Beschermd monument van tot ( voorlopige bescherming verlopen)
Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand met cultuurgoederen
besluiten tot termijnverlenging: 03-01-2020 ID: 14902
Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand met cultuurgoederen
voorlopige beschermingsbesluiten: 05-04-2019 ID: 14795
Deze bescherming betrof de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand, met inbegrip van cultuurgoederen.
Deze voorlopige bescherming werd verlengd bij ministerieel besluit van 3 januari 2020. Deze verlenging verliep op 9 april 2020, en werd niet gevolgd door een definitieve bescherming.
De parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand, met inbegrip van cultuurgoederen, was beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
De Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand bevindt zich op de breuklijn gevormd door het Tweede Vaticaans Concilie, dat een kantelpunt vormt in de traditie van de kerkelijke architectuur. Zij is de getuige van een nieuwe kerkelijke realiteit die sinds 1965 en tot vandaag doorwerkt. In oktober 1962 roept paus Johannes XXIII ruim 2.500 bisschoppen samen om het Tweede Vaticaans Concilie te starten. Doel was het zogenaamde aggiornamento: men wilde de Kerk terug bij de tijd brengen door verandering en vernieuwing. Concreet was het de bedoeling om het geloof terug aan de gelovigen te geven en een actieve deelname te bekomen. Dit had een zeer grote impact op de architectuur van het kerkgebouw: zichtbaarheid werd hoog in het vaandel gedragen, de kerk moest laagdrempelig worden en soberheid kwam centraal te staan. Ontworpen in 1964 en gebouwd in 1966-1968 behoort de Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand tot de eerste generatie kerkgebouwen, die na het Tweede Vaticaans Concilie tot stand kwam. Het gebouw staat model voor de zoektocht naar een nieuw type kerk, aangepast aan de veranderde liturgische vereisten die door het Tweede Vaticaans Concilie werden geformuleerd. Het concept van de gemeenschapskerk komt enerzijds tot uiting in de plattegrond van de eigenlijke kerkruimte, opgevat als een auditorium met hellende vloer en onbelemmerd zicht op het centraal ingeplante altaar, zonder koorafsluiting. Anderzijds is het programma van de kerk opgevat als een parochiaal ontmoetings- en educatiecentrum, met specifieke ruimten voor informele contacten en catechese-onderricht. Tenslotte vertoont de kerk de functionele opsplitsing in de grote kerkruimte voor de collectieve en een verstilde devotiekapel voor de individuele geloofsbeleving.
De Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand behoort tot de meest vooruitstrevende voorbeelden van naoorlogse kerkelijke architectuur in België. De naoorlogse periode is het toneel van verhitte debatten over hoe de nieuwe religieuze architectuur vorm moet krijgen. Aan de ene kant is er een duidelijke voorkeur voor een terugkeer naar de vooroorlogse traditie, die tijdens de jaren 1950 de dominante factor blijft. Aan de andere kant van het spectrum tekent zich een drang af naar een compleet nieuwe vormentaal, die zich afzet tegen de traditie en de moderniteit omarmt. Het is met de bouw van kapel Notre-Dame du Haut in Ronchamp (1951-1955) naar ontwerp van Le Corbusier dat de weg geëffend wordt voor een nieuwe naoorlogse religieuze architectuur. De parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand is exemplarisch voor deze evolutie tijdens de jaren 1960. De logische planopbouw en het sober interieur komen tegemoet aan de voorschriften van het Tweede Vaticaans Concilie. De lichtwerking met de omlopende glasstrook, de overstekende klokkenstoel op het dak, en de markante vorm van de devotiekapel opgebouwd uit een kubus en piramide, zijn ontleend aan het door Le Corbusier ontworpen klooster Sainte-Marie de La Tourette in Éveux (1960), dat in de jaren 1960 internationaal navolging kreeg. Klokkenstoel en devotiekapel kunnen zelfs als letterlijke citaten geïnterpreteerd worden.
De Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand is representatief voor het brutalisme. Ondanks zijn beperkte productie geldt Alfons Hoppenbrouwers als één van de belangrijke vertegenwoordigers van het brutalisme in België. Deze positie heeft hij vooral te danken aan de iconische rol die het ontmoetingscentrum “Westrand” in Dilbeek uit 1968-1973 in het naoorlogse architectuurlandschap vervult. De parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand wordt gekenmerkt door ruimtelijke helderheid, economie van materialen en middelen en constructieve logica. Tot zijn uiterste consequentie doorgedreven, creëert Hoppenbrouwers uit louter machinale baksteen en zichtbeton, een architectuur van tactiele ruwheid en elementaire soberheid. Het zichtbeton dat de sporen van de bekisting uit geschaafd grenen draagt is niet alleen toegepast voor de constructieve onderdelen, maar eveneens voor de uiterst spaarzame inrichting.
De Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand behoort tot de belangrijkste realisaties van Alfons Hoppenbrouwers, die slechts een beperkt architecturaal oeuvre naliet, om zich vooral te concentreren op zijn onderwijsopdracht aan Sint-Lukas. Tot zijn oeuvre uit de jaren 1960 en 1970 behoren een reeks modernistische en brutalistische woningen, zowel rij- als landhuizen in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg, die zich voegen naar de context van de naoorlogse residentiële verkaveling. Op grotere schaal brengt hij in deze periode ook beperkt aantal openbare gebouwen tot stand, waaronder het ontmoetingscentrum “Westrand”, een van de meest oorspronkelijke en vooruitstrevende cultuurcentra in Vlaanderen. De Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand is dan weer het enige kerkgebouw dat Hoppenbrouwers tot stand bracht. Beide gebouwen onderscheiden zich op architecturaal vlak door een compromisloos brutalisme met een sculpturale volumetrie vertaald in baksteen en zichtbeton. Door hun typologie en publieke karakter vertolken beide gebouwen de visie van Hoppenbrouwers op de roeping van de architect: een katalysator die de wensen van het volk aanhoort en ze vormgeeft, een maker van kunst vanuit een democratische ingesteldheid. Zowel “Westrand” als de Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand beantwoorden aan de structuur van een kleine stad, een plaats van ontmoeting met binnenstraten en -pleinen. Verondersteld mag worden dat de architectuurpedagoog Hoppenbrouwers met de brutalistische Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand, zijn ideaal model van de postconciliaire huis- en gemeenschapskerk vorm gegeven heeft.
De Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand beantwoordt aan het concept totaalkunstwerk. Alfons Hoppenbrouwers ontwierp de architectuur, het interieur en het meubilair van het kerkgebouw als een ondeelbare eenheid. Alle onderdelen staan zowel vormelijk als wat verhoudingen en materialen betreft in harmonie tot elkaar, sturen de ruimtelijke beleving, en dienen de liturgische handelingen van de eucharistieviering. Dit concept bleef tot op vandaag intact bewaard. Het vaste meubilair dat de structuur van de kerkruimte bepaalt, bestaat uitsluitend uit vaste onderdelen uit beton, graniet of metselwerk, die integraal deel uitmaken van het architecturale concept. De open middenas van de kerkruimte wordt aan de oostzijde bepaald door het altaarpodium met tabernakel. Aan de westzijde omlijsten het orgeldoksaal, het ingekaste orgelklavier en de doopvont, het middenportaal. Bij beide zijportalen bevindt zich een wijwatervat, en tegen de noord- en zuidwand leunen de biechtstoelen aan, uitgewerkt als blinde aedicula. Aan weerszij van de middenas zijn telkens in drie blokken de kerkbanken ‘face to face’ gegroepeerd, bestaande uit parallelle betonnen balken waarop multiplex zitjes. De kerk kenmerkt zich door een minimum aan ornamentiek, een uitermate sober, geïntegreerd meubilair, uit robuuste, eenvoudige materialen, volledig in de lijn van de betrachtingen van het Tweede Vaticaans Concilie.
Het enige kunstwerk dat Hoppenbrouwers is zijn minimalistisch architectuurconcept toelaat, is het monumentale kruis door de beeldhouwer Jean-Paul Laenen (Mechelen, 1931-2013). Zelf uitgesproken architecturaal van opzet en constructivistisch vormgegeven tot een ruimtelijk abstracte structuur, vormt dit liturgische kunstwerk letterlijk het middelpunt van de kerk. Driedimensionaal van opzet, met een aan de vorm gerelateerde kleurstelling, bepaalt het kruis op dwingende wijze en vanuit alle richtingen het perspectief van de kerkruimte. Dit concept is representatief voor het oeuvre van de kunstenaar, die er in zijn monumentale ontwerpen als een ‘neokubist’ of ‘neoconstructivist’ naar streeft de ruimte te herordenen en de blik van de toeschouwer te sturen. Met dit kruis toont Jean-Paul Laenen zich een partner en gelijke van Alfons Hoppenbrouwers in het concept van de kerk, die de architectuur complementeert vanuit de visie van de kunstenaar.
Merksemsesteenweg 38 (Antwerpen)
Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand, gebouwd in brutalistische stijl naar ontwerp van ingenieur-architect Alfons Hoppenbrouwers uit 1965 en uitgevoerd tussen 1966-1968, naast de bestaande kerk naar ontwerp van Jef Huygh.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113503 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.