Vastgesteld landschapsatlasrelict

Bellebroek en Dendermeersen tussen Oudegem en Wieze

Vastgesteld landschapsatlasrelict van tot heden

ID
127717
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/127717

Besluiten

Bellebroek en Dendermeersen tussen Oudegem en Wieze
definitieve wijzigingsbesluiten: 19-07-2021  ID: 14989

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van vaststellingen vind je op onze website.

Beschrijving

Het gebied omvat een deel van de lage en plaatselijk zeer brede alluviale vlakte van de Dender tussen Dendermonde en Wieze en ligt in een oostelijke uitloper van de Vlaamse Vallei. De bodem bestaat uit een tertiair zand- en kleisubstraat dat tijdens het Pleistoceen door wind en water werd afgedekt met zandleemlagen. Langs de oostrand van de Dendervallei vormden deze dekzanden een steilrand die het alluviaal gebied begrenst. Tijdens het Holoceen vond bodemerosie plaats en werd veel materiaal afgezet in de valleien waar het sedimenteerde tot oeverwallen. Het landschap wordt gekenmerkt door een vlak tot zwak golvend reliëf met enkele verspreide donken in de vallei zoals in Hogedonk.

In de Dendervallei ligt de permanente grondwatertafel op geringe diepte onder het maaiveld wat zorgt voor een langzame natuurlijke drainering en dus voor een gebrekkige waterhuishouding. In de Wiestermeers stroomt kwelwater door het gebied. Omwille van de hoge grondwaterstand zijn de valleigronden in gebruik als weiland, hooiland of nat bos. Op de hoger gelegen donken en oeverwallen is akkerbouw mogelijk mits een goed verzorgde afwatering. De Dender had oorspronkelijk een sterk kronkelend verloop en was als regenrivier onderhevig aan grote debietschommelingen naargelang de seizoenen. Al sinds de 13de eeuw werden verschillende kleinschalige kanalisaties uitgevoerd waarbij meanders werden weggewerkt en een vlottere scheepvaart mogelijk was. Door middel van sluizen kon het debiet geregeld worden zodat de omliggende vlakten niet systematisch overstroomden. Langs de linker- en rechteroever van het kanaal loopt de Oude Dender als smalle meanderende beek en verspreid zijn nog enkele afgesneden meanders herkenbaar in het landschap.

De Dender werd in 1769 over het volledige traject gekanaliseerd tussen Aalst en Dendermonde. Het Sashuis is nog een restant van een van de toen opgerichte nieuwe sluizen op de Dender. In 1865 werd de Dender over haar volledige loop gekanaliseerd waarna ook een brug over de rivier werd gebouwd tussen Denderleeuw en Teralfene. De weg Veer slingert door het Bellebroek en verwijst naar de twee veren over de Dender die de verbinding mogelijk maakten met Oudegem en Mespelare. Het veer bij Denderbelle bleef tot 1937 in gebruik. In de loop van de 19de en 20ste eeuw vestigden veel fabrieken zich langs het Denderkanaal, onder andere in functie van de lucifernijverheid met als centrum Geraardsbergen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de bevaarbaarheid van de Dender achteruit en verminderde het economisch belang van de rivier. In 1947 werd het oude sas van Wieze buiten gebruik gesteld en herleidt tot een brugfunctie. De oude sasbrug bij het sas van Wieze werd verplaatst en als historisch monument naast de nieuwe brug naar Gijzegem opgesteld.

De huidige bebouwing ligt geconcentreerd langs de vallei in verschillende dorpskernen. In de ruime omgeving van Mespelare zijn meerdere archeologische vondsten geregistreerd uit verschillende tijdsperioden. Hieruit blijkt dat deze droge rug aan de rand van de Dendervallei een sterke aantrekkingskracht uitoefende op de mens. De vondst van een Romeinse muntschat en het indicatieve toponiem Steenkouter wijzen op Romeinse aanwezigheid in dit gebied. Wieze telt een drietal sites met walgracht die teruggaan tot de middeleeuwen en nog herkenbaar zijn in het landschap. Het kasteel van Wieze en het Neerhof waren sites van de Heren van Wieze en de walgrachten verwijzen nog naar de vroegste versterking. Van de verdwenen walgrachtsite Muilaertshof is de 8-vormige gracht nog duidelijk herkenbaar in het weiland.

