Woning De Somviele met tuin (volledig perceel), inclusief cultuurgoederen, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
De weloverwogen materiaalkeuzes en afwerking van Woning De Somviele versterken het
totaalconcept. Het gebruik van onregelmatige natuursteen, geplaatst in een wild verband en
voorzien van gerecupereerde bouwfragmenten, verleent de woning zowel in het exterieur als
interieur een groot sculpturaal effect. Het primitieve, natuurlijke ogende karakter van dit
materiaal, verdergezet in de buitenaanleg en in de invulling van de inkom, lijken de hand van
een architect te ontkennen en worden uitgespeeld ten opzichte van opvallend eigentijdse,
door mensenhand en industrie vervaardigde matenalen en elementen, zoals de
verlichtingsarmaturen, maar als meest beeldbepalend element de kunststoffen wand- en
plafondtegels. Deze zijn op hun beurt erg driedimensionaal uitgewerkt en verlenen de ruimtes
een bijzonder karakter door hun spel met vorm, licht en reflectie. Dit spel is ook aanwezig in
de claustra-elementen die behalve hun hoofddoel van privacy, ook een bijzondere
lichtwerking creëren in het interieur. De in zaagtand geplaatste baksteen in het interieur en
exterieur, verleent de gevels eveneens een sculpturaliteit, weliswaar van een strakke,
regelmatigere orde dan de ruwe natuursteenblokken.
Daarnaast wordt het karakter en de intimiteit van de leefruimte versterkt door de
aanwezigheid van kunstwerken. Grootaert was, behalve als architect, ook actief als leraar en
later als directeur aan de Tekenacademie van Deinze (1940-1973). Hij onderhield talrijke
contacten met kunstenaars en zou met sommigen onder hen ook samenwerken voor zijn
architectuurprojecten. De vriendschap met glazenier Armand Blondeel gaf bij Woning De
Somviele aanleiding tot de integratie van twee glasramen in de noordelijke, in zaagtand
geplaatste natuurstenen wand. Een andere blikvanger in de leefruimte is een bij de zitkuil,
vrij opgehangen haard, gerealiseerd in geslagen koper door beeldhouwer Walter De Buck, en
voorzien van een sculpturale, koperen bekroning voor op het dak. Beide realisaties zijn
representatief voor de kunstenaarsoeuvres en voor hun stilistische en materiaaltechnische
keuzes op dat moment. Bovendien dragen beide bij tot de atmosfeer en het karakter van de
ruimte.
Woning De Somviele (1966-1973), opgevat als een villa met zwembad en tuin naar ontwerp
van architect Daniel Grootaert, getuigt enerzijds van een erg persoonlijke en individuele
interpretatie van het modernisme, en anderzijds van een assimilatie van de toenmalige
internationale ontwikkelen op het vlak van architectuur, design en interieurafwerking. De
woning heeft een grote ensemblewaarde, gekenmerkt door een grote samenhang tussen de
buitenaanleg, het exterieur en de interieurafwerking. Daarnaast kan de woning beschouwd
worden als het meest representatieve en zeldzame ontwerp binnen het moderne oeuvre van
Grootaert, zoals het tot op heden in kaart is gebracht. De woning is bovendien herkenbaar
bewaard en is door haar schaal, haar kwalitatieve afwerking en de moderne geest van de
opdrachtgevers een representatief voorbeeld van een naoorlogse modernistische villa.
Daniel Grootaert (1918-2011) realiseerde de woning eerder laat in zijn carrière, die aanvatte
op het eind van de jaren 1930 toen hij werkzaam was in het bureau van de Gentse architect
Gaston Eysselinck en toen hij in 1940 begon als zelfstandig architect. Naast de gematigde en
traditionele ontwerpen die hij realiseerde, evenals renovaties, slaagde hij er dankzij enkele
opdrachtgevers in om minstens vanaf 1959 enkele opmerkelijke, moderne woningen te
ontwerpen, die gekenmerkt worden door een homogeniteit in algemene aanpak en
vormgeving, materiaalgebruik, volumewerking en ontwerpdetails. De opvallende
interieurafwerking van de woning vormt echter - tot dusver - een unicum binnen het oeuvre
van de architect.
