Beschermd monument van tot heden
Brouwerij Timmermans
definitieve beschermingsbesluiten: 21-03-2019 ID: 14788
Deze bescherming als monument betreft brouwerij Timmermans met brouwerswoning, voormalige mouterij, silo’s, biermagazijnen en cultuurgoederen.
Brouwerij Timmermans met brouwerswoning, voormalige mouterij, silo’s, biermagazijnen en cultuurgoederen, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
De brouwerij is een gaaf bewaard voorbeeld van een goed uitgeruste middelgrote brouwerij met een lange geschiedenis die opklimt tot het begin van de 18de eeuw. Vooral tijdens het interbellum kende de brouwerij een grote expansie. Ook in de jaren 1950 zette deze groei zich nog voort. In de brouwerijinrichting is bijgevolg een evolutie zichtbaar van het eind van de 19de eeuw, de datering van de oudste nog bewaarde bebouwing en installaties, tot in de jaren 1950. Hierdoor illustreert de brouwerij, tot op een zeker niveau, ook de algemene evolutie naar een meer industrieel brouwproces die zich in veel Vlaamse brouwerijen na de Eerste Wereldoorlog heeft voorgedaan. De installatie van nieuwe ketels, zoals de filterkuip begin jaren 1950, is hier een voorbeeld van. Door de blijvende groei is de brouwerij ook een voorbeeld van een kleine lokale dorpsbrouwerij die uitgroeide tot een bovenlokale of regionale brouwerij. Brouwerij Timmermans is daarenboven ook de enige overgebleven middelgrote lambiekbrouwerij van deze schaal in de streek met een bewaarde historische uitrusting.
De brouwerij bleef ondanks de moderniseringen in de jaren 1950 toch deels vasthouden aan het semi-industrieel brouwproces waardoor ook delen van de oude installaties van het einde van de 19de eeuw en het interbellum in gebruik bleven. Van de oudste, eind 19de-eeuwse onderdelen zijn de fabrieksschoorsteen, de oude maalstoel en mogelijk ook de roerkuip bewaard. De installaties zijn steeds in gebruik gebleven wat er voor zorgt dat deze uitzonderlijk gaaf bewaard zijn.
De oude maalderijinrichting van de brouwerij bleef eveneens bewaard ondanks de moderniseringen. Zo bleef de traditionele maalstoel met maalstenen bewaard naast de nieuwere maalinstallatie met cilindermolen van het bedrijf Teisset-Rose-Brault (Paris). Tot het midden van de 19de eeuw gebeurde het pletten van het mout nog grotendeels met maalstenen, hierna verdrongen moutcilindermolens meer en meer de traditionele maalstoelen. De brouwerij bleef waarschijnlijk lang vasthouden aan de traditionele manier om het mout te breken daar de maalstoel op de tweede verdieping van de brouwerij staat opgesteld, een deel dat pas in het eerste kwart van de 20ste eeuw, waarschijnlijk in het interbellum, werd gebouwd. De brouwerijuitrusting van een ambachtelijke lambiekbrouwerij verschilt in wezen niet van andere ambachtelijke brouwerijen in Vlaanderen. Wat deze brouwerij wel herkenbaar maakt als typische lambiekbrouwerij is de aanwezigheid van een groot biermagazijn. De twee hier aanwezige biermagazijnen zijn belangrijk voor de ensemblewaarde van deze lambiekbrouwerij. Een groot magazijn was en is noodzakelijk om de tonnen lambiek op te slaan en wijst ook op de functie als geuzestekerij waarbij men over voldoende opslagruimte moet beschikken. De functie van de biermagazijnen is duidelijk afleesbaar aan de tonnenlift op de voormalige binnenkoer en door het gesloten karakter van de gevels. Ook de interne draagstructuur van de vloeren draagt bij tot de functie als pakhuis.
De voormalige mouterij als nevenbedrijf is niet meer aanwezig maar hiervan zijn wel nog sporen zichtbaar in de huidige ontvangstruimtes, oorspronkelijk de kiemvloeren, en bij de cultuurgoederen. De aanwezigheid van een eigen mouterij is typerend voor de dorpsbrouwerij tot begin 20ste eeuw, waarbij de brouwer zelf instond voor het volledige productieproces van grondstof tot bier. Naast de mouterij zijn wel nog de grote silo’s bewaard.
