Beschrijving
Deze bescherming betreft de handschoenwinkel Ganterie A. Boon, met inbegrip van cultuurgoederen.
Waarden
De handschoenwinkel ganterie A. Boon, met inbegrip van cultuurgoederen, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
De handschoenenzaak gekend als Ganterie A. Boon uit het begin van de 20ste eeuw is een betekenisvolle historische getuige van een familiale kleinhandel in de Antwerpse binnenstad. De aanwezigheid van een familiezaak met eenzelfde winkelfunctie op dezelfde locatie is vrij uitzonderlijk.
De voorgeschiedenis van het huis gaat terug tot het einde van de 19de eeuw, wanneer een handschoenenzaak “Maisin T. Ghianda” door Italiaanse broers in een achterliggend pand in de Kammenstraat werd opgericht en nadien uitgebreid met twee winkelhuizen in de Lombardenvest. Een strategische beslissing gezien deze wijk in het historische stadscentrum rond de eeuwwisseling gekend was voor zijn groot- en detailhandel van mode, kledij en aanverwante accessoires. Het bedrijf werd in het begin van de 20ste eeuw overgenomen door Arthur Boon die de huisnaam wijzigde in de naar hem vernoemde Ganterie A. Boon en de bestaande gebouwen verving door een fraai woonwinkelhuis in art-decostijl naar een ontwerp van architect Bollekens van 1929. De ontwikkeling en de oprichting van groothandelszaken na de Eerste Wereldoorlog in de buurt, waaronder het warenhuis Vaxelaire-Claes in art-decostijl, hebben zaakvoerder Arthur Boon wellicht geïnspireerd.
De Ganterie A. Boon is eveneens illustratief voor de historische ontwikkeling die de bebouwing in dit stadsdeel doormaakte. De handschoenenzaak is gesitueerd in een zone die reeds bij de stadsvergroting in het begin van de 14de eeuw ontwikkeld werd en opgenomen in het stadsweefsel. In de 16de eeuw was dit stadsdeel reeds sterk versteend. De in de Ganterie A. Boon nog steeds aanwezige 16de-eeuwse kelders met tonggewelf van de twee, voor het woonwinkelhuis afgebroken, panden zijn hier waardevolle en blijvende getuigen van.
architecturale waarde
Arthur Boons handschoenenzaak is een gaaf bewaard en representatief voorbeeld van een woonwinkelhuis in Antwerpen uit het begin van de 20ste eeuw dat gerealiseerd werd in art-decostijl. Het werd in 1929 ontworpen door de Antwerpse architect François Bollekens in opdracht van zaakvoerder Arthur Boon, overnemer van het “Maison T. Ghianda”. De nieuwbouw verving twee in kern minstens tot de 16de eeuw opklimmende winkelpanden, waarvan de tongewelfde kelders in de nieuwbouw geïntegreerd werden.
De handschoenenzaak behoort tot een van de laatst gekende realisaties van architect Bollekens. Binnen zijn oeuvre is dit een uitzonderlijk ontwerp in art-decostijl. De bewuste keuze voor een totaalproject voor exterieur en interieur maakt dit woonwinkelhuis architecturaal betekenisvol.
De Ganterie A. Boon behoorde tot het luxesegment en geldt als een representatief winkeltype dat voornamelijk voorkwam in grootstedelijke context. Met de vrij specifieke koopwaar werd er gemikt op een begoed cliënteel. De buitenarchitectuur en de winkelinrichting dienden de functie en exclusiviteit van de zaak te visualiseren. Dit werd bewerkstelligd door de verzorgde art-decovormgeving maar ook door de kwaliteitsvolle materialen voor zowel de bovenbouw, de winkelpui als het winkelinterieur. Het decoratief houtwerk, de verdiepte inkom, de opschriften in de etalage, de winkelaankleding veruitwendigden de kwaliteit van het aanbod en verhoogden het vertrouwen.
De Ganterie van Arthur Boon is ook exemplarisch voor de evolutie en schaalvergroting die winkels in stedelijke centra in de 19de tot en met begin 20ste eeuw doormaakten. De karakteristieke trapgeveltoppen van de 16de-eeuwse voorlopers van de Ganterie in de Lombardenvest waren eerst omgevormd tot klassiekere lijstgevels. De kenmerkende ‘kassen’ of kleinere uitstalramen van deze woonwinkelhuizen evolueerden naar steeds grotere winkelramen. Tenslotte werden de twee smalle rijhuizen vervangen door één grotere nieuwbouw met volwaardige winkelpui als sluitstuk in deze evolutie.
Het oorspronkelijke en intact behouden winkelinterieur wordt gedomineerd door de omlopende wandhoge lambriseringen met stilistisch bijhorende toonbanken en centraal een verdiepte alkoof met betaalmogelijkheid. Traditioneel was er een strikte scheiding tussen de publieke winkelruimte en het private woongedeelte. Architect Bollekens paste dit ook in het ontwerp voor Arthur Boon toe. De interne circulatie naar de historische kelders en de hogergelegen privévertrekken wordt in de Ganterie georganiseerd vanuit de smalle traphal verstopt achter de wandhoge lambrisering en is totaal niet zichtbaar voor het cliënteel. De traphal, bovenkamers en gangen hebben per niveau een stijlvolle aankleding gekregen, zoals gebruikelijk was in de burgerwoningbouw, met decoratieve elementen ontleend aan de art deco en andere neostijlen. Het functionele ruimtegebruik en de optische vergroting door de plaatsing van spiegels, in de winkel en op bovenverdiepingen, versterken de architecturale waarde en illustreren daarbij de vakkennis van de bouwmeester.
artistieke waarde
Het geheel van het exterieur en het interieur van de Ganterie A. Boon heeft een hoge ensemble- en artistieke waarde. De stijlkeuze voor de art deco voor de buitenafwerking werd doorgetrokken tot in het winkelinterieur en een aantal privévertrekken en overal met dezelfde verfijning uitgevoerd.
De zorg waarmee tal van decoratieve elementen zijn uitgewerkt in de door François Bollekens ontworpen voorgevel en binneninrichting, is representatief voor het grote artistieke talent van de bouwmeester alsook voor het vakmanschap van de ambachtslui.
De uitvoering van het winkelinterieur wordt toegeschreven aan de schrijnwerkerij Bollekens Frères dat in 1858 onder meer door de vader van de architect was opgericht. Vanaf zijn ontstaan was het bedrijf bekend voor zijn hoogwaardige producten. De artistieke kwaliteiten van deze uitvoerders blijken uit de detaillering, de keuze voor zeer duurzaam houtwerk, de doorgedreven afstemming van decoratieve motieven voor de wandafwerking, vitrines en toonbanken. Door de onderlinge relatie tussen wandafwerking, meubilair, opbergdozen, tegelvloer, plafondafwerking, verlichting en bijhorende armaturen getuigt dit 20ste-eeuwse winkelinterieur overduidelijk van een totaalconcept.
Kwaliteitsvolle toevoegingen in de jaren 1950 van onder meer twee luchters, doen geen afbreuk aan het oorspronkelijke winkelinterieur. Ze illustreren het voortdurende gebruik van de Ganterie en de aanpassing aan nieuwe noden.