beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek van tot ( wijziging)
Dumontwijk
definitieve wijzigingsbesluiten: 25-01-2008 ID: 10434
Dumontwijk
definitieve beschermingsbesluiten: 27-11-2007 ID: 4514
De bescherming als stadsgezicht omvat de oudste verkaveling van De Panne uit 1902-04, gekend als de Dumontwijk. Op 25 januari 2008 werd het besluit gewijzigd ter aanpassing van een administratieve fout.
De oudste verkaveling van De Panne volgens het aanlegplan van 1902-1904, ook gekend als 'Dumontwijk' is beschermd als stadsgezicht omwille van het algemeen belang gevormd door de:
Als representatieve getuige van de initiële uitbouw van een nieuwe badplaats aan de Vlaamse (Belgische) kust, waarbij privé-initiatief ervoor zorgt dat befaamde architecten, in casu Albert en Alexis Dumont, in samenwerking met onder meer Georges Hobé en Jozef Viérin, de urbanisatie op gang brengen en mee helpen gestalte geven aan de architecturale invulling.
Als 'document' uit de vroeg-toeristische periode aan de Westkust, dat de nieuwe verblijfsvormen voor de elitaire vakantieganger weerspiegelt bij de initiële ontwikkeling van een badplaats vanaf het einde van de 19de eeuw en een overzicht biedt van hun verdere ontwikkeling en stijlevolutie in de eerste helft van de 20ste eeuw.
Als getuige van nieuwe woonvormen in de 'vrijetijdsarchitectuur', in casu aan de kust, onder meer de introductie van de 'cottage' ontstaan door de drang naar het zo ruim mogelijke en variërende uitzicht met de daartoe aangepaste verhouding binnenhuis en omgevende natuur. Deze vakantiewoning werd als dusdanig ontworpen om te voldoen aan alle moderne eisen qua comfort en nutsvoorzieningen en om de bewoners tegelijk de mogelijkheid te bieden ten volle van de omgeving én van hun verblijf aan de kust te genieten.
in casu architectuurhistorische waarde:
Als zijnde een interessant ensemble van 'vrijetijdsarchitectuur', waarbij de stedenbouwkundige opzet een diverse architecturale invulling kreeg al naargelang de deelzone, met name aan de Zeedijk aaneengesloten bebouwing van zeedijkhuizen, langs de stedelijke assen, de hellingen naar de dijk en de overgangszone, rijbebouwing van woon(-winkel)huizen, (voormalige) hotels, pensions en appartementsgebouwen en in de residentiële open verkaveling ten zuiden ervan, vrijstaande duinhuizen of 'cottages'.
Als bewaard historisch stedenbouwkundig concept waar het natuurlijke duinreliëf hét uitgangspunt is voor de toepassing van de differentiatie, met aandacht voor hiërarchie in het stratenpatroon, werken met zichtassen, op elkaar afgestemde percellering en bebouwing en geschikte inpassing van woon-, handels- en dienstenfuncties, waardoor de verschillende zones en bouwtypologieën in mekaar overvloeien en een eenheid vormen.
Als getuige van de introductie van een nieuw type van vrijetijdsarchitectuur, in casu de 'cottage' of het duinhuis, waarvan een vrij grote concentratie aanwezig is in de open pittoreske verkaveling, onder meer enkele die behoren tot de oudste van de kust. Hierdoor biedt de wijk een overzicht en stijlevolutie van dit bouwtype vanaf het einde van de 19de eeuw tot circa de Tweede Wereldoorlog. De uitgekiende volumewerking getuigt van een goed in het terrein ingepaste, praktische en rationele architectuur, dit in functie van de relatie binnen- en buitenruimte en het maximaal ruimtegebruik voor ontvangst en logement. De geïndividualiseerde vormgeving, gebaseerd op de Engelse en Normandische bouwtrant, weerspiegelt de heersende smaak en bouwstijlen met al wat dat veronderstelt aan kwaliteit en originaliteit, varianten en nivellerende kopieën.
Als staalkaart van de toen gangbare of meer toonaangevende bouwstijlen vanaf het einde van de 19de eeuw bij de oudste bebouwing tot circa de Tweede Wereldoorlog bij de verdere architecturale invulling, met name eclectische vormentaal - doorgaans varianten op neostijlen, late invloed van de art-nouveaustijl, cottagestijl vaak met integratie van elementen uit de Normandische stijl , regionalisme, art-decostijl en modernisme, en bijgevolg illustrerend voor de stijlevolutie die de kustarchitectuur ondergaat.
Als getuige van het oeuvre van de vele architecten die de wijk mee helpen gestalte te geven, met name onder meer Albert en Alexis Dumont, Georges Hobé, Jozef Viérin, Oscar Vermeesch, Louis Legein, Gustave Remy en Myriam Dumont, Charles Crevits, Pierre Devos, Ernest Acker en anderen.
Als locatie van de neoromaanse Onze-Lieve-Vrouwekerk (1930-1932) met achterin gelegen pastorie (1929), getuige van het oeuvre van de gekende West-Vlaamse architect Jozef Viérin (1872-1949) in samenwerking met zijn zoon Luc, en tevens historische getuige van de in 1926 tot volwaardige parochie verheven badplaats.
Als locatie van het gedenkteken opgericht ter ere van Albert Dumont, ontworpen door zijn zoon Alexis in 1926 met een medaillon waarop zijn beeltenis prijkt, werk van de West-Vlaamse beeldhouwer Jules Lagae.
Als zijnde getuige van de eerste urbanisatiefase van een nieuwe badplaats, ontstaan uit privé-initiatief vanaf circa 1892 en verder uitgebouwd in het begin van de 20ste eeuw, met gaaf bewaard stedenbouwkundig concept naar ontwerp van de Brusselse architect Albert Dumont (1835-1920) en zijn zoon Alexis (1877-1962), getypeerd door het samenspel én tegenstelling tussen de eerder formele, geometrische aanleg voor het stedelijk gebied, met name tussen de deels genivelleerde Zeedijk en de Duinkerkelaan en de pittoreske, open verkaveling van de zone ten westen van de Zeelaan, geïnspireerd naar vorm en architecturale invulling op de toen opkomende tuinwijkgedachte naar Engels model, rekening houdend met duinreliëf en aanplanting.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Dumontwijk [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/11344 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.