Het brouwerijcomplex is gelegen in het centrum van de deelgemeente Itterbeek nabij de kerk en verschillende parken van voormalige landhuizen. De gemeente was net als alle naburige gemeentes in de streek ten zuidwesten van en rond Brussel gekend om zijn variatie aan klein- en middelgrote lambiekbrouwerijen. De meeste van deze brouwerijen ontstonden als nevenactiviteit bij een hoeve. Ook brouwerij Timmermans ontwikkelde zich vanuit een hoeve-brouwerij met herberg, waarbij het bierbrouwen waarschijnlijk een nevenactiviteit was tijdens de wintermaanden. De hoeveactiviteiten werden hierna geleidelijk afgebouwd ten voordele van de brouwactiviteiten.
In tegenstelling tot een aantal kleine ambachtelijke brouwerijen is brouwerij Timmermans een voorbeeld van een middelgrote, bovenlokale brouwerij, in een dorpscentrum met bewaarde historische inrichting opklimmend tot eind 19de eeuw. De combinatie van een bewaarde brouwerswoning, volledig uitgeruste brouwerij en bijhorende dienstgebouwen zorgen ervoor dat het geheel een hoge ensemblewaarde heeft. De brouwerij is nog steeds in gebruik, als één van de oudste lambiekbrouwerijen.
Kenmerkend voor lambiekbrouwerijen is het grote volume van het pakhuis, dat nodig was voor de opslag van de tonnen. Deze lambiekbrouwerijen hielden zich ook bezig met het steken van geuze waarbij ook voldoende ruimte noodzakelijk was voor de opslag van lambiek om geuze mee te maken.
De gevel van het brouwerijcomplex is beeldbepalend voor het dorpscentrum van Itterbeek in de Kerkstraat. Architecturaal is vooral de brouwerswoning uit het interbellum naar ontwerp van architect Sylvain Raemdonck (Brussel) een gaaf bewaard voorbeeld van een rijker uitgewerkt burgerhuis met Art Deco invloeden. Met de bouw van deze woning wou de brouwersfamilie haar verworven rijkdom in Itterbeek etaleren. Deze rijkdom is zichtbaar in de rijkelijk uitgewerkte inkom en representatieve ruimtes op de begane grond. Ook de bewaarde dubbele circulatie met diensttrap en hoofdtrap duidt op de status van de bewoners. Verder heeft de woning een verzorgd decoratief uitgewerkte gevel met bewaard schrijnwerk met glas in lood en ook het rijk uitgewerkt interieur is gaaf bewaard.
Architect Raemdonck ontwierp in de jaren 1920 ook de nieuwe brouwerswoning van brouwerij Eylenbosch langs de Ninoofsesteenweg in Dilbeek. Deze eclectische woning met zijn verspringende gevelvlakken, erker, klokgevel en uitgewerkt portaal, sluit qua stijl helemaal aan bij de woning van Brouwerij Timmermans. Van Raemdonck zijn er voorlopig niet meer ontwerpen bekend in Vlaanderen. Hij zal waarschijnlijk voor gegoede burgers in Brussel en de gemeenten in de nabije rand rond de hoofdstad gebouwd hebben.
Door de verschillende bouwfases en uitbreidingen zijn de bedrijfsgebouwen ook architecturaal interessant. Men krijgt immers een beeld van de eind 19de-eeuwse nijverheidsgebouwen, waaronder de brouwerij, tot de later tijdens het interbellum opgetrokken of verbouwde gebouwen zoals de biermagazijnen en silo’s. Al blijven in zowat alle bedrijfsgebouwen de 19de-eeuwse structurele elementen, zoals troggewelven tussen I-liggers steunend op gietijzeren kolommen, behouden. Uit waarschijnlijk praktische overwegingen werden de silo’s gebouwd in een combinatie van betonnen structuren en elementen in Performa keramische stenen. Het exterieur van de bedrijfsgebouwen is sober en puur functioneel gehouden.
Kerkstraat 11 (Dilbeek)
Eind 19de-eeuws brouwerijcomplex met aanpassingen uit verschillende perioden, bewaarde installaties en een woonhuis uit het interbellum, gelegen in het centrum van het dorp, ten westen van de kerk. Heden geuze- en lambiekbrouwerij Timmermans.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij Timmermans [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113498 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.