Beschermd monument

Wederopbouwhoeve Oosthof

Beschermd monument van tot ( voorlopige bescherming)

De rechtsgeldigheid van dit aanduidingsobject is niet meer actueel.
ID
113551
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113551

Besluiten

Wederopbouwhoeve Oosthof
voorlopige beschermingsbesluiten: 15-05-2019  ID: 14835

Beschrijving

Deze bescherming betreft de wederopbouwhoeve Oosthof, omvattende het hoeve-erf met het boerenhuis met twee opkamers, het aan het boerenhuis aanpalende langgestrekte stalvolume het schuurvolume met hangar en stal, het wagenhuisvolume, de grachtrestanten en aansluitende graslanden met microreliëf.



Waarden

De wederopbouwhoeve Oosthof, omvattende het hoeve-erf met het boerenhuis met twee opkamers, het aan het boerenhuis aanpalende langgestrekte stalvolume het schuurvolume met hangar en stal, het wagenhuisvolume, de grachtrestanten en aansluitende graslanden met microreliëf, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:

culturele waarde

Als een wederopbouwhoeve van na de Eerste Wereldoorlog bezit de hoeve ‘Oosthof’ culturele waarde. De tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoeste hoeve ‘Oosthof’ is representatief voor de omstandigheden waarin het dorp Ramskapelle de oorlog onderging. Door haar ligging op een halve kilometer ten oosten van de oude spoorweg Diksmuide - Nieuwpoort (of Frontzate) situeerde de hoeve zich – net als de dorpskom van Ramskapelle – in de volle frontzone ten westen van de IJzer. Met een volledige verwoesting als gevolg vormt de wederopbouwhoeve ‘Oosthof’ dan ook een belangrijke getuige van de Eerste Wereldoorlog, die de frontstreek jarenlang in zijn greep hield. Na de oorlog heropgebouwd op dezelfde plaats en met dezelfde configuratie als de vooroorlogse hoeve legt de wederopbouwhoeve ‘Oosthof’ tegelijkertijd ook getuigenis af van de wil en de daadkracht van de bevolking om na de oorlog de verwoeste frontstreek opnieuw in cultuur te brengen.

historische waarde

De hoeve ‘Oosthof’ lag tijdens de Eerste Wereldoorlog volop in de frontzone op amper 500 meter van de oude spoorweg Diksmuide – Nieuwpoort en werd tijdens de oorlog op enkele muurrestanten na volledig verwoest. Na de oorlog werd de hoeve op precies dezelfde locatie heropgebouwd naar een ontwerp van architect Camille Van Elslande.

De onderwaterzetting van de streek tijdens de Tweede Wereldoorlog had voor de wederopbouwgebouwen geen ingrijpende oorlogsschade tot gevolg. De hoeve ‘Oosthof’ kent echter een lange voorgeschiedenis die teruggaat tot de vroege 13de eeuw. Aan de grondslag van deze landbouwuitbating liggen de ongeveer 114 gemeten grond, die de cisterciënzerinnenabdij van Ravensberg in het Frans-Vlaamse Merckeghem reeds vóór 1227 in haar bezit had en achteraf nog in beperkte mate heeft uitgebreid. Deze landerijen in het middelland van de IJzerpolders werden voornamelijk omgeven door ingepolderde gronden van de Veurnse premonstratenzer abdij Sint-Niklaas en de Koksijdse cisterciënzer abdij Ten Duinen. In de vroege 18de eeuw werd de hoeve in belangrijke mate hersteld of herbouwd, mogelijk als gevolg van de oorlogsdestructie waartoe de diverse oorlogen van Lodewijk XIV in Veurne-Ambacht aanleiding hadden gegeven. Op het einde van de 18de eeuw werd de abdijhoeve genationaliseerd en als ‘zwart goed’ verkocht om voorgoed in private handen terecht te komen. Deze ontwikkeling droeg er wellicht toe bij dat in de loop van de eerste helft van de 19de eeuw de historische hoevenaam ‘Cense Raevensberge’ of ‘Hof van Ravensberg’ teloorging ten voordele van de huidige hoevenaam ‘Oosthof’.

