De bescherming omvat twee mijnkraters.
De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) bracht een advies uit waarbij de historische en artistieke waarde van het monument als volgt werd gemotiveerd:
"Voornoemde overblijfselen uit de Eerste Wereldoorlog zijn historisch waardevol omwille van hun belang voor de internationale politieke geschiedenis die in 1914 resulteerde in het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, één van de belangrijke bladzijden in de geschiedenis van West-Europa. Naast de soldatenkerkhoven als aangrijpende herinneringen aan de oorlogstragiek, behoren zij tot de materiële restanten van de krijgsverrichtingen in de Westvlaamse frontstreek 1914-1918, en zijn aldus belangrijk voor de militaire geschiedenis.
Zij hebben ook sociaal-culturele waarde als gedenktekens voor de belangrijke gebeurtenis van de Eerste Wereldoorlog; tevens zijn zij documenten van een specifieke en tijdsgebonden vorm van oorlogsvoering (stellingoorlog). Dat er aan deze oorlogsrelicten ook een emotionele waarde verbonden is, hoeft weinig betoog; een plaats als de "First Aid Post" aan Essex - Farm - Cemetery bijvoorbeeld, spreekt de ganse Anglo-Saksische wereld aan omwillen het gedicht "In Flanders Field the Poppies Grow"."
- Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Advies bij beschermingsdossier Relicten uit de 1e Wereldoorlog gelegen in de Westvlaamse frontstreek, 29 mei 1992.
Twee mijntrechters in het park van het zogenaamde "kasteel 't Hooghe" zijn beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: