Vastgesteld landschapsatlasrelict

Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos

Vastgesteld landschapsatlasrelict van tot (gewijzigd)

De rechtsgeldigheid van dit aanduidingsobject is niet meer actueel.
ID
113463
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113463

Besluiten

Dendervallei tussen Idegem en Ninove in het Geitebos
definitieve wijzigingsbesluiten: 19-07-2021  ID: 14990

Dendervallei tussen Idegem en Ninove in het Geitebos
vaststellingsbesluiten: 05-05-2020  ID: 14931

Beschrijving

De Dendervallei tussen Geraardsbergen en Ninove wordt gekenmerkt door een pleistocene vallei met een vrij brede vlakte die in het zuidoosten en noordwesten begrensd wordt door een reeks heuvelruggen. De vallei werd opgevuld met kleiige en lemige alluviale sedimenten. De noordwestelijke hellingen waren veel langer onderhevig aan erosie wat resulteerde in een asymmetrische vallei met een steile valleiwand op de rechteroever. In de riviervallei ontstonden zandige oeverwallen.

De Dender is een regenrivier met een sterk kronkelend verloop en grote debietschommelingen naargelang de seizoenen. De Dender werd vanaf de 12de eeuw in verschillende fasen gekanaliseerd in functie van de scheepvaart. Bij de kanalisaties werden talrijke meanders afgesneden en werd de rivier opgehoogd en ingedamd. Een aantal oude meanders zijn nog herkenbaar in het landschap door beplanting of in de perceelsgrenzen. De scheepvaart op de Dender droeg in belangrijke mate bij tot de economische bloei van de Denderstreek. De schepen werden getrokken door scheepstrekkers op het jaagpad. In 1865 werd de Dender over haar volledige loop gekanaliseerd en het waterpeil verhoogd door ophoging van de dijken en de installatie van een reeks sluizen. Na de Tweede Wereldoorlog daalde het vrachtvervoer over het water wat leidde tot verwaarlozing van de vaarweg en ten koste ging van de bevaarbaarheid van de Dender.

De vruchtbare (zand)leemgronden hebben van nature een goede drainering en werden al vroeg in cultuur gebracht als akkerland. Bij de kanalisatiewerken aan de Dender kwamen meermaals archeologische vondsten aan het licht zowel uit de steentijd als de latere bronstijd en Romeinse periode. In de meanders langs de Dender liggen relicten van middeleeuwse burchten zoals het Ridderhof en de castrale motte van het Hof van Wedergrate. In de 18de eeuw was de brede vallei van de Dender nagenoeg uitsluitend ingericht als grasland met verspreid enkele kleine bospercelen. De dorpen lagen net op de rand van de vallei bij de overgang naar de hoger gelegen landbouwgronden. De Dendervallei zelf was onbewoond met enkel een oversteekmogelijkheid langs de brug bij Zandbergen en bij Idegem. In een deel van de vallei werd lokaal turf gestoken. Ook in de 19de eeuw kende de Dendervallei een uitgesproken inrichting als grasland dat deels in gemeenschappelijk gebruik was. De meersen werden gekenmerkt door een ruim vertakt slotennetwerk. Een reeks kleinere meanders op de Dender werd rechtgetrokken. In de loop van de 20ste eeuw verschijnen verspreide bospercelen in de meersen, vaak op de erg natte alluviale valleigronden ter vervanging van de minderwaardige graasweiden. Tegen het einde van de 20ste eeuw ontstonden zo in de Dendervallei grotere aaneengesloten blokken met populierenbos.

De afwatering van de vallei gebeurt in hoofdzaak via grachten of rijten die meestal parallel met de rivier lopen en stroomafwaarts in de Dender afwateren. De ongunstige waterhuishouding vereist bijkomende ontwatering door middel van een greppelsysteem voor het gebruik als weiland. Bomenrijen markeren de drainagesloten en perceelsranden. In de meersen liggen dottergraslanden, kamgraslanden, grote zeggenvegetaties en rietvegetaties. De graslanden zijn vooral hooimeersen die begraasd worden na de eerste snede (vetweiden). Er zijn ook talrijke percelen met (Canada)populieraanplanten en broekbos met wilgen en elzen.

