Beschrijving
De vishal naar ontwerp van architect Lucien Coppé te Diksmuide, is beschermd als monument.
Waarden
De vishal op de Vismarkt is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde, sociaal-culturele waarde
Diksmuide - reeds in de herfst van 1914 bijzonder hard beproefd tijdens de IJzerslag - is één van de drie frontsteden waarin bijna geen enkel gebouw de oorlog overleefde. Hierdoor vormt de stad een belangrijke materiële getuige van de Eerste Wereldoorlog, die de frontstreek jarenlang in zijn greep hield ten koste van honderdduizenden levens.
De in situ wederopbouw van de stad was na de enorme verwoestingen niet vanzelfsprekend, gezien de aanvankelijke scepsis hierover. Hetzelfde geldt voor het hernemen van de kronkelende Handzamevaart die aan de stadsrand aftakt met daaraan gelegen onder meer de Vismarkt. In een plan van 1916 is immers het voorstel opgenomen om de vaart recht te trekken ten voordele van een nijverheidszone.
De historiserende wederopbouw wou de getraumatiseerde bevolking haar trots teruggeven. Het pittoresk herbouwde stadscentrum, waarvan de vishal een voorbeeld vormt - in het interbellum een altijddurende tentoonstelling van oude VIaamse bouwkunde genoemd - staat dan ook in schril contrast met archiefbeelden van totale verwoesting.
Door het hoog aantal historisch vrij correcte reconstructies is achter de architectuurlaag van de wederopbouw (jaren 1920), ook de laag van de historische stadsevolutie bewaard. De vishal is weliswaar niet op de historische plaats heropgebouwd, maar refereert toch aan het historisch gegeven van de diverse markten voor een bepaald product en aan de vooroorlogse hal achter het koor van de Sint-Niklaaskerk.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Na de totale vernietiging lokt de wederopbouw hevige technische en architectuur-filosofische discussies uit, dit reeds in 1916 met het in Parijs goedgekeurde lijnrichtingsplan van de Brusselse architect Charles Patris. Niettegenstaande de omvang van de vernietiging en de suggestie om naast de puinen een nieuwe stad te bouwen, wordt in 1919 beslist tot de in situ wederopbouw, onder leiding van de regionalistische architect Jozef Viérin.
De gerealiseerde wederopbouw vloeit voort uit de afwijzing van de vooroorlogse witte stad met bepleisterde lijstgevels door stadsarchitect Jozef Viérin en de Koninklijke Commissie voor Monumenten, en van de keuze om het middeleeuwse Diksmuide te herstellen. Daarbij wordt bijna volledig de vooroorlogse perceels- en eigendomsstructuur overgenomen. De verschuiving van de vishal naar de grotere vooroorlogse Appelmarkt (de huidige Vismarkt) bewijst evenwel dat de wederopbouw ook oog heeft voor praktische en functionele aspecten. De bakstenen banken met hardstenen werkvlakken getuigen nog van de bedoelde verkoopsfunctie.
De vishal wordt in 1924 centraal op de Vismarkt gebouwd naar ontwerp van de Brugse architect Lucien Coppé, een belangrijk architect voor de Diksmuidse wederopbouw. De hal vormt een open constructie op houten, roodgeschilderde pijlers boven hardstenen sokkels. Deze hal onder leien schilddak verwijst zowel naar de vooroorlogse hal (achter het koor van de Sint-Niklaaskerk) als naar de traditionele typologie van houtconstructies voor dergelijke markthallen. De hal ontleent haar belang ook aan de uitgekiende inplanting op de zichtas vishal (zuidzijde van de Handzamevaart) - Appelmarktbrug - historische reconstructies aan de noordzijde van de vaart.