Beschrijving
Deze bescherming betreft het bruggenhoofd met Duitse bunkers van de 'Turnhoutkanalstellung'. Het betreft de archeologische en landschappelijke sporen van het bruggenhoofd, twee bunkers van het type I en twee bunkers van het type III.
Waarden
Het bruggenhoofd met Duitse bunkers Turnhoutkanalstellung is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Deze site met bunkers ten noorden van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten heeft een belangrijke historische waarde als voormalig Duits bruggenhoofd met bunkers die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden opgetrokken als onderdeel van de'Turnhoutkanalstellung'. Deze Duitse stelling, die vanaf november 1916 werd aangelegd, diende samen met de 'Hollandstellung' en de 'Nordabschmtt' ('Stellung Antwerpen') een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland op te vangen.
De 'Turnhoutkanalstellung' bestond uit een reeks bruggenhoofden aan de noordelijke zijde van het kanaal ter hoogte van strategische punten zoals bruggen. Elk bruggenhoofd bestond doorgaans uit een dubbele rij draadhindermssen in een drassig terrein, met daarachter stukken loopgraaf waarin houten en betonnen posten waren ingebouwd, evenals open mitrailleurstellingen. De stukken loopgraven waren zodanig aangelegd, dat ze elkaar zijdelings konden dekken.
Deze bruggenhoofden werden aangevuld met ondersteunende mitrailleursnesten aan de zuidelijke zijde van het kanaal, die dienden voor de verdediging van de intervallen en voor bijkomend flankeringsvuur. Ook het kanaal zelf fungeerde als hindernis. Ter hoogte van de Oude Kom in Turnhout werd het kanaal verlaten en werd in zuidoostelijke richting de 'Halve Kringstelling Turnhout' uitgebouwd, eveneens met bruggenhoofden en mitrailleursnesten. Artillerieopstellmgen vervolledigden deze Duitse verdedigingslinie.
De site betreft een goed afleesbaar ensemble van vier bunkers, die allen deel uitmaakten van een typisch bruggenhoofd langs de 'Turnhoutkanalstellung'. Dit bruggenhoofd werd opgetrokken ter hoogte van de inmiddels verdwenen Brug 3, met draadhindermssen, loopgraven, houten en betonnen wachtposten, mitrailleurstellingen en bijhorende bunkers. Hierdoor is deze site representatief voor de vele bruggenhoofden die langs de 'Turnhoutkanalstellung' werden aangelegd. Zoals bij de meeste andere bruggenhoofden van de 'Turnhoutkanalstellung' werden twee grotere bunkers van het type I aan weerszijden van het bruggenhoofd ingeplant, tegen de dijk aan de noordelijke oever. Dit type bunker, op Duitse kaarten aangeduid met 'Maschinen Gewehr Stand zugleich Unterschlupf fur 18 Manner', diende voor het onderbrengen van mitrailleurs en manschappen. Vanuit deze bunkers konden via loopgraven open mitrailleurstellingen bereikt worden, van waaruit het kanaal met flankerend vuur kon worden beschoten.
In de loopgraven aan de frontzijde van de bruggenhoofden waren wachtpostjes uit hout en beton opgetrokken. Via een observatiegleuf aan de voorzijde van de twee bewaarde betonnen postjes diende het voorliggend terrein geobserveerd te worden. Tegelijk diende een dergelijke post met een binnenruimte van nauwelijks één op anderhalve meter groot als schuilplaats voor drie man.
De historische context is belangrijk: de ligging en oriëntatie van de bunkers verwijst naar de opbouw van het bruggenhoofd aan weerszijden van de brug. Efficiënte camouflage, door het onderbrengen van de bunkers m de wal van de loopgraven, vormde hierbij een belangrijk aspect. De houten of betonnen wachtpostjes aan de frontzijde van het bruggenhoofd, evenals de open mitrailleurstellingen en de bunkers tegen de noordelijke oever van het kanaal zijn heel moeilijk te onderscheiden op luchtfoto's uit de Eerste Wereldoorlog. Niveauverschillen ter hoogte van de toegangen bij bunker 1 en rond bunker 3 zijn hoogstwaarschijnlijk terug te brengen tot de opbouw van de loopgraven en de oorspronkelijke inrichting van het bruggenhoofd.
De plaatselijke burgerbevolking was rechtstreeks betrokken bij de aanleg van de 'Turnhoutkanalstellung': voor de uitbouw werd namelijk een beroep gedaan op Duitse ondernemingen en op de al dan met verplichte hulp van de burgerbevolking. Documenten suggereren dat minimum de draadhindermssen en loopgraven van het bruggenhoofd bij Brug 3 door een Duitse firma zijn aangelegd, met de al dan met verplichte hulp van de burgerbevolking.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond er geen militair treffen plaats langs de 'Turnhoutkanalstellung'. Door de afwezigheid van Brug 3, die nu ook wel gekend is als 'de gesprongen brug', verwijzen de bunkers van het voormalige bruggenhoofd indirect naar de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Brug 3 werd namelijk tijdens de Duitse inval in België, op 10 mei 1940, samen met andere bruggen door het Belgisch leger vernietigd. Vooral in mei 1940 en tijdens de bevrijding van de regio in september 1944 werd er zwaar gevochten in de buurt van het kanaal. Brug 3 werd na de Tweede Wereldoorlog nooit meer heropgebouwd.