De vallei is grotendeels onbebouwd met slechts enkele loswegen zoals in de Kwaadbroeken. De meeste dorpen zijn ingericht op de rand van de vallei en hebben een uitgesproken landelijk karakter. De bewoning is gebonden aan het dichte wegennet waarin de 18de-eeuwse wegenstructuur nog goed herkenbaar is. Op de steilrand liggen holle wegen en buiten de vallei lopen nog talrijke onverharde wegen en voetwegen zoals de Oude Eichembaan.

Appelterre-Eichem ligt op de linkeroever van de Dender en telt een aantal imposante pachthoeven. Het Hof Steppe is een pachtgoed van de Heren van Ouwegem uit de 13de eeuw. Dichter bij de Dender liggen de 15de-eeuwse pachthoeves Hof te Anghereel en Hof te Eichem. Op de open kouter bij Appelterre werd in 1779 een houten korenwindmolen met bijhorend molenaarshuis opgericht, de Wildermolen, langs de oude Molenweg. Idegem ligt eveneens op de linkeroever bij de sluis op de Dender en heeft als -inga/-haim-toponiem mogelijk een Germaanse oorsprong. Het centrum wordt gedomineerd door de Sint-Pieters-Bandenkerk met een 15de-eeuwse kern. Rondom het dorpsplein liggen een aantal gesloten 18de- en 19de-eeuwse hoeves zoals de hoeve Hof van der Taelen.

Grimminge ligt op de rechteroever op de grens met het Denderalluvium aan de voet van de Kakelenberg. De dorpskern wordt gevormd door de parochiekerk met vierkante westtoren uit de 17de eeuw en de 18de-eeuwse ommuurde pastorie. Net ten westen van Grimminge, ligt de site van de abdij Beaupré, een voormalige Cisterciënzerabdij die gesticht werd in 1228. De abdij bezat talrijke percelen in de Dendermeersen en speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van Grimminge. Slechts een deel van de gebouwen bleef bewaard. Het abdijcomplex is deels omgracht en ommuurd en heeft een monumentale toegangsdreef met wegkapel. Naast de kloostermuur ligt de abdijhoeve het Withof.

Pollare dorp ligt op de steile zuidoostelijke dalflank van de Dendervallei. Rond 1200 bestond het dorp vermoedelijk uit twee kernen: een oude kern bij de oorspronkelijke Sint-Martinuskerk en een nieuwe kern rond de inmiddels verdwenen burcht Ridderhof bij de Dender. In de eerste helft van de 13de eeuw werd de oude kern opgegeven en een nieuwe dorpskern uitgebouwd. Het Ridderhof werd vernield in de 15de eeuw en bij de 19de-eeuwse kanalisatie van de Dender werd de motte afgegraven. In het centrum leidt de gekasseide Sint-Kristoffelstraat de helling op naar de gelijknamige parochiekerk met ommuurd kerkhof en solitaire beuk. De kerk is door een netwerk van onverharde voetwegen verbonden met het achterliggend plateau. De brug over de Dender gaat terug tot een houten exemplaar uit de 15de eeuw maar werd in de 18de eeuw vervangen door een veer. Pas in 1913 werd hier een ijzeren voetgangersbrug gebouwd.

Zandbergen ligt op de uitloper van een heuvelrug aan de rand van de vallei en is ontstaan bij een knooppunt van wegen en een oversteekplaats op de Dender. In het centrum staat de Onze-Lieve-Vrouwkerk met een 16de-eeuwse toren uit Ledische natuursteen. Ten noordoosten van de kerk ligt een omwalling met gracht als relict van de voormalige pastorie. De huidige Denderbrug dateert uit de Tweede Wereldoorlog. In de alluviale vlakte van de Dender ligt de beboste Doornikberg, een relict van het 13de-eeuws mottekasteel Hof van Wedergrate. De motteburcht lag aan de binnenzijde van een sterk uitgesproken Dendermeander en zou de voorloper zijn van het kasteel van Zandbergen dat in de 16de eeuw ten zuiden van de motte werd gebouwd. Dit oorspronkelijk waterslot werd verwoest en in de loop van de 18de eeuw aangepast en opengewerkt als residentie. Het huidige Kasteel de Lalaing is omgeven door brede grachten en een vierkante omwalling met twee toegangsdreven. Door de parkaanleg ligt de motte in een directe zichtas van het kasteel. In het verlengde van een van de toegangsdreven ligt de kasteelhoeve Hof van Lier.

