De woning Derks-Lowie is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
De woning Derks-Lowie is de eerste woning die beschouwd wordt als representatief voor de architectuur van Marie-José Van Hee, die een enigszins aparte maar prominente plaats bekleedt in de recente architectuurgeschiedenis van Vlaanderen, tussen verschillende stromingen in. Haar oeuvre sluit aan bij het postmodernisme in het herwaarderen van de historische stad, de hernieuwde belangstelling voor de zintuiglijke en labyrintische kwaliteiten van architectuur, en de tendens om architectuur te beschouwen in haar autonomie. Dat laatste heeft ze, net zoals de uitgezuiverde, ornamentloze vormgeving, ook gemeen met stromingen als het neorationalisme en de Nieuwe Eenvoud. De gevoeligheid voor context kan dan weer gelinkt worden met het kritisch regionalisme.
Typische kenmerken van haar architectuur, die ook aanwezig zijn in de woning Derks-Lowie, zijn de ruimtelijke complexiteit en gelaagdheid van het interieur met een centrale plaats voor de trap en de mogelijkheid tot alternatieve circulatie, het gebruik van de binnentuin als deel van de woning, het ingekeerde en geborgen karakter, het geslaagde evenwicht tussen architecturale autonomie en contextuele integratie (door respectievelijk de symmetrie en grote blinde muurvlakken enerzijds en de topgevel, bepleistering en gevelopeningen anderzijds), de eenvoud, de verticaliteit van de gevelopeningen en de zintuiglijke materialiteit. De won1ng is bovendien heel herkenbaar bewaard, heeft een hoge ensemblewaarde - zowel exterieur, interieur als afgesloten tuin met halfopen garage werden volledig door Van Hee ontworpen - en een hoge contextwaarde door het architecturale concept (integratie) en door de aanwez1ghe1d van heel wat van Van Hees ontwerpen in de onmiddellijke omgeving.