architecturale waarde

Architecturaal is de hoeve ‘Oosthof’ een uitgesproken voorbeeld van rurale wederopbouwarchitectuur. Op een deel van de funderingen en enkele restanten van de opgaande muren na werd de hoeve tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest. Na de oorlog werd de hoeve wederopgebouwd naar een ontwerp van Camille Van Elslande, die in Ramskapelle eveneens de wederopbouw van de hoeves Schinkelkrans en Grote Hemme op zich nam. In hetzelfde dorp tekende hij op verzoek van ‘De Goedkoope Woning in Verwoest West-Vlaanderen’ ook de plannen voor de bouw in 1920 van vier landelijke werkmanswoningen in de Hemmestraat en in 1921 van vijf burgerwoningen in de Ramskapellestraat. In de naburige dorpen werden naar zijn ontwerp ook de hoeves Groot Westhof (1922-1924) en Klein Westhof (1922) in ’s Heerwillemskapelle (Veurne), Groene Poort (1920-1926) in Pervijze, Klein Spermalie (jaren 1920) in Schore en het landgoed Vicogne (1922-1937) in Stuivekenskerke heropgebouwd.

In zijn hoeve-ontwerpen gaf Van Elslande er de voorkeur aan om, indien er genoeg herbruikbare ruïneuze aanknopingspunten (zoals funderingen en muren) voorhanden waren, op de oorspronkelijke fundamenten te bouwen. Dit was onder meer het geval voor de hoeve ‘Oosthof’. Hij herbouwde er de vooroorlogse hoevegebouwen zoveel mogelijk op de nog bruikbare funderingen. Ook opgaande muurrestanten werden daarbij gerecupereerd. Bepalend voor het hergebruik was dat de beoogde modernisering van de hoeve daardoor niet in het gedrang kwam.

Stilistisch hanteerde Van Elslande voor de hoeve ‘Oosthof’, net als voor de meeste andere wederopbouwprojecten, een regionale vormentaal die op de Vlaamse renaissancestijl was geïnspireerd. Dit uit zich vandaag nog in de tuitgevels met aandaken en schouderstukken die niet alleen voor de zijgevels maar ook voor dakvensters zijn gebruikt, de vlechtingen in het baksteenmetselwerk, de getrapte steunberen en de korf- en segmentbogen die muuropeningen overspannen. Kenmerkend voor de wederopbouwarchitectuur is naast het typische rode baksteenmateriaal, dat bij gebrek aan recuperatiebaksteen werd aangewend, ook het veelvuldiger gebruik van gewapend beton voor vooral lateien, zolderingen, zuilen en kleine luchtgaten. Illustratief voor de modernisering van de agrarische bedrijfsvoering zijn de afscheiding van een aparte stalkeuken en de inrichting van de aanleunende koestal, die het hygiënisch onderhoud alsook de voederbedeling vergemakkelijken.

ruimtelijk-structurerende waarde

De ruimtelijk-structurerende waarde van de wederopbouwhoeve ‘Oosthof’ vertaalt zich door het behoud bij de wederopbouw van de vooroorlogse historische inplanting van de hoevegebouwen in zijn ligging te midden de polders en verbinding via een ongeveer 700 meter lange dreef, inmiddels een openbare weg, met de historische verbindingsweg Pervijze-Ramskapelle-Nieuwpoort. Bij de wederopbouw werden de restanten van funderingen en muren door architect Camille Van Elslande zoveel mogelijk in zijn architecturaal ontwerp gere-integreerd. Aan de oostzijde van het erf verrees opnieuw het boerenhuis met in het verlengde de koestal, en aan de noordzijde van het erf de schuurvleugel met paardenstal en uitgebreid met een open schuur of hangar. In het zuiden werd het erf – zoals vóór de oorlog – begrensd door een remise met varkensstal en bakhuis. Achter deze zuidvleugel verrees een eveneens nog bewaarde varkensstal. Van de historische walgracht die de polderhoeve tot in het interbellum omgaf maar nadien geleidelijk werd gedempt, is in het noordwesten nog een belangrijk restant bewaard. Ook in het microreliëf van het omgevende polderlandschap is het grachttracé nog gedeeltelijk afleesbaar.

technische waarde

De wederopbouw van de tijdens de Eerste Wereldoorlog verwoeste boerderijen bood de opportuniteit om het landbouwbedrijf te rationaliseren met bijzondere aandacht voor de hygiëne en gezondheid van mens en dier. Het hergebruik van de funderingen en muurrestanten stond het neerzetten van een moderne hoeve die ten volle beantwoordde aan de noden van een vroeg 20ste-eeuws veeteeltbedrijf, akkerbouwbedrijf of op nijverheidsgewassen gericht landbouwbedrijf, daarbij niet noodzakelijk in de weg.