Het Geitebos ligt op de steile hellingen ten zuiden van het kasteel de Lalaing en maakte ooit deel uit van het Kolenwoud dat in de middeleeuwen een veel grotere oppervlakte besloeg. Kleine kraters en enkele groeven zijn relicten van lokale zandsteenontginning in de 18de eeuw. In de 19de eeuw vond een sterke inkrimping van het bos plaats ten voordele van weideareaal maar begin 20ste eeuw werd een deel herbebost. Het Geitebos is een gemengd loofbos met oud-bossoorten, een bronbeekvallei en houtkanten op wallen die oude bosgrenzen aangeven. Het bos wordt doorsneden door een holle weg.

Motivatie van de afbakening

Op het grondgebied van Ninove betreft het de vallei met meersengebied in de omgeving van Pollare dorp en Appelterre-Eichem met inbegrip van de kouter aansluitend bij de Wildermolen. De bebouwingskernen zonder erfgoedwaarde werden in de mate van het mogelijke uitgesloten. Pollare en de hoeve Hof ter Eichem zijn beschermd als dorpsgezicht en werden wel opgenomen. Op het grondgebied van Geraardsbergen betreft het de vallei met meersengebied in de omgeving van Zandbergen, Grimminge en Idegem en het broekgebied de Nuchten in Idegem. Bij de afbakening werden delen van de historische bebouwingskernen met bouwkundig waardevolle gebouwen mee opgenomen binnen de afbakening, evenals de abdijsite Beaupré te Grimminge en de site rond het Hof van Lier te Zandbergen. Hier werd ook een deel van de zuidelijke hellingen van de Dendervallei mee opgenomen. Ten zuiden van het kasteeldomein van Lalaing ligt het Geitebos met aansluitend de akkers en weilanden op de steilrand. De afbakening ligt voornamelijk op harde grenzen waarbij vooral het wegennet wordt gevolgd. De bebouwing zonder erfgoedwaarde aan de rand van deze wegen maakt geen deel uit van het afgebakende gebied. Ook bij het Geitebos volgt de grens een opeenvolging van verharde en onverharde (veld)wegen.



Waarden

wetenschappelijke waarde

Natuurlijke verruiging van historische graslanden in de Dendervallei resulteerde in moerasbosjes met dominanatie van wilg en els en natte ruigten zoals De Nuchten die gekenmerkt worden door gele lis, grote kattenstaart en moerasspirea. Dichtbij de rivier staan in de meersen waardevolle planten zoals gevlekte aronskelk, gewone sleutelbloem en bosanemoon. Het Geitebos kent een lange bosgeschiedenis wat zich vertaalt in oude bossoorten zoals daslook, bosanemoon, wilde hyacint, gewone salomonszegel, wilde kamperfoelie en kleine maagdenpalm. Een groot deel van de Dendermeersen is onafgebroken in gebruik geweest als grasland. In deze percelen domineert historisch permanent grasland wat zich uit in kenmerkende vegetatietypes zoals dottergrasland, kamgrasland en grote zeggenvegetaties.

ruimtelijk-structurerende waarde

De gekanaliseerde Dender werkt als visuele grens sterk structurerend in het landschap. Van in de Dendervallei is de steilrand ook duidelijk zichtbaar. De riviervallei en de steilrand zijn bepalend geweest voor de dorpsontwikkeling en de uitbouw van het wegennet. Langs de Dender werden op strategische locaties ook versterkte sites opgericht zoals het Ridderhof en het Hof van Wedergrate. Het beperkt aantal doorsteken tussen de beide oevers versterkt de impact van de rivier als belangrijke landschapsvormende factor en landschappelijke grens.

industrieel-archeologische waarde

De Dender speelde een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van de Denderstreek. Het huidig uitzicht van de rivier is het resultaat van het herhaaldelijk rechttrekken en kanaliseren in het verleden om de bevaarbaarheid te optimaliseren. In het moerasbos De Nuchten in een oude Dendermeander liggen nog talrijke slootjes die getuigen van de pogingen om dit gebied in het verleden te ontwateren en in cultuur te brengen. Kleine plassen zijn relicten van turfwinning voor eigen gebruik in dit gebied. In het Geitebos herinneren kleine kraters en enkele groeven aan zandsteenuitbating in de 18de eeuw in functie van lokale bouwprojecten. De populierenbosjes in de vallei illustreren het belang van de Denderstreek voor de luciferindustrie rondom Ninove tijdens de 19de en 20ste eeuw.