De dorpskern van Mespelare ligt op een zwakke rug langs de westrand van de Dendervallei en bestaat uit een ovaalvormig plein waar vijf straten convergeren. De deels gekasseide Dreef verbindt de parochiekerk in een min of meer rechte lijn met het Denderkanaal. Rondom liggen de hoger gelegen akkers van Hogedonk en de (H)Elstkouter gekenmerkt door een strakke rechthoekige percelering. Een aantal van de gronden bij de Dender werd ook gemeenschappelijk begraasd. Doorheen de meersen op de rechteroever liep een aantal voetwegen naar de Dender. Tegenover de parochiekerk leidt een grindpad naar het 17de-eeuws Spaans Hof, een verblijfplaats voor de pelgrims op bedevaart naar de relieken van Sint-Aldegondis. In de as van de Sint-Aldegondekerk ligt de ommuurde pastorie op een vijfhoekige site die ten zuiden begrensd wordt door een deels verlande Denderarm.

Wieze wordt al in de 5de eeuw vermeld en heeft mogelijk een Karolingische oorsprong. Het dorp is ingericht op een stuifzandheuvelrug en ligt langs de verbinding Aalst-Dendermonde. Oorspronkelijk verbond een rechte dreef de kerk op het dorpsplein met het kasteel. De Larestraat liep verder door naar de Dender en tot de grens met Herdersem en was deel van een oude verbinding die al in de vroege middeleeuwen zou bestaan hebben. Talrijke kleine wegen en veldwegels zoals de Sterreweg verbonden de boerderijen en wijken onderling en gaven toegang tot de dorpskouters. Centraal op het dorpsplein staat de parochiekerk Sint-Salvator die zou opklimmen tot het begin van de kerstening in de 6de-7de eeuw met vlakbij de pastorie. Rondom het Wiezeplein liggen meerdere historische dorpswoningen, burgerhuizen en voormalige herbergen. Dankzij de belastingvrijdom op het grondgebied van Wieze-Kapittel, werd het dorp een toevluchtsoord voor bierbrouwers en brandenwijnstokers, vaak ook herbergiers. In de oostelijke hoek van het Wiezeplein bevindt zich, naast het café ‘Den Dikke Eik’, een hoge opgaande zomereik als beeldbepalend element op het dorpsplein. Vanaf deze locatie vertrok in de 19de eeuw de Molenwegel naar de molen en de Molenkapel. Het Neerhof is een nog deels omgrachte site met gekasseid binnenerf die in oorsprong een tweedelige vorm had en in het bezit was van de heren van Wieze. Het kasteel van Wieze gaat in oorsprong terug tot een waterburcht uit de 9de of 10de eeuw. Vermoedelijk zijn de walgrachten en een bewaard oud hoektorentje binnen het huidige kasteeldomein nog restanten van de oorspronkelijke versterking van de heren van Wieze. De dubbele toegangsdreef die het kasteel met de kerk van Wieze verbond, verdween begin 19de eeuw met de heraanleg van het park in landschapstijl en het deels omvormen van de oude walgrachten tot vijvers. Na de Tweede Wereldoorlog werd het neorenaissancekasteel gesloopt en op de bewaarde funderingen een nieuwe villa gebouwd.

