De architectenwoning Daemers met tuin is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
De eigen woning van architect Antoon Daemers, gebouwd in 1977 in Sint-Denijs-Westrem bij Gent, wordt gekenmerkt door een hoge herkenbaarheid. Ontworpen na een grondige terreinstudie, getuigt de woning van een inplanting en oriëntatie met afweging van de omgevingsfactoren, en van het behoud van het oorspronkelijk concept met een organische planindeling rondom een centrale, cirkelvormige zithoek die afleesbaar is in het exterieur. Het interieurontwerp kwam tot stand in dialoog met interieurontwerper Jos De Mey. De woning is vrij gaaf bewaard. De algemene vormgeving en het contrast tussen de centrale cilindervorm van de zithoek en de omliggende functies, ondergebracht in strakke, verspringende volumes, wordt versterkt door het weloverwogen materiaalgebruik en de kleurstelling, voornamelijk de combinatie van zichtbaar en wit geschilderd baksteenmetselwerk en donker houten schrijnwerk. De afwerking en gebruikte materialen in het leefgedeelte realiseren een dialoog tussen binnen en buiten. De ensemblewaarde wordt versterkt door de aanwezigheid van vast meubilair naar eigen ontwerp van de architect.
Architectenwoning Daemers is een representatief voorbeeld van het moderne naoorlogse wonen, weliswaar gekenmerkt door een bijzondere planindeling en vorm. De keuze voor de cirkelvormige zithoek in het hart van de woning, werd beïnvloed door een vertelhoekje bij de bibliotheek van Turnhout in Cultuur- en ontmoetingscentrum De Warande (architecten P. Schoeters, C. Vanhout en E. Wauters, 1967-1977), dat Daemers had gezien. Beide ontwerpen vertonen echter bijkomende gelijkenissen qua algemeen karakter en stilistische keuzes. De architectenwoning van Daemers getuigt van een moderne vormgeving die in hoofdzaak is aangepast aan de omgeving en ten dienste staat van het gezinsleven dat erin gehuisvest wordt. De relatieve geslotenheid van de woning naar de straat verlegt de aandacht naar het wonen zelf, met nadruk op gezelligheid en warmte, toch met behoud van contact met de tuin, veruitwendigd door de aanwezige buitendeuren en door de transparantie in de oostgevel, en de terrassen en buitenbarbecue aan de westzijde. Daemers’ woning is daarnaast representatief voor de typologie van architectenwoningen, aangezien het tot heden de kenmerkende functies bewaart, namelijk een bureau in het ontvangstgedeelte en een atelier met archief in het privaat gedeelte.
De architectenwoning vormt een uitzonderlijk voorbeeld binnen het oeuvre van de architect. Dit oeuvre is erg omvangrijk, maar voor zover bekend relatief doorsnee en aangepast aan de wensen van opdrachtgevers. Bij zijn eigen woning had hij echter volledige vrijheid en koos hij resoluut voor een vooruitstrevende staalconstructie, die werd ingekapseld in traditioneel metselwerk en die flexibiliteit toeliet voor het toekomstig gebruik van de woning. De architectenwoning kan gezien worden als een moment van synthese, een totaalkunstwerk waarin Daemers zijn woonidealen zuiver vorm kon geven en waarin onbewuste invloeden werden geaccumuleerd.