historische waarde

Het gebied omvat een deel van de historische Dendermeersen die werden ingericht in de overstromingsvlakte van de rivier. De talrijke percelen historisch permanent grasland, de meerstoponiemen en het slotennetwerk met knotwilgenrijen vormen relicten van het landgebruik in het verleden. Deze meersen maken deel uit van het historisch cultuurlandschap met op de hogere en droge gronden de dorpen en open kouters zoals de Wilderkouter en het netwerk van onverharde (voet)wegen en holle wegen. De dorpen op de steilrand langs de Dendervallei tellen een rijke verzameling aan waardevol bouwkundig erfgoed dat grotendeels in zijn historische context bewaard is gebleven. In Zandbergen zijn zowel de middeleeuwse motte als de latere kasteelsite van Lalaing nog aanwezig. Van het abdijdomein van Beaupré is de oorspronkelijke configuratie met een deel van de grachtenstructuur nog duidelijk herkenbaar. Het Geitebos is een relict van het historische Kolenwoud waar steile taluds en houtwallen nog de oude bosgrenzen aanduiden. De Dender is sinds de 13de eeuw een belangrijke handels- en transportlijn en werd herhaaldelijk rechtgetrokken en uiteindelijk volledig gekanaliseerd in functie van een betere bevaarbaarheid. De oorspronkelijke meanderende Dender is nog herkenbaar in de contour van een aantal afgesneden meanders.

esthetische waarde

De Dendervallei is een afwisselend landschap met een aaneenschakeling van open weide- en hooilanden omzoomd door knotwilgenrijen afgewisseld met percelen populierenbos. Vanop het jaagpad langs de Dender is dit gevarieerde landschap goed zichtbaar. Het hoogteverschil tussen de lagergelegen vallei en de steilrand is duidelijk zichtbaar. De grote Wilderkouter bij Appelterre-Eichem biedt unieke zichten op de vallei en de hoger gelegen dorpskernen.

archeologische waarde

Bij de kanalisatiewerken aan de Dender kwam herhaaldelijke Romeins materiaal aan het licht wat de aantrekkingskracht van de rivier op de mens in het verleden bevestigt. Langs de Dender liggen nog relicten van sites met walgracht die op strategische locaties bij de rivier werden ingeplant. In Zandbergen ligt in een meanderbocht de castrale motte met ringgracht van het Hof van Wedergrate, de 13de-eeuwse voorloper van het kasteel de Lalaing. Vlakbij de Denderbrug in Pollare ligt de verdwenen site van het middeleeuwse Ridderhof. Een landbouwweg volgt de afgesneden meander die langs drie zijden de burcht omsloot. De locatie van de oorspronkelijke parochiekerk van Pollare op de rechteroever van de Dender is nog herkenbaar in de percelering en het wegenpatroon. Bij het Geitebos zijn nog grachten zichtbaar van de verdwenen omwalde hoeve Dilbeek, een ontginningshoeve uit de 13de eeuw.


Aanduiding van

Is de vaststelling van

Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos

Grimminge, Idegem, Nieuwenhove, Zandbergen (Geraardsbergen), Appelterre-Eichem, Denderwindeke, Ninove, Outer, Pollare (Ninove)
De Dendervallei tussen Idegem en Ninove wordt gekenmerkt door een vrij breed meersengebied langs de rivieroevers met perceelsrandbegroeiing. De overgang van de Dendermeersen naar de beboste steile helling is een markante terreinovergang. Op de grens van het alluvium staat het kasteeldomein van de Lalaing met vierkante omwalling en beboomde toegangsdreven. Het Geitebos maakte ooit deel uit van het Kolenwoud en telt nog steile taluds en houtwallen die de oude bosgrenzen aanduiden. Het gebied De Nuchten vormt een aaneengesloten moerasbos in een oude meander met relicten van turfputten. Nederzettingen, zoals Grimmige, Pollare en Idegem, liggen net buiten het alluvium. De voormalige Cisterciënzenabdij van Beaupré was afhankelijk van de abdij van Clairvaux en bestaat uit een deels omwald en ommuurd complex met monumentaal poortgebouw.

