Beschrijving
Deze bescherming betreft de serristenvilla Muyldermans, met omliggende tuin met omheining, garage en serre.
Waarden
De serristenvilla Muyldermans, met omliggende tuin met omheining, garage en serre, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
architecturale waarde
Villa Muyldermans naar ontwerp van architect Charles Mariën (1879-1947), uit 1924 is een gaaf bewaard voorbeeld van een rijke serristenwoning. De beeldbepalende ligging op een heuvel is zeer typerend voor serristenvilla’s uit deze periode. Villa Muyldermans is hier één van de best bewaarde voorbeelden van en al zichtbaar vanop een afstand in de Edmond Vandervaerenstraat. Vanop de loggia op de eerste verdieping wordt ook het centrum van Hoeilaart overschouwd, waardoor er een visuele relatie ontstaat met de omgeving.
De villa laat het architecturale hoogtepunt zien van de serristenvilla’s in Hoeilaart en omliggende gemeenten en toont de materiële welstand van de serristen. Woning Muyldermans bevat stilistisch bijna alle elementen die eigen zijn aan de serristenwoningen uit het interbellum ontworpen of geïnspireerd door architect Charles Mariën. Waar de beschermde villa Charliers uit Overijse uit dezelfde periode eerder een prototype is van een typische woning ontworpen door Mariën, is de villa Muyldermans één van de villa’s waar Mariën zijn prototype als basis gebruikte, maar verder verrijkte met een torenvolume en een rijkere uitwerking. De villa kreeg zoals de andere serristenvilla’s uit de streek een zeer plastische uitwerking met in- en uitsprongen van erkers, loggia’s en portieken. Enkel het kenmerkend overvloedig gebruik van houtwerk werd hier niet toegepast in het portiek. Dit groot portiek werd volledig uitgewerkt in steen en een cementering. Het kenmerkende gedetailleerde en steeds zeldzamer wordende houtwerk werd wel toegepast in het uitgewerkt schrijnwerk voor de ramen en deuren en de als lamberkijn uitgewerkte kroonlijsten. De stijl die Mariën toepaste, sluit het beste aan bij de decoratieve en pittoreske stijl van de cottage.
Toch kan gesteld worden dat hij in zijn vormgeving niet vernieuwend is geweest, maar zich baseerde op de reeds gangbare stijlen uit het begin van de 20ste eeuw. Wel opmerkelijk is de concentratie van dit type woningen in de streek, waardoor ze het uitzicht van het landschap bepalen.
Net zoals de stijl van het exterieur weinig vernieuwd was, was ook de planindeling eerder traditioneel. Het plan met leefruimtes en kamers rond een centrale trappenhal en de eclectische interieurelementen zijn gaaf bewaard. Bijvoorbeeld het salon en de eetkamer, met onder andere een rijk uitgewerkt parket, stucwerk en uitgewerkte schouwmantels. De zeldzaam bewaarde schilderingen van tijdens de bouwperiode zijn hier bewaard in de trappenhal en de veranda. De volledig wandvullende muurschildering in de veranda heeft geen intrinsieke artistieke waarde, maar het is wel een bewaard voorbeeld van hoe de meeste rijke serristen hun woningen decoreerden.
Belangrijk is ook dat de woning niet op zichzelf staat maar een ensemble vormt met één bewaarde serre van het oorspronkelijke serrecomplex en de garage in bijhorende stijl ten noordwesten van de woning. Het domein wordt aan de straatzijde afgesloten door een afsluiting met balustrade.
De serre uit het interbellum is een zeldzaam geworden type dat het houten gebint van een standaard serre combineert met de gebogen vorm van de T-ijzers. De serre lijkt qua vormgeving op de verdubbeling van de typische muurserre die men sinds de tweede helft van de 19de eeuw aantreft in kasteeltuinen.
historische waarde
De bouw van de villa situeert zich in de meest welvarende periode voor Hoeilaart. Vanaf circa 1900 tot de jaren 1960 was de druiventeelt de economische hoofdactiviteit voor de gemeente en de ruimere streek ten zuidoosten van Brussel. De villa getuigt van de massale verspreiding van de druivencultuur ten zuiden van Brussel, met het interbellum als hoogtepunt.
Kenmerkend voor de serristenvilla’s is dat alles gericht is op het pronken met de nieuw verworven status van de serrist: de zichtbare zuid- en oostgevel zijn zeer rijk uitgewerkt in duurdere materialen in tegenstelling tot de soberdere noord- en westgevel. Ook in het interieur zijn de representatieve ruimtes het rijkst uitgewerkt. De materiële welstand van de bewoners, serristen, wordt ook duidelijk door de aanwezigheid van alle modern comfort uit deze periode. De aanwezige technische installaties zoals een centrale verwarming en rolluiken waren vooruitstrevend voor een gewone burger. Op de eerste verdieping was een badkamer aanwezig met ligbad en lavabo. Ondanks de aanwezigheid van centrale verwarming in de villa werd er toch nog verwarmd met kachels en leefde men er sober zonder de representatieve ruimtes dagelijks te benutten.
De serres zijn uit het landschap verdwenen maar de woning staat nog steeds op een heuvel met uitzicht over het centrum van Hoeilaart. De serristenvilla is daarom nog een getuige van de sociale en economische situatie van Hoeilaart en de omliggende gemeenten tijdens het interbellum en van zijn serristen.
De bewaarde serre herinnert aan de oorspronkelijke functie van het domein, waarmee de serristen hun rijkdom opgebouwd hadden. Door de aanwezigheid van de bewaarde serre in combinatie met een typische serristenwoning is het geheel nog herkenbaar als voormalig bedrijf voor druiventeelt. Meestal zijn de serres geheel verdwenen en zijn de omliggende gronden verkaveld. Het domein met oorspronkelijk in totaal 26 serres is aan de straat afgebakend door een afsluiting met balustrade, wat mee de rijkdom etaleert van het voormalige serristenbedrijf.