Kenmerkend is de grote aandacht voor de oriëntatie en de inplanting ten opzichte van de
omgeving, en evenzeer voor de privacy van de bewoners. Dit geeft aanleiding tot een relatief
gesloten straatzijde ten noorden, ten opzichte van een sterk opgewerkte tuingevel naar het
zuiden. De beglaasde achtergevel, voorzien van een uitbouw ter hoogte van de zitkuil in de
leefruimte, staat in een boeiende dialoog tot de buitenaanleg, voorzien van terrassen op
verschillende niveaus en gecombineerd met waterpartijen en een zwembad. Ook de rustieke
voortuinaanleg met onder meer struiken, paden, kasseien en keien, gaat in dialoog met de
beglaasde inkom, waar een partij is voorzien met natuurstenen elementen en antiquiteiten.
Deze dialoog met de natuur wordt versterkt door het materiaalgebruik, namelijk de keuze
voor zichtbare, onregelmatige natuursteen, gerecupereerd en voorzien van bouwfragmenten.
Deze wanden zijn zowel in het exterieur als interieur beeldbepalend. Ze worden aangevuld
met een rijke variatie aan materialen, die eveneens representatief zijn binnen Grootaerts
moderne architectuurpraktijk en variëren van metselwerk in Scheldesteen, met grote vlakken
in zaagtandverband, over claustra in gebakken aarde en keramiek, tot eenvoudige,
horizontale houten beplankingen.
De volumewerking vertoont een grote dynamiek door de combinatie van vleugels met
verschillende bouwlagen en bouwlaaghoogtes, evenals de variatie in de uitwerking van enkele
wanden, bijvoorbeeld in zaagtand verspringend of gebogen. Dit effect wordt versterkt door
de uitkragende, licht hellende platte daken ondersteund door zichtbare houten spanten, die
aan de tuinzijde luifels vormen tegen de zon. Het exterieur veruitwendigt de aanwezigheid
van splitlevels in het interieur. De planindeling voorzag een weloverwogen scheiding tussen
het representatieve gedeelte vanaf de inkom tot de monumentale leefruimte, de zone voor
het dienstpersoneel ten noordwesten, met een afzonderlijke toegang en met oorspronkelijk
een afgescheiden circulatie in de leefruimte, en ten slotte het private nachtgedeelte ten
oosten.
Het ontwerp integreert invloeden van het Amerikaanse modernisme van Frank Lloyd Wright
en Marcel Breuer, maar doet ook denken aan de eigen woning 'Dragon Rock' van ontwerper
Russel Wright. Het vertoont eveneens bepaalde gelijkenissen met nationale tijdgenoten als
Dupuis en Craet. Grootaert combineert deze invloeden echter tot een gelaagd en heel
persoonlijk ontwerp, dat versterkt wordt door de specifieke interieurafwerking. Deze is
uitdrukkelijk modern en sluit aan bij de popcultuur en design uit de Space Age, maar realiseert
een scherp contrast met de natuurlijke omgeving en de rustieke natuursteen en de rotspartij
in de Inkom. De weloverwogen afwerking van plafonds en wanden met kunststof panelen met
noppen, de aanwezige verlichting en de bewaarde oranje betegeling in toiletten en
badkamers, maken Woning De Somviele tot een zeldzaam en relatief gaaf voorbeeld van een
luxueuze, moderne villa. Ondanks de schaal van de leefruimte en de sterk overheersende
materiaalkeuzes, weet Grootaert dit decor naar zijn hand te zetten en het gezinsleven een
centrale plaats te geven in de centrale zitkuil, voorzien van een los opgehangen haard en met
zicht op de tuin en het zwembad in haar verlengde. Ook deze zitkuil is een typisch
ontwerpelement, dat niet enkel door Grootaert meermaals werd toegepast, maar eveneens
representatief is voor naoorlogse, moderne leefruimtes.