In de 18de eeuw was de Dendervallei een uitgestrekt meersengebied dat gedraineerd werd op de Dender door een sterk vertakt slotennetwerk. Een aantal voetwegels leidde doorheen de meersen naar de Dender. In het Bellebroek liep een enkele weg die in een rechte lijn Boonwijk met Denderbelle verbond. Op de drogere gronden, aansluitend bij de dorpscentra, lagen de uitgestrekte kouters zoals de Elstkouter bij Mespelare en de Kerke Cauter bij Wieze. Een aantal afgesneden meanders van de oorspronkelijke Dender waren nog zichtbaar. Ter hoogte van Denderbelle lag een veer naar het gehucht Varenberg bij Oudegem. Het oudste veer op de Dender wordt vermeld in een metingboek uit 1673. In het midden van de 19de eeuw bleef dit gebied hoofdzakelijk in gebruik als hooiland. De relicten van de Dendermeanders waren toen bijna volledig verdwenen. De toponiemen de Hooge Bergen en Den Hamel wijzen op enkele kleine donken in de alluviale Dendervlakte. Een nieuwe weg, de (Boonwijk)Broekstraat werd aangelegd doorheen het Bellebroek. Meerdere onverharde voetwegen en wegels zorgen voor de verdere ontsluiting van dit gebied. Eind 19de – begin 20ste eeuw werden veel kleine percelen samengevoegd en hooilandpercelen omgezet naar akkerland. Dichter bij de Dender vond ook een duidelijke uitbreiding plaats van bosareaal ten koste van meersen. Deze evolutie zette zich verder door naar het begin van de 20ste eeuw zodat er in de meersen steeds meer verspreide clusters akkerpercelen opdoken. Vanaf circa 1950 werd overgeschakeld op veeteelt en werden opnieuw veel akkers omgezet naar weiland met een aantal verspreide bospercelen. Er vond tegelijk een uitbreiding plaats van het wegennet in de meersen.

Bellebroek is een vochtig laaggelegen gebied met voornamelijk hooilanden die door sloten met dichte vegetaties van elkaar gescheiden worden. Het gebied is ingedijkt en dient als buffer voor het Denderwater tijdens perioden van hoogtij en bij overstromingsgevaar. Ter hoogte van de natste zones komen de waardevolste vegetaties voor zoals Dottergraslanden. De Viestermeers bestaat uit natte bossen en weiden en talrijke afgesneden oude Denderarmen. Hogedonk telt naast oude meanders ook stukjes bos en vooral hooilanden. De hogere gronden rondom Wieze zijn nog steeds in gebruik als akker. In het gebied lopen nog verschillende onverharde wegen en paden die vanuit de dorpen richting de meersen en de Dender leiden. De onverharde Steenkouterbaan loopt over de historische dorpskouter van Denderbelle met uitzicht op de omliggende velden en de lagergelegen vallei. Tussen de Dender en de Windgatbeek vlakbij het kasteel van Wieze ligt een typisch valleibosje met enkele bijzondere inheemse soorten die zuivere vertegenwoordigers zijn van hun soort en dus een genenreservoir vormen voor de regio. De oude Dendermeanders vormen waardevolle biotopen voor waterminnende planten en dieren.

Motivatie van de afbakening

Het gebied ‘Bellebroek en Dendermeersen tussen Oudegem en Wieze’ omvat een groot deel van de historische meersen op de linker- en rechteroever van de gekanaliseerde Dender. Het betreft een duidelijk afgebakend en herkenbaar gebied van aaneengesloten percelen gras- en weiland met drainagesloten, rijen knotwilgen en relicten van de Oude Dender. Aan de rand van de open meersen, op de iets hogere en dus droge gronden liggen de dorpen Mespelare, Denderbelle en Wieze die uitkijken over de Dendervallei. Het gebied biedt zo een representatief beeld van het historisch ontginningspatroon met rondom de dorpskernen een concentratie van akkers op de hogere ruggen en uitgestrekte natte graslanden op de rivieroevers in de vallei. Aansluitend liggen in de Dendervallei twee sites met walgracht waaronder het Kasteel van Wieze dat teruggaat tot de 15de eeuw en beschermd is als monument (MB 15/05/2000). De afbakening ligt bij het Bellebroek op harde grenzen waaronder het jaagpad op de linkeroever van de Dender, de dijk langs de Steenbeek/Bellbroekbeek en de veldweg Steenkouterbaan. In het gebied tussen Mespelare en Wieze volgt de afbakening de grens tussen de bebouwing en de open meersen langs de Scheutlagestraat, de Sasbaan en de Nieuwstraat. De bebouwing zonder erfgoedwaarde aan de rand van deze wegen maakt geen deel uit van het afgebakende gebied.



