Beschrijving
Deze bescherming betreft het kasteel de Bunswyck met de omheiningsmuur en de toegangshekken (hoofd- en zijtoegang).
De voormalige afspanning De Mol en kilometerpaal K29 worden in hetzelfde besluit beschermd als monument.
Het kasteelpark de Bunswyck met Klein park en Groot park met centrale hoogstamboomgaard, belvedère en loods met dienstgebouw, dreef en parkelementen in cementrustiek wordt in hetzelfde besluit beschermd als cultuurhistorisch landschap.
Waarden
Het kasteel de Bunswyck is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door:
architecturale waarde
Het kasteel de Bunswyck is een representatief voorbeeld van een eind-19de-eeuws kasteel in neoclassicistische stijl. Het toont zich aan de park- en straatzijde als een breedgericht U-vormig landhuis, in een sterk harmonisch en symmetrisch voorkomen door de ritmering van de beluikte, rechthoekige vensteropeningen die corresponderen met de dakkapellen in de hoge mansardedaken.
De architecturale waarde van het kasteel ligt tevens in het contrastrijke beeld tussen de stilistische uitwerking van de 19de-eeuwse kasteelgevels in neoclassicistische stijl en de traditionele gevelafwerking met neorenaissance-inslag van de oude dienstgebouwen en de nieuwe bijgebouwtjes, als resultaat van de bouwcampagne van de nieuwe eigenaar Hottat in 1938.
Een aantal kleine gebouwen in neotraditionele stijl wordt in 1938 toegevoegd tot versterking van het pastorale en romantische karakter van het heraangelegde park: een hoge duiventoren door een arcadegebouwtje verbonden met een volière voor exotische vogels. Toren, arcade en volière vertonen een sterke visuele samenhang door hun specifieke functie en hun identieke bouwstijl. Onder het ancien régime was het recht om duiven en siervogels te houden, voorbehouden aan de adel en de geestelijkheid. Naast het economisch nut etaleren deze functionele gebouwen ook de welvaart van de 20ste-eeuwse kasteelbewoners.
De architecturale waarde van het kasteelgebouw ligt verder in de zorg voor detail en de esthetische vormgeving in de rijke inrichting van de voorname kamers op het gelijkvloerse niveau, meer in het bijzonder in de vestibule met de opvallende haard in neorenaissancestijl, de rijkelijk uitgewerkte houten betimmeringen in neorenaissancestijl in de beide salons aan de straatzijde en in de decoratie in klassieke stijl van de ruime (feest)zaal georiënteerd naar de parkzijde.
De beeldbepalende en opvallend hoge bakstenen omheiningsmuur met oplopend verloop, uitgevoerd in verzorgd metselwerk en bekroond met bolornamenten is een typerend architecturaal element bij kasteeldomeinen tot de eerste helft van de 20ste eeuw. De uit het interbellum daterende smeed- en gietijzeren toegangshekken van hoofd- en zijtoegang tot het kasteelpark zijn uitgevoerd in een klassieke vormgeving met verwijzingen naar de art nouveau. De omheiningsmuur langsheen de rooilijn visualiseert en accentueert de historische verbondenheid tussen het kasteel en de voormalige afspanning.
historische waarde
Het kasteel de Bunswyck is historisch representatief voor de ontwikkelingsgeschiedenis van een 18de-eeuws landelijk huis met bijhorende tuinen naar een vroeg 19de-eeuwse industriële ontwikkeling (dakpannenbakkerij in landelijk gebied), tot een adellijke woonst met aansluitend parkje uit het begin van de 20ste eeuw aan de rand van het Leuvense buitengebied.
Het kasteel de Bunswyck situeert zich beeldbepalend aan de rooilijn van de Tiense-steenweg aan de voet van de zuidelijke heuvelflank van de Predikherenberg, een restant van de Diestiaanse getuigenheuvels. De historische kaarten dateren de aanwezigheid van een eerste bebouwing op de site langsheen de nieuw aangelegde Steenweg van Leuven naar Tienen minstens in het tweede kwart van de 18de eeuw.
Het oorspronkelijk landelijk huis wordt bewoond door de familie Peemans uit Leuven, uitbaters van een industriële activiteit op het terrein, met name een pannenbakkerij. Het goed komt in het midden van de 19de eeuw in handen van welvarende en tot de adelstand verheven families die er een zelfvoorzienende buitenplaats of zomerverblijf met lusthof en bos oprichtten. Het buitenverblijf wordt vergroot en verfraaid in de tweede helft van de 19de eeuw en evolueert tot een permanent bewoonbaar kasteel.
Het opmerkelijk kasteel, met zijn sobere maar harmonieuze uitstraling en gelegen aan de rand van een ruim kasteelpark, weerspiegelt de sociale status en welstand van de opeenvolgende eigenaars. Het goed blijft tot het begin van de 20ste eeuw onlosmakelijk verbonden met de door huwelijk aanverwante adellijke families van Louis baron de Dieudonné en van Léopold baron Ernst de Bunswyck. Beide families bekleedden hoge juridische of diplomatieke functies op nationaal vlak en drukten als burgