van de 15de eeuw en die omgeven was door een U-vormige
walgrachtconfiguratie.
Het voormalige boerenhuis dateert als oudste gebouw op de site uit 1648 en is een voor de
streek zeldzaam geworden voorbeeld van een 17de-eeuwse boerenwoning op een heerlijke
site. Door zijn voorkomen als zuidelijk georiënteerd eenlaags volume onder steil zadeldak
met trapgevels, steunberen, sporen van kruisvensters en met bewaarde binnenstructuur en
interieurelementen, is het boerenhuis ook typologisch herkenbaar als een 17de-eeuws
gebouw. Het relatief grote volume is bovendien een sterke indicatie van het belang van
deze landelijke woning in de bouwperiode. Wijzigingen aan het boerenhuis in de loop van de
19de eeuw en 20ste eeuw zijn illustratief voor de bouwevolutie van dit agrarisch erfgoed en
doen geen afbreuk aan de architecturale waarde ervan. Ze staan naar alle
waarschijnlijkheid ook deels in verband met de historische gebeurtenissen tijdens het
eindoffensief van de Eerste Wereldoorlog.
De ontwikkeling van de hoevesite is tevens exemplarisch voor de evolutie van de
traditionele hoevebouw in de streek. De vroegere aanhorigheden van het boerenhof, die
opklimmen tot de 18de en het begin van de 19de eeuw, situeren zich zoals gebruikelijk in
het zuidelijke en zuidoostelijke deel van het begraasde boerenerf, eertijds bulten de
omwalling. De dwarsschuur, de stal, het bakhuis en de erftoegang gelden als onontbeerlijke
onderdelen van de vroegere landbouwuitbating en zijn waardevolle componenten van het
agrarisch erfgoed.
De open erven in de Leievallei waren, zoals ook op het Hof te Boelake, eerder sober
aangelegd en begraasd, al dan niet voorzien van een hoogstammige boomgaard en
afgezoomd door een lage afsluitingshaag of knotbomen.
Op historische kaarten wordt het woonhuisvolume omgeven door een enkelvoudige U-vormige brede wal, met een kleine opening aan de erfzijde. In de natte Leievallei dienden
dergelijke walgrachtconstructies als beveiliging, als afwaterings- en drainagemiddel maar
ook als statussymbool. De wal rond het Goed ter Sluizen of Hof te Boelake bleef zeker
integraal bestaan tot en met de tweede helft van de 19de eeuw. De lagergelegen drinkpoel
ten noordoosten achter het boerenhuls is naar alle waarschijnlijkheid een restant van deze
vroegere brede walgracht. In de Leievallei kwamen meerdere van dit type omwalde hoeves
met losse bestanddelen voor die een lange voorgeschiedenis kenden, maar slechts een heel
beperkt aantal van deze historische boerenhoven bleef tot op heden behouden. Dit
onderstreept het bijzonder karakter van het Hof te Boelake.