Waarden

archeologische waarde

Een aantal archeologische vondsten uit de Romeinse periode toont aan dat vooral de droge ruggen en opduikingen aan de rand van de Dendervallei een sterke aantrekkingskracht uitoefenden op de mens. Wieze telt meerdere sites met walgracht die teruggaan tot de middeleeuwen en waarvan de grachten nog herkenbaar zijn in het landschap: het kasteeldomein van Wieze, Hoeve het Neerhof en het Muilaertshof.

esthetische waarde

De Dendermeersen bestaan uit open weide- en hooilanden met knotwilgenrijen en enkele verspreide bosjes. Vanuit de meersen zijn zichten mogelijk op de dorpen die rondom ingeplant liggen. Het hoogteverschil tussen de lagergelegen vallei en de hogere gronden levert bij de Dender unieke zichten op de dorpskernen en akkerlanden die de vallei flankeren. Mespelare en Wieze hebben hun kleinschalig karakter behouden en tellen een rijke verzameling aan waardevol bouwkundig erfgoed. De Steenkouterweg is nog een onverharde losweg die boven op de historische kouter van Denderbelle loopt en een open zicht biedt op de steilrand langs de vallei.

historische waarde

Het Bellebroek en de weilanden bij Hogedonk en Viestermeers zijn relicten van het historisch meersencomplex dat was ingericht in de overstromingsvlakte van de Dender. De talrijke percelen historisch permanent grasland, de meerstoponiemen en het slotennetwerk met knotwilgenrijen vormen relicten van het landgebruik in het verleden. Deze meersen maakten deel uit van het historisch cultuurlandschap waarbij de akkers zich concentreerden op de hogere gronden bij de dorpen. De dorpen op de zandige rug langs de Dendervallei tellen een rijke verzameling aan waardevol bouwkundig erfgoed dat grotendeels in zijn historische context bewaard is gebleven. In Wieze zijn het kasteel en de dorpskern nog steeds met elkaar verbonden en illustreren de historische link in de ontstaans- en vormingsgeschiedenis van het dorp. Verschillende nog onverharde wegen zijn oude loswegen die de meersen toegankelijk maken vanuit de omliggende dorpen. De Dender is sinds de 13de eeuw een belangrijke handels- en transportlijn en werd herhaaldelijk rechtgetrokken en uiteindelijk volledig gekanaliseerd in functie van een betere bevaarbaarheid. De kanalisatie van de Dender in de 19de eeuw werd ondernomen in functie van de verbetering van de scheepvaart en met het oog op economische bloei. Het kadert in de grote infrastructuurwerken die toen plaatsvonden in Vlaanderen. De oorspronkelijke meanderende Dender is nog herkenbaar in de contour van een aantal afgesneden meanders.

ruimtelijk-structurerende waarde

De gekanaliseerde Dender vormt de grens van het Bellebroek en scheidt de meersen van Hogedonk en de Viestermeers van elkaar. Het kanaaltracé geleidt de blik van op het jaagpad en werkt als duidelijke visuele grens sterk structurerend in het landschap. De riviervallei met de drogere donken en de steilrand zijn bepalend geweest voor de dorpsontwikkeling en de uitbouw van het wegennet langs de valleirand. Het beperkt aantal doorsteken tussen de beide oevers versterkt de impact van de rivier als belangrijke landschapsvormende factor en landschappelijke grens. De landschappelijke structuur bestaande uit wegen en percelen, de beekvallei en het daarbij horende landgebruik is in dit landschap grotendeels ongewijzigd gebleven.

wetenschappelijke waarde

In de Dendervallei ligt een typisch valleibos van natuurlijk gevormde heesters met enkele bijzondere inheemse soorten waaronder sleedoorn, tweestijlige meidoorn, wegedoorn, veldesdoorn, verschillende soorten hondsroos, wilde kardinaalsmuts, rode kornoelje, hazelaar en veldiep. Deze planten zijn zuivere vertegenwoordigers van hun soort en vormen dus een genenreservoir voor de regio. Ter hoogte van de natste zones in Bellebroek komen voor de meersen kenmerkende vegetaties voor zoals dottergraslanden, grote zeggenvegetaties en liesgrasvegetaties.

industrieel-archeologische waarde

De Dender speelde een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van de Denderstreek. Het huidig uitzicht van de rivier is het resultaat van het herhaaldelijk rechttrekken en kanaliseren in het verleden om de bevaarbaarheid te optimaliseren. Het slotennetwerk in de meersen getuigt van de pogingen om dit gebied in het verleden te ontwateren en in cultuur te brengen.


