Beschrijving
Het omwalde opperhof met boerenwoning (hoofdvolume), neerhof met schuur, stalling en soldatenbarak van de hoeve Iepenhof te Lo, zijn beschermd als monument.
Waarden
Het omwalde opperhof met het boerenhuis (het hoofdvolume), en het neerhof met schuur, stalling en de soldatenbarak van de hoeve zogenaamd het Iepenhof, zijn beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
sociaal-culturele waarde
De oorlogsbarak op het Iepenhof vormt een unieke getuigenis van hoe het leven van de soldaten die met halve rust achter het front waren, werd georganiseerd.
De oorlogsbarak op het lepenhof vormt een belangrijk en typologisch uitzonderlijk relict van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek.
historische waarde
in casu militair-historische waarde:
De oorlogsbarak op het neerhof getuigt van de geschiedenis van het Iepenhof tijdens de Eerste Wereldoorlog, de oorlogsbarak getuigt van de militaire organisatie van het Belgische leger in het kantonnement Lo-Pollinkhove. Ze werd wellicht gebouwd vanaf mei 1917 toen het effectief van de Belgische manschappen aan het front werd verminderd.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Als zijnde een hoeve met een omwald opperhof en een niet omwald neerhof, een structuur die de belangrijkheid van de site aangeeft. Deze structuur is als dusdanig reeds aangegeven op de Ferrariskaart (1770-1778), doch is wellicht veel ouder.
Als zijnde een hoeve met een nog volledig omwald opperhof en een niet omwald neerhof, en op deze manier representatief voor een hoevetype dat veelvuldig voorkwam in de streek.
Als zijnde een hoeve met een imposant boerenhuis op het opperhof, het laatgotische hooghuis markeert het volume twee bouwlagen boven de kelder - en gaat terug tot de 15de of de 16de eeuw. Typisch voor de laatgotiek is dat de vensters gevat zijn in een erg verzorgde geprofileerde tudorboog- of steekboognis (zogenaamde Brugse travee). De puntgevels van het hooghuis, en vooral de vrijstaande linker zijgevel, hebben een erg verzorgd baksteenmetselwerk met aandaken en vlechtingen en een uitgewerkt topstuk De centrale Brugse travee wordt geflankeerd door een brede en een smalle steunbeer.
De interieurindeling en -aankleding van het boerenhuis is gaaf bewaard zoals de balkenlagen met moerbalken en kinderbalken en de eenvoudige schouwen. De moerbalken van het lager huisgedeelte zijn rijkelijk uitgewerkt met ontdubbelde balksloffen met tandlijstmotief. Ook de grote tweeledige gewelfde kelder is bewaard.
Als zijnde een neerhof met een typische opstelling van de nutsgebouwen, links de dwars schuur, en rechts, evenwijdig ermee, de stalling. De schuur bewaart zijn imposant volume en de kapconstructie. De stalling heeft een oudere kern (begin 19de eeuw) en werd circa 1894 uitgebreid. Dit volume wordt onder meer getypeerd door een tudorbogige staldeur en een heiligennisje (achtergevel) en het jaartal 1894 in baksteenkoppen in de rechter zijgevel, eind 19de eeuw een typische manier om een bouwjaar aan te geven.