Is de omvattende vaststelling van

Knotes als hoekboom

Roost (Ninove)
In het gehucht Flierendries leidt een zijweg doorheen de meersen naar de Dender. Langs de kant van deze weg staat een geknotte es aan het begin van een houtkant op een talud. Deze houtkant vormt de grens tussen een huiskavel en een perceel weiland. De knotboom werd aangeplant in de hoek van de huiskavel met als doel de eigendomsgrens te bewaken.


Losweg in de Kwaadbroeken

Pollare-Dorp, Roost (Ninove)
In het gehucht Flierendries leidt een asfaltweg naar de Dender. Voorbij het laatste huis gaat de weg over in een halfverharde weg met centraal een gekasseide strook. De weg slingert naar beneden tussen weilanden met knotbomen en populierenrijen en biedt zichten op de steilrand van de Dendervallei. Bij de Dender loopt de landbouwweg parallel met de rivier om vervolgens weer omhoog te klimmen naar Pollare-Dorp. De Ijzermanbeek wordt zo tweemaal gekruist. De weg is al aanwezig op de Villaretkaart en kruist de gemeentegrens tussen Denderwindeke en Pollare. In de 19de eeuw wordt de weg aangeduid als 'Kwaedbroeck los' in Denderwindeke en als 'Damstraat' in Pollare. De weg zorgde voor de ontsluiting van de Dendermeersen in het Kwaadbroek en maakte ontginning mogelijk.


Molenweg Wildermolen

Wilderstraat (Ninove)
Bij het station van Appelterre loopt de Wilderstraat deels parallel met de spoorlijn en leidt vervolgens naar de Wildermolen op de Wilderkouter. Bij de windmolen verandert de asfaltweg in een half verharde weg met grind die tussen de uitgestrekte akkers loopt en zichten biedt op de Dendervallei. Deze weg is al aanwezig op de Kabinetskaart van de Ferraris voor de oprichting van de molen circa 1800 en vormde toen een rechtstreekse verbinding tussen het centrum van Eichem en de bewoning aan de Neerstraat op de grens met het de Dendervallei.


Opgaande beuk

Sint-Kristoffelstraat (Ninove)
Het kerkhof van Pollare ligt rondom de Sint-Christoffelkerk op een helling uitkijkend over de Dender. Rechts van de ingang staat net buiten de kerkhofmuur een imposante beuk. De opgaande boom maakt deel uit van een parkje dat is aangelegd op de oorspronkelijke dries van het dorp. De beuk is mooi uitgegroeid en vormt een beeldbepalend element dat het kerkhof domineert. Op het moment van inventarisatie was de beuk stervende.


Oude Eichembaan

Oude Eichembaan (Ninove)
Van in Eichem loopt een onverharde voetweg, de Waeleweg, langs de valleirand naar het noordoosten. De voetweg kruist de Eichembeek en loopt tussen uitgestrekte akkers en gaat over in de Wildemeersweg. Voorbij de Spoorwegstraat is de weg verhard met betonplaten en aangeduid als Oude Eichembaan. De voetweg leidt verder het plateau op en eindigt bij het wegenknooppunt ter hoogte van Preulegem. Deze weg wordt al afgebeeld op de Kabinetskaart van de Ferraris en vormt een historische route naar het centrum van Eichem. De voetweg vertrok bij het kruispunt met de steenweg Geraardsbergen-Ninove en liep tussen de akkers door. Deze weg vormde een alternatief voor de vaak drukke hoofdweg en bood voetverkeer een gemakkelijke doorsteekroute langs de rand van de vallei. Op de Poppkaart wordt het volledige traject aangeduid als 'Eychem weg'.


Voetwegen Pollare dorp

Pollare (Ninove)
Op de steilrand langs de Dender tussen Pollare dorp en het gehucht Neuringen ligt een netwerk van voetwegen die het gebied doorkruisen. De wegen zijn vaak onverhard, soms deels verhard, en bieden ruime zichten op de omringende akkers en de Dendervallei. Waar de voetwegen elkaar of andere wegen kruisen, staan vaak kleine veldkapellen. De wegen en paden zijn al aanwezig op de 18de-eeuwse kaarten als verbinding tussen de verschillende gehuchten en grote boerderijen en liepen vaak dwars over de grote dorpsakkers.

Andere relaties

Wordt opgevolgd door

Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos

Grimminge, Idegem, Nieuwenhove, Zandbergen (Geraardsbergen), Appelterre-Eichem, Denderwindeke, Ninove, Outer, Pollare (Ninove)


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.