Aanduiding van

Is de vaststelling van

Bellebroek en Dendermeersen tussen Oudegem en Wieze

Gijzegem, Herdersem (Aalst), Mespelare (Dendermonde), Denderbelle, Wieze (Lebbeke)
Het gebied omvat een groot deel van de historische meersen op de linker- en rechteroever van de gekanaliseerde Dender. Het bestaat uit aaneengesloten percelen gras- en weiland met drainagesloten, rijen knotwilgen en relicten van de Oude Dender. Aan de rand van de open meersen, op de iets hogere en dus droge gronden liggen de dorpen Mespelare, Denderbelle en Wieze die uitkijken over de Dendervallei. Het kasteeldomein van Wieze ligt in het zuiden van het meersenlandschap.

Is de omvattende vaststelling van

Afgesneden Dendermeanders

Herdersem (Aalst)
Op de rechteroever van het Denderkanaal liggen langs de Disgenaatdreef in Herdersem nog relicten van de Dender. In 1769 werd de grillige rivier over een afstand van 30km gekanaliseerd tussen Aalst en Dendermonde. Het doel was om overstromingen tegen te gaan, de scheepvaart te bevorderen en de binnenlandse handel te verbeteren. Talrijke bochten werden afgesneden en bleven als open water zichtbaar in het landschap. De percelen binnen de afgesneden meanders bleven in gebruik als weiland. Veel van deze oude meanders werden gedempt en zijn intussen verdwenen. De bochten bij de Wiezebrug vormen zeldzame nog zichtbare relicten van de oorspronkelijke Dender. De oude sasbrug die oorspronkelijk bij het nu verdwenen sas stond, werd in 1976 vlakbij het water heropgebouwd. Deze 'Wiezebrug' dateert uit 1866 en verbindt Herdersem en Wieze met Gijzegem.


Dorpswegel

Herdersem (Aalst), Wieze (Lebbeke)
Van op het dorpsplein in Wieze loopt een smalle wegel tussen de huizen door langs de achtertuinen. De onverharde voetweg leidt weg van het dorp richting het gehucht Kluis en volgt de valleirand zodat het wegtracé de grens vormt tussen grasland enerzijds en akkers anderzijds. De weg biedt ook een zicht op de knotwilgenrijen die de historische site met walgracht van het Muilaertshof markeren. Op de Poppkaart sluit de Dorpswegel ter hoogte van het Muilaertshof aan op de 'Kluys straet' die de toegangsweg tot de hoeve vormt.


Opgaande eik op Wiezeplein

Wiezeplein (Lebbeke)
In de oostelijke hoek van het Wiezeplein bevindt zich een circa 27 meter hoge opgaande zomereik met een stamomtrek van 3,83 meter. Deze boom heeft een kruindiameter van 21,3 meter en vormt een beeldbepalend element op het dorpsplein.


Soortenrijk valleibosje langs de Windgatbeek

Sasbaan (Lebbeke)
In de Dendervallei, tussen de Dender en de Windgatbeek in de omgeving van het kasteel van Wieze (ten noorden van de Sasbaan) bevindt zich een typisch valleibosje van natuurlijk gevormde heesters, waarbij de bosranden en houtkanten een uitzonderlijke soortenrijkdom herbergen.


Steenkouterbaan

Steenkouterbaan (Lebbeke)
De Steenkouterbaan loopt van in Denderbelle naar het noordoosten en sluit aan op de hoofdweg naar Dendermonde. Voorbij de laatste huizen gaat de weg over in een onverharde landbouwweg die tussen de akkers loopt. Op de Kabinetskaart van de Ferraris (1771-1778) loopt deze weg dwars door de uitgestrekte dorpsakkers of kouter ten noorden van Denderbelle waar de naam Steenkouter naar verwijst. Van op de weg zijn er open zichten op de omliggende velden en op de kleine veldkapel 't Steenkouterkapelleken die hier eind 19de-begin 20ste eeuw werd opgericht.

Andere relaties

Heeft als voorganger

Bellebroek en Dendermeersen tussen Oudegem en Wieze

Gijzegem, Herdersem (Aalst), Mespelare, Oudegem, Sint-Gillis-bij-Dendermonde (Dendermonde), Denderbelle, Wieze (Lebbeke)


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.