Beschrijving
De kloosterkapel van de zwarte zusters te Diksmuide, is beschermd als monument.
Waarden
De kloosterkapel van de Zwarte Zusters, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde, sociaal-culturele waarde
Diksmuide - reeds in de herfst van 1914 bijzonder hard beproefd tijdens de IJzerslag - is één van de drie frontsteden waarin bijna geen enkel gebouw de oorlog overleefde. Hierdoor vormt de stad een belangrijke materiële getuige van de Eerste Wereldoorlog, die de frontstreek jarenlang in zijn greep hield ten koste van honderdduizenden levens.
De wederopbouw van de stad op dezelfde plaats was na de enorme verwoestingen niet vanzelfsprekend, gezien de aanvankelijke scepsis van onder meer de pers over de in situ wederopbouw. Ook binnen de in situ wederopbouw vormde het hernemen van de oude Handzamevaart met daaraan gelegen de Vismarkt geen evidentie. In het lijnrichtingsplan van 1916 is immers het voorstel opgenomen om de vaart recht te trekken.
De historiserende wederopbouw wou de getraumatiseerde bevolking haar trots teruggeven. Het pittoresk herbouwde stadscentrum, waarvan de kloosterkapel een voorbeeld vormt - in het interbellum een altijddurende tentoonstelling van oude VIaamse bouwkunde genoemd - staat dan ook in schril contrast met archiefbeelden van totale verwoesting.
De kloosterkapel van de Zwarte Zusters herinnert aan de ziekenzorg door de eeuwen heen. Naar aanleiding van een pestepidemie in 1479 verzocht de stadsmagistraat de Zwarte Zusters om zich te Diksmuide te vestigen. Ook na de Franse periode (in 1796 verkoop van het klooster als nationaal goed) blijft het klooster bestaan: vanaf 1822 is het klooster gevestigd in een herenwoning op de Appelmarkt (huidige Vismarkt), alwaar twintig jaar later aanpalend een neoclassicistische kapel wordt gebouwd. Ook bij de wederopbouw wordt deze continuïteit bewaard, zodat de geschiedenis van de ziekenzorg nu nog afleesbaar is aan de kloosterkapel van de Zwarte Zusters. In het interieur van de kapel is een 18de-eeuwse grafsteen bewaard.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Na de totale vernietiging lokt de wederopbouw hevige technische en architectuur-filosofische discussies uit, dit reeds in 1916 met het in Parijs goedgekeurde lijnrichtingsplan van de Brusselse architect Charles Patris. Niettegenstaande de omvang van de vernietiging en de suggestie door de Hoog Koninklijk Commissaris voor de Wederopbouw om naast de puinen een nieuwe stad te bouwen, wordt in 1919 beslist tot de in situ wederopbouw, onder leiding van de regionalistische stadsarchitect Jozef Viérin.
In tegenstelling tot de aanvankelijke plannen om de vaart - met daaraan gelegen de huidige Vismarkt - recht te trekken voor de creatie van een nijverheidszone ten noorden van de stad, blijft het gegeven van een kronkelende waterloop aan de rand van de stad bewaard bij de wederopbouw. De wederopbouw van Diksmuide neemt bijna volledig de vooroorlogse perceels- en eigendomsstructuur over, inclusief de beeldbepalende hoekinplanting van de kloosterkapel.
De gerealiseerde wederopbouw vloeit voort uit de afwijzing van de vooroorlogse witte stad met bepleisterde en/of neoclassicistische lijstgevels door de stadsarchitect en de Koninklijke Commissie voor Monumenten, en van de keuze om het middeleeuwse Diksmuide te herstellen met correctie van vroegere architecturale vergissingen. Zo mogelijk wordt geopteerd voor historisch gereconstrueerde panden en constructies, naar model van wat in 1914 nog middeleeuws bewaard was. De kapel op de huidige Vismarkt - ter vervanging van een oudere kapel op een andere plaatst - werd echter pas gebouwd in het midden van de 19de eeuw in een voor die tijd typische neoclassicistische stijl. De kapel werd dan ook niet naar vooroorlogs model herbouwd, maar wel geïnspireerd op de baksteengotiek te merken aan de spitsboogvensters en het bakstenen klokkengeveltje. Dit sluit perfect aan bij het pittoreske historiserende beeld van de overige wederopbouw.