Dit blijkt duidelijk uit de casus van de wederopbouwhoeve ‘Oosthof’, die op de bestaande grondvesten werd heropgebouwd. Zo werd tussen het woonhuis en de stallingen, in tegenstelling met wat voor de oorlog gebruikelijk was, met een tussenliggende stalkeuken een hygiënische buffer gecreëerd. In de koe- en paardenstallen werd meer aandacht geschonken aan het dierenwelzijn door het vee te beschermen tegen koude, warmte en regen en hen de nodige rust te verzekeren. Ook werd meer dan voorheen ingezet op een maximaal rendement door nauwlettender de verhouding tussen het product en het geconsumeerde veevoeder op te volgen. Daartoe was het belangrijk om altijd over droge, propere, goed verlichte en verluchte en van kwalijke geuren ontdane koestallen te beschikken. Daarom werden in de koe- en paarden (intussen verdwenen) kantelramen, kleine verluchtingsgaten, verluchtingsschouwen en harde, niet-poreuze bakstenen of porfierstenen vloeren voorzien. In de schuur werden in de voor- en achtergevel in functie van de verluchting chicanes ingebracht. Tot slot werd ook een gemakkelijker manier van het verzamelen van de mest nagestreefd.

Van de vier staltypes die in dit verband door Alfred Ronse en Théo Raison werden voorgehouden, werd het voor grote veestapels aanbevolen model in de koestal van de hoeve ‘Oosthof’ toegepast. Dit type voorzag centraal een voedergang, die aan beide zijden geflankeerd werd door achtereenvolgens een staanplaats met voederbak, een goot en een mestgang. Met een (inmiddels verdwenen) verschuifbare voederbak, opgehangen aan een I-profiel in de langse richting van de voedergang, werden de voederbakken links en rechts van de gang bevoorraad. De inrichting van dit zogenaamde ‘Hollandse stal’-type laat zich vandaag nog altijd in de koestal van de hoeve ‘Oosthof’ aflezen. Naast deze meer doordachte inrichting van de koestal werd op de hoeve ‘Oosthof’ ook gebruik gemaakt van nieuwe, brandveiliger bouwmaterialen voor specifieke toepassingen, zoals betongewelven van het ‘système Moyse’ voor de zolderingen van de koestal en de paardenstal. Dergelijke zolderingen lieten bovendien een veel grotere belasting toe bij het bergen van granen op de bovenliggende zolders.

archeologische waarde

Ondanks de zeer gehavende toestand van de hoeve ‘Oosthof’ en de omgevende terreinen na de Eerste Wereldoorlog behoudt de voormalige abdijhoeve een belangrijk archeologisch potentieel. Niet alleen de Eerste Wereldoorlog maar ook de vooroorlogse geschiedenis sporen heeft zijn neerslag gehad in het bodemarchief. De hoeve betreft immers een voormalige abdijhoeve van de cisterciënzer abdij van Ravensberg in het Frans-Vlaamse Merckeghem, die reeds in het begin van de 13de eeuw in Ramskapelle ongeveer 120 gemeten poldergrond in eigendom had. Van de monumentale toegangspoort, die vermoedelijk dateert van het begin van de 18de eeuw maar na de Eerste Wereldoorlog niet opnieuw werd opgetrokken, zijn de grondvesten naar alle waarschijnlijkheid nog bewaard. Van de keermuur van de op de poort aansluitende verhoogde rijweg is in het bewaarde gedeelte van de oude walgracht alvast nog een restant zichtbaar. Ook de op een restant na dichtgeslibde walgracht die het rechthoekige erf van de hoeve eeuwenlang omsloot, laat zich in depressies in het omgevende landschap nog onderscheiden. Zelfs in het huidige gebouwenbestand laat de lange ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis van het ‘Oosthof’ zich nog aflezen in de vooroorlogse muurrestanten die bij de wederopbouw werden gereintegreerd.


Aanduiding van

Is de bescherming van

Wederopbouwhoeve Oosthof

Diksmuidse Weg 11 (Nieuwpoort)
Zwaar vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de hoeve in de jaren 1920 heropgebouwd, de losse U-vormige opstelling rond een rechthoekig erf werd behouden, het restant van de walgracht gaat terug tot de late middeleeuwen.

Andere relaties

Wordt opgevolgd door

Wederopbouwhoeve Oosthof

Diksmuidse Weg 11 (Nieuwpoort)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wederopbouwhoeve Oosthof [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113551 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.