De z.g. Artillerietoren, de restanten van de Z-weermuur met walgracht en de aansluitende archeologische site ten Z. van O.-L.-V.-kerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
Hèt vermelde patrimonium is van belang voor de geschiedenis van de Stad Kortrijk, én voor de geschiedenis van het graafschap Vlaanderen, onder meer in verband met de Frans-Vlaamse betrekkingen. Het betreft belangrijke restanten van de Franse voorburcht, gelegen ten O. van de hoofdburcht, beiden gebouwd in 1300-1302 in het kader van de Frans-Vlaamse oorlog (1297-1305) door de Franse koning Filips de Schone op het verbeurd verklaarde grafelijke domein. Deze voorbrucht (90 x 76 m) werd gekenmerkt door een onregelmatige, veelzijdige plattegrond met nadruk op een sterke -deels bewaarde- weermuur aan zuidzijde en een enorme poort met brug en water keermuur aan de oostzijde. De z.g. Artillerietoren was gelegen op de O.-hoek van de voorburcht en maakte er deel van uit als drinkwaterciterne.
Zowel uit archeologisch onderzoek als uit archivalische bronnen - vermelding in 1359-, blijkt dat een tweede toren op de oudste werd herbouwd en door het O.-L.-V.- kapittel aan stad werd overgemaakt . Vanaf de tweede helft van de 14de eeuw tot in de 17de eeuw, wordt deze toren gebruikt voor de opslag en de aanmaak van buskruit.
De zuidelijke weermuur bleef behouden als begrenzing van de kapittelbegraafplaats tot 1575. De zuidelijke gracht verdween door de uitbreiding van het begijnhof.
Tenslotte blijkt uit archeologisch onderzoek dat het gebied ten Z. van O. L. -V.-kerk reeds van oudsher bewoond werd. De volgende archeologische vondsten geven een beeld van de evolutie: schervenmateriaal uit de 2de na Christus; puin van een badhuis uit de 4de eeuw; een vondstengroep uit de 12de- 13de eeuw, die erop wijst dat vermelde site deel uitmaakte van het grafelijk domein; de fundamenten van de Z.-weermuur (1300- 1302) van de Franse voorburcht; de restanten van de begraafplaats van het O. - L. -Vrouwekapittel (1303- 1784).