Beschrijving
Deze bescherming betreft het gemeentehuis van Vlezenbeek met omgevende groenaanleg.
Waarden
Het gemeentehuis van Vlezenbeek met omgevende groenaanleg is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Het gemeentehuis van Vlezenbeek is een goed bewaard, representatief en herkenbaar voorbeeld van een gemeentehuis dat zich bevindt op de grens tussen het vooroorlogse voornamelijk representatieve gemeentehuis waarvan Louis Cloquet het programma neerschreef in 1898-1902 en het gemeentehuis van na de Tweede wereldoorlog met zijn de nieuwe publieksgerichte en administratieve functies. De belforttoren behoort nog tot de voorschriften van Louis Cloquet. De nieuwe vereisten voor gemeentehuizen in de tweede helft van de 20ste eeuw blijken uit enerzijds de inrichting met een uitgesproken politiek-ceremonieel deel met de gemeenteraadzaal-trouwzaal en de klokkentoren met horloge en klok en anderzijds een herkenbaar functioneel-publieksgericht deel met de lokettenzaal en de kabinetten voor de burgemeester en de gemeentesecretaris. Tot slot werd op de bovenverdieping een woning voor de conciërge ingericht.
architecturale waarde
Het goed bewaard naoorlogs gemeentehuis van Vlezenbeek werd ontworpen door de Brusselse architect Antoine Courtens tussen 1945 en 1952. Bij vergelijking met de bouwplannen blijkt dat het gemeentehuis niet wezenlijk werd verbouwd en dat bij renovaties rekening werd gehouden met het door Courtens ontworpen uitzicht.
Het oeuvre van Courtens getuigt van een grote visie op nieuwe leefkwaliteiten en de daaraan gekoppelde architecturale noden. Hij had een grote aandacht voor de inbedding van een gebouw in zijn omgeving, hier onder andere in een grasveld, en dacht als een beeldhouwer over de volumes en de vormen na. De zichten op het gemeentehuis en de relatie met de dorpskern en de nabijgelegen panden werden door Courtens bewust geanalyseerd. Die aandacht voor de omgeving blijkt uit de bewaarde context, meer bepaald de inplanting van het gemeentehuis van Vlezenbeek op het kruispunt van twee invalswegen met de meest prestigieuze gevels gericht naar het kruispunt en soberdere gevels aan de achterzijde. Toegangspaden tot de hoofdingang, garage en de ingang van de lokettenzaal werden voorzien door Courtens net als de aanplant van vier bomen in het grasveld langs het noordelijk lopend pad. Die situatie bleef bewaard.
Courtens stond erom bekend zich te richten naar de wensen van zijn opdrachtgevers. Vaak betekent dat het toevoegen van traditionele elementen aan zijn ontwerpen. Het gemeentehuis van Vlezenbeek is dan ook een representatief voorbeeld van de landelijke stijl, ook Brabantse stijl genoemd, die Courtens hanteert na de Tweede Wereldoorlog en die getuigt van een nieuwe tijdsgeest waar het individuele wonen in traditionele context aan belang wint. Het gemeentehuis van Vlezenbeek behoort daarmee tot de eerste gebouwen in landelijke traditionele stijl die Courtens ontwikkelde en die hun hoogtepunt zouden beleven met de realisatie van de tuinwijken die hij in de jaren 1955-1959 ontwierp. Stilistisch is het gemeentehuis dan ook een opvallend sleutelstuk voor het late oeuvre van Antoine Courtens. De goede bewaring van het pand zonder wezenlijke verbouwingen, met behoud van de historische interieurs, binnenschrijnwerk, torenklok en aankleding waarbij het onderscheid tussen officiële ruimten, publieksruimten en private ruimten herkenbaar is, zorgde voor een uitzonderlijk, goed herkenbaar en representatief ensemble in traditionele stijl uit de 2de helft van de 20ste eeuw.