Beschrijving
Deze bescherming betrof de Emmerbaggermolen B1.
Deze voorlopige bescherming verliep op 4 februari 2020. De geldigheidsduur van de voorlopige bescherming werd op 25 oktober 2019 verlengd met drie maanden, maar niet opgevolgd door een definitieve bescherming.
Waarden
De Emmerbaggermolen B1 was beschermd als varend erfgoed omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
De emmerbaggermolen was een uitvinding die in de achttiende eeuw vorm aannam. Door de inzet van de stoommachine in het midden van de negentiende eeuw werd het een effectief baggervaartuig. De techniek werd in de haven van Antwerpen toegepast tot aan het begin van de eenentwintigste eeuw. De haven van Antwerpen die voortdurend werd uitgebreid moest vervolgens op diepte worden gehouden. Daarvoor werden diverse werktuigen ingezet, waaronder emmerbaggermolens. De emmerbaggermolen werd grotendeels vervangen door andere technologieƫn, waarvan de sleephopperzuiger de bekendste is. De emmerbaggermolen B1 uit 1972 is de enige overblijvende emmerbaggermolen in Antwerpen en is zeldzaam in Vlaanderen. De baggermolen werd door het Gemeentelijke Havenbedrijf Antwerpen tot 2015 ingezet voor het uitbaggeren van de haven van Antwerpen. De emmerbaggermolen B1 is een getuige van de voortdurende inzet van de stad Antwerpen om de haven te ontwikkelen en op diepte te houden.
industrieel-archeologische waarde
De emmerbaggermolen B1 is een vaartuig dat stalen emmers van 700 liter met een ladder laat zakken om de bodem van de havendokken in Antwerpen af te graven. Het is een zeldzaam voorbeeld van deze techniek die in de achttiende en negentiende eeuw tot stand kwam en in de twintigste eeuw werd geperfectioneerd. De ketting en de lieren worden door een dieselelektrisch systeem aangedreven. De drie ABC-dieselmotoren wekken via de generatoren elektriciteit op. De ketting met de emmers loopt over de hoofdbok naar de ladderlierbok. De lier van de ladderlierbok laat de ladder zakken tot op een diepte van 18 meter. Indien gebruik wordt gemaakt van de hulpladder kan er tot op 22 meter diepte worden gebaggerd. In de bak waarop het werktuig rust, is een lange bun voorzien waartussen de bemanning de ladder kan optrekken of laten zakken. Bovenaan de hoofdbok kieperen de emmers over de vijfkantige tuimelaar de baggerspecie in de stortwagen. Via de stortgoot aan bakboord- of stuurboordzijde komt de baggerspecie in een vaartuig terecht dat vlak naast de emmerbaggermolen ligt. Op het dek zijn zes lieren aanwezig die het toelaten om met ankers en stalen draden de emmerbaggermolen te verplaatsen op de werkplek. De emmerbaggermolen B1 heeft geen eigen aandrijving en wordt door een sleepboot naar een volgende werkplek gesleept. De emmerbaggermolen B1 werd in 1972 gebouwd op de scheepswerven Sint-Pieter in Hemiksem met het bouwnummer 251. Het vaartuig is een product dat het technische kunnen van de scheepsbouw langs de Schelde illustreert.