Beschermd monument

Architectenwoning van Ferdinand Schlich

Beschermd monument van tot heden

ID
113448
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113448

Besluiten

Architectenwoning Ferdinand Schlich
definitieve beschermingsbesluiten: 20-12-2018  ID: 14743

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

Deze bescherming betreft de architectenwoning van Ferdinand Schlich.



Waarden

De architectenwoning van Ferdinand Schlich is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:

architecturale waarde

De woning wordt beschouwd als het meesterwerk van architect Ferdinand Schlich (Gent, 1949), die een kwalitatief maar klein oeuvre realiseerde, voornamelijk in de regio van Gent. Aangezien de woning sinds de oplevering in 1988 amper wijzigingen onderging, vertoont het gebouw nog een hele hoge herkenbaarheid.
Opgeleid als bouwkundig tekenaar en architect aan het Gents Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas eind jaren 1960 en begin jaren 1970, gaf Schlich zelf meer dan 30 jaar lang les aan dit instituut. Tijdens zijn opleiding werd hij aanvankelijk beïnvloed door het structuralisme (en met name door de vrijheid en de menselijke maat die door de aanhangers van deze stroming werden gepropageerd) en nadien door Juliaan Lampens die hij zijn leermeester noemt en van wie hij het belang van monumentaliteit en eenvoud overnam, evenals een voorliefde voor de meesters van het modernisme (Mies Van der Rohe en Le Corbusier). Een belangrijke inspiratiebron voor Schlich was ook Frank Lloyd Wright en in het bijzonder diens prairiehuizen: het integreren van een gebouw in zijn omgeving, daken op verschillende hoogte, een vierkante opbouw en asymmetrisch grondplan, een gevarieerde ruimtewerking en gebruik van opvallend houten schrijnwerk, lage buitenmuren en metselwerk. Ook bij zijn eigen woning is die invloed onmiskenbaar aanwezig. Daarnaast verraadt die woning de invloed van de Duitse architect Heinrich Tessenow, met name in het belang van eenvoud en proporties, en van het stijlloze traditionele bouwen van ‘het volk’, mogelijk ook onder invloed van Bernard Rudowski’s reizende tentoonstelling Architecture without architects (1964-1975).
Ondanks de diversiteit van Schlichs oeuvre vertoont het enkele gemeenschappelijke kenmerken die ook aanwezig zijn in de architectenwoning, wat deze laatste een zekere representativiteit verleent. Een eerste is de aandacht voor ambachtelijke afwerking en detaillering, bijvoorbeeld in de uitwerking van het atelierraam en de ateliertrap maar ook van meer prozaïsche elementen zoals de gietijzeren radiatoren. Die detaillering stond bij Schlich wel steeds ten dienste van een duidelijk herkenbaar geheel wat hij bij zijn eigen woning vond in de toepassing van een langgerekt volume. Hiervoor haalde hij inspiratie bij eenvoudige adobe huizen in Turkije en Nubië (Zuid-Egypte) maar ook bij Vlaamse hoeves en bij de rivierboten die hij traag zag voorbijschuiven vanop zijn bouwgrond aan de Brugse Vaart. Die laatste inspiratiebron verwijst ook naar het belang dat Schlich hechtte aan de integratie van zijn gebouwen in hun omgeving, in het landschap. Het principe van de gevarieerde ruimtewerking, een ander weerkerend kenmerk, paste hij bij zijn eigen woning toe door met een aantal centrale muren en schuifdeuren ruimtes van verschillende grootte af te bakenen, en door de vensters van de woonkamer aan de achtergevel ter hoogte van de keuken en de badkamer te laten doorlopen waardoor deze woonkamer nog groter lijkt dan ze eigenlijk is. Ook het selectief toepassen van verlaagde plafonds sluit aan bij deze zoektocht naar ruimtelijke diversiteit. Een laatste weerkerende aandachtspunt in Schlichs oeuvre is zijn respect voor het budget van de opdrachtgever. Voor zijn eigen woning stelde hij een onwaarschijnlijk laag budget voorop dat bij realisatie slechts in heel beperkte mate overschreden werd. De belangrijkste kostenbesparende elementen waren volgens Schlich de sterke, op zichzelf staande vorm die geen opsmuk vroeg, het gebruik van een plat dak, een redocrete (garage)vloer en een ruwbouw in cellenbeton (die een spouw overbodig maakt), het prioritair inzetten op woonkwaliteit (licht, ruimte, geborgenheid en technisch comfort) ten koste van de afwerking (die later zou volgen) en zoveel mogelijk zelfbouw.
Omdat de woning met zo’n laag budget en zo snel gerealiseerd was, kreeg ze heel wat belangstelling in de populaire pers. Maar ook in architectuurkringen werd de waarde snel erkend, zoals blijkt uit de opname ervan in verscheidene publicaties en uit de toekenning van de Architectuurprijs van de provincie Oost-Vlaanderen in 1993. De jury van deze prijs loofde met name de ruimte-indeling en de organisatie en oriëntatie van de verschillende kamers onderling. Volgens Schlich zelf lag de waarde van de woning in de eenvoud van de oplossing waartoe hij uiteindelijk was gekomen: twee evenwijdige muren op de juiste, meest economische afstand van elkaar. Om tot die eenvoud te komen had hij naar eigen zeggen pas dan de nodige maturiteit bereikt als architect.
De woning Schlich is ook een waardevol voorbeeld van het type architectenwoning, met name uit het laatste kwart van de 20ste eeuw. Schlich zag zijn eigen woning duidelijk als een gebouwd manifest, een opvoedend-didactisch instrument, zowel voor zijn studenten architectuur aan het Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas, als voor het ruime publiek dat zelf wilde bouwen. Dit blijkt uit het feit dat hij zijn woning openstelde voor heel wat bezoekers en ook voor de populaire pers. Met deze woning wou hij aantonen dat goedkoop en betekenisvol bouwen konden samengaan, zoals ook blijkt uit het manifest dat bewaard bleef in het archiefdossier van deze woning. Deze betrachting vertaalde zich in een vrij vroege toepassing van enkele architecturale kenmerken die heden vrij algemeen toegepast worden, zowel qua vormgeving (minimalisme), planopbouw (open) en materiaalgebruik (cellenbeton en redocrete vloer). Tegelijkertijd plaatst deze woning ook een belangrijke kanttekening bij de opvatting dat de waarde van een architectenwoning vooral gelegen is in het feit dat de ontwerper daar zonder compromissen zijn persoonlijke ideeën in realiteit zou kunnen omzetten. Hoe compromisloos de woning van Ferdinand Schlich op het eerste zicht ook lijkt, ze is het resultaat geweest van heel wat toegevingen die ingegeven werden door het beperkte budget, de omgeving en de omwonenden. Dergelijke compromissen betekenen geen aantasting van de erfgoedwaarde maar getuigen juist van een gevoeligheid voor de context in de ruime betekenis van het woord, en dus van de architecturale waarde.


Aanduiding van

Is de bescherming van

Architectenwoning van Ferdinand Schlich

Gérard Willemotlaan 85 (Gent)
De architectenwoning dateert uit 1986-1988 en wordt beschouwd als het meesterwerk van Ferdinand Schlich, die een kwalitatief maar klein, en dus zeldzaam, oeuvre realiseerde, voornamelijk in de regio van Gent. Aangezien de woning sinds de oplevering in 1988 amper enige wijzigingen onderging, vertoont het gebouw nog een hele hoge herkenbaarheid.


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.