architecturale waarde
Net zoals in de 'Stellung Antwerpen' werd in de 'Turnhoutkanalstellung' de bunkertypologie van de 'Kaïserliche Fortifikation Antwerpen' toegepast, waardoor de bunkers als dusdanig herkenbaar zijn en dus een architecturale waarde bezitten. In de 'Turnhoutkanalstellung' komen er meer bepaald slechts drie types bunkers voor, waarvan er twee types ook terug te vinden zijn in de 'Stellung Antwerpen'. Door het gebruik van standaardontwerpen hoopte de Duitse legerleiding de bunkers sneller en efficiënter te laten optrekken.
De twee bunkers tegen de noordelijke dijk van het kanaal behoren tot het type I. Dit type betreft een rechthoekige betonnen constructie, bestaande uit twee toegangen, een gang en twee binnenruimtes. Dit type bunker komt enkel in de'Turnhoutkanalstellung'voor, waardoor deze twee bunkers representatief zijn voor dit bunkertype van de 'Kaïserliche Fortifikation Antwerpen'.
De kleine observatieposten die aan de frontzijde van het bruggenhoofd waren opgetrokken, komen wel nog voor in de 'Stellung Antwerpen'. Dit type III betreft kleine, rechthoekige constructies, met een binnenruimte van nauwelijks één op anderhalve meter groot, met een observatiegleuf aan de voorzijde, die versmalt tot een kleine opening aan de buitenzijde. De opening doorheen het dak was wellicht bedoeld voor het gebruik van een periscoop.
Om voltreffers gemakkelijker te laten afketsen, werden de randen van het dak of de hoeken en muur aan de voorzijde van beide bunkertypes schuin of gebogen afgewerkt. De profielen ter versteviging van het plafond zijn bij beide bunkertypes naar verluidt tramsporen van nabijgelegen opgebroken tramlijnen. Hiertussen waren houten planken geplaatst, die als verloren bekisting behouden werden en vandaag nog ten dele bewaard zijn. Ook andere interieur elementen, zoals ijzeren buizen of buizen uit grès, verhogen de authenticiteit van deze bunkers.
archeologische waarde
Duitse luchtfoto's uit januari 1918 en rapporten uit de eerste naoorlogse maanden maken duidelijk hoe het bruggenhoofd was opgebouwd en hoe de bunkers ingeplant waren in de loopgraven van het bruggenhoofd. Het betreft loopgraven met op regelmatige afstand traversen, die evenwijdig met de draadhindermssen waren opgetrokken, ter hoogte van de kleine observatieposten aan de frontzijde van het bruggenhoofd of ter hoogte van de twee bunkers tegen de noordelijke dijk aan weerszijden van het bruggenhoofd. Hoewel de loopgraven volgens rapporten uit 1919 bovengronds waren opgetrokken, suggereert de huidige halfondergrondse ligging van de bunkers dat hiervan nog bodemarchief moet terug te vinden zijn. Het bodemarchief kan bijgevolg meer duidelijkheid verschaffen over de opbouw van de draadversperringen en loopgrachten met de inplanting van de mitrailleurstellingen bij wijze van banketten en houten en betonnen militaire posten.
technische waarde
De bunkers hebben een technische waarde als betonnen constructies, die specifiek voor militaire doeleinden werden opgetrokken. Deze betonnen constructies met hun bouwtechnische kenmerken van zowel bovengrondse als ondergrondse aard, getuigen van het belang en de evolutie van de betonbouw in de stellingenoorlog, die de Eerste Wereldoorlog geworden was. Nooit eerder werden zo massaal betonnen verdedigingsconstructies opgetrokken als tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daar waar er in de eerste oorlogsjaren werd geïmproviseerd en geëxperimenteerd met allerlei types en toegepaste technieken in de betonbouw, evolueerde men geleidelijk naar zo sterk en efficiënt mogelijk uitgedokterde standaardontwerpen, die in sommige gevallen voor meerdere doelen konden gebruikt worden. Deze doorgedreven standaardisatie, zoals toegepast in de ‘Turnhoutkanalstellung’, zou tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog verdergezet worden bij de uitbouw van heuse bunkerstellingen, met bunkers die tot in het kleinste detail waren gestandaardiseerd.
culturele waarde
De bunkers hebben een culturele waarde als materiële getuigen van de ‘Grooten Oorlog’, die Vlaanderen jarenlang in zijn greep hield en het leven van ontelbaar veel mensen ingrijpend tekende of volledig verwoestte. De Eerste Wereldoorlog was een internationale gebeurtenis bij uitstek, waarbij het gros van Vlaanderen door een vijandelijke mogendheid werd bezet. De herinnering aan de Eerste Wereldoorlog kent nog steeds een breed maatschappelijk en internationaal draagvlak.