Beschrijving
Deze bescherming betreft de begraafplaats van de Zusters en Broeders van Don Bosco en van de Broeders van de Christelijke Scholen met het graf van architect Alfons Hoppenbrouwers.
Waarden
De begraafplaats van de Zusters en Broeders van Don Bosco en van de Broeders van de Christelijke Scholen met het graf van architect Alfons Hoppenbrouwers is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Uitzonderlijk goed en uniform bewaarde begraafplaats uit 1899 van de Broeders van de Christelijke Scholen die sinds 1897 de abdij Sint-Wivina in Dilbeek betrokken. De begraafplaats werd uitgebreid in 1949 toen de Broeders en Zusters van Don Bosco zich in Dilbeek vestigden. De begraafplaatsen, de Sint-Wivinakapel, de Abdij Sint-Wivina en het klooster van Don Bosco vormen samen een uitzonderlijke context die getuigt van de heropleving van het eeuwenoude monastieke leven in Vlaanderen in de 19de en 20ste eeuw, hier specifiek in de Vlaamse Rand, en dat voor meer dan 100 jaar.
In 1979 werden de begraafplaatsen gerenoveerd en opnieuw vorm gegeven naar ontwerp van Alfons Hoppenbrouwers. Hoppenbrouwers was meer dan 40 jaar een Broeder van de Christelijke Scholen, woonde in de abdij Sint-Wivina in Dilbeek en werd ook begraven op de door hemzelf mee vorm gegeven begraafplaats. Hoppenbrouwers was een vernieuwer in de Belgische architectuur met zijn gebouwen in brutalisme, beeldend kunstenaar en een spilfiguur in het architectuur- en kunstonderwijs. Met zijn stichting in 1968 van het "Sint-Lukasarchief, centrum voor onderzoek, informatie en documentatie over recente architectuur en stedenbouw in België" was hij één van de grondleggers van de monumentenzorg in België.
architecturale waarde
De goed herkenbare ommuurde begraafplaats, gelegen aan het einde van een onverhard pad getuigt door zijn vormgeving van ongeveer 100 jaar aan architectuur voor begraafplaatsen. De verschillende bouwfases zijn duidelijk herkenbaar en representatief voor hun ontstaansperiode waardoor de evolutie van de begraafplaats uitzonderlijk goed leesbaar is. De bakstenen muren, de overluifelde poort en de traditioneel doch kwalitatief vormgegeven calvarie onder een luifel zijn kenmerkend voor de vormgeving van voor Eerste Wereldoorlog. De eenvoudig vormgegeven betonnen stèles zijn representatief voor het interbellum. Voor de heraanleg van beide begraafplaatsen in de late jaren 1970 werd de brutalistische stijl toegepast wat uitzonderlijk is voor begraafplaatsen. Ondanks deze verschillende ontwikkelingsfases weet de begraafplaats een uitzonderlijke visuele eenheid te bewaren.
Het opmerkelijk ensemble van identieke graftekens in sierbeton is een bijzondere getuige van de broederlijkheid van de broeders en zusters van de verschillende kloosterorden die er begraven liggen. De begraving van meerdere lichamen in één grondgraf net als het gebruik van stèles voor twee aanpalende graven is zeer uitzonderlijk. De vermelding van de opeenvolgende bijzettingen op één tekstplaat en het plaatsen van de tekstplaten tegen de muren na vier bijzettingen is voor zover bekend uniek.
De heraanleg uit de late jaren 1970 met gewapend beton is representatief en herkenbaar voor het zoeken van de ingenieur-architect Alfons Hoppenbrouwers naar een geschikt materiaal en vormgeving voor een architectuur die past bij het moderne leven en sterven. Voor zover bekend is de heraanleg van deze begraafplaatsen de enige funeraire realisatie van Alfons Hoppenbrouwers.