Beschrijving
Deze bescherming betreft klompenmakerij De Kimpe, omvattende het ensemble van blokstal, rookoven, vroegere klompenmakerswoning, zone voor houtopslag, gekasseid erf en lindeboom.
Waarden
De klompenmakerij De Kimpe, omvattende het ensemble van blokstal, rookoven, vroegere klompenmakerswoning, zone voor houtopslag, gekasseid erf en lindeboom, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
architecturale waarde
De voormalige klompenmakerij De Kimpe heeft in zijn totaliteit een architecturale waarde. Het behoud in situ van de blokstal, de traditioneel bijhorende zone voor houtopslag, de vroegere klompenmakerswoning en een rookoven als essentiële onderdelen van de klompenmakersinfrastructuur, maakt dit erfgoedrelict uitzonderlijk.
De bakstenen blokstal opgetrokken in 1917 is exemplarisch voor de evolutie die de klompenmakersarchitectuur doormaakte. Als vroeg 20ste-eeuwse constructie evolueerde de blokstal tot een stevigere, meer brandveilige baksteenbouw en betrof het geen houtbouw meer, maar qua voorkomen en typologie werd er teruggegrepen naar de traditionele bouwwijze en zeer herkenbare vormgeving. Alle essentiële typologische kenmerken, zoals de toepassing van een laagbouw onder overkragend zadeldak op schoren, met rechthoekige blokvensters in de zuidgerichte erfgevel en een zolderverdieping met droogzolder bleven behouden. De droogzolder, opengewerkt door middel van stijl- en regelwerk bedoeld om de klompen in open lucht te laten drogen, bleef een typerend en onmisbaar gebouwonderdeel en is ook bij de klompenmakerij van de familie De Kimpe duidelijk aanwezig en herkenbaar. Ook de binneninrichting van de vroeg 20ste-eeuwse blokstal beantwoordt aan het sober en functioneel karakter van dit ruraal erfgoed.
De aanwezigheid van de uitzonderlijk bewaarde rookoven bij de voormalige klompenmakerij De Kimpe verhoogt de representativiteit van de klompenmakerssite. Deze technische toepassing werd pas vanaf de jaren 1912 op ruimere schaal gebruikt en was overwegend een Waaslands fenomeen. Het rookprocédé bood de mogelijkheid om de klompen waterbestendiger te maken alsook om de klompen op een originele manier decoratief af te werken. Dergelijke rookovens zijn heden slechts uitzonderlijk en fragmentair bewaard, wat het Bazelse exemplaar bijzonder zeldzaam maakt.
De traditioneel bijhorende kleinschalige zone voor houtopslag situeert zich ten zuiden van het woonhuis en de vroegere blokstal. Deze zone wordt gemarkeerd door een deels verharde erf en een lindeboom vlakbij de rookoven die teruggaat tot de beginperiode van de klompenmakerij. Deze lindeboom, geplaatst als zon- en regenwerende schermbeplanting en als zeldzaam bewaarde gensterboom, is representatief voor een oud agrarisch gebruik.
De vroegere klompenmakerswoning werd in 1912 parallel aan de straat gebouwd. Typologisch is het gebouw te identificeren als een boerenarbeidershuis, exemplarisch voor de rurale architectuur. Door de schaal, de volumewerking en het stilistisch representatief materiaalgebruik, is de vroegere klompenmakerswoning beeldbepalend voor en een kenmerkend onderdeel van de vroegere klompenmakerssite. De woning typeert, markeert en buffert tegelijkertijd de naast- en achterliggende blokstal, rookoven en zone voor houtopslag.
historische waarde
De voormalige klompenmakerij De Kimpe is historisch betekenisvol als een zeldzame bewaarde materiële getuige van de klompencultuur in het Waasland. De site, gevormd door een woonhuis van 1912, een blokstal van 1917 en bijhorende rookoven en houtopslagplaats, is representatief voor een begin 20ste-eeuwse ambachtelijke huisklompenmakerij uit het Land van Waas alsook voor de ontwikkeling die deze bedrijfstak in die periode doormaakte.
Het Land van Waas ontwikkelde zich vanaf het einde van de 17de eeuw tot het centrum van de familiale klompennijverheid in Vlaanderen. Het klompenmakersambacht was overwegend een huisnijverheid en kleinschalige nevenactiviteit bij een landbouwuitbating. In het midden van de 19de eeuw evolueerde de klompenmakerij van bijberoep tot volwaardig hoofdberoep. Door de verbetering van de transportmogelijkheden, de aanwezigheid van olm en populier als grondstof, het gebrek aan grootschalige industrieën in de regio en vanwege de lage arbeidslonen, ontstonden er in die periode honderden ambachtelijke familiebedrijven met bijhorende infrastructuur. Op het einde van de 19de eeuw waren de klompenmakerijen zelfs de eerste Wase bedrijfstak die in binnen- en buitenland een afzetmarkt vond. Na een tijdelijke terugval in het begin van de 20ste eeuw kende het ambacht een exponentiële groei tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De oprichting van de klompenmakerij De Kimpe in de klompenmakersstreek bij uitstek, kaderde volledig binnen deze tweede groeifase en geldt als een uitermate representatief en zeldzaam voorbeeld van de ontwikkeling die het ambacht doormaakte.
Vanaf de jaren 1922 veroorzaakte de doorgedreven mechanisering een daling van het aantal actieve bedrijven. Dit werd in de jaren 1930 nog versterkt door de verhuis naar Nederland van tal van de Waaslandse klompenmakers om te ontsnappen aan de door Nederland opgelegde hoge invoerrechten. De afgenomen vraag naar klompen en de concurrentie met goedkopere synthetische producten betekenden in de late jaren 1940 voor vele huisklompenmakerijen het definitieve einde. Het familiebedrijf De Kimpe werd ten gevolge van de gewijzigde economische context na de Tweede Wereldoorlog eveneens stopgezet. De site bleef evenwel bewaard en is daardoor één van de zeldzame aan het klompenmakersambacht gerelateerde in situ bewaarde sites. De recente aandacht voor de immateriële klompencultuur versterkt en onderbouwt de historische waarde van de materiële component van dit zeldzaam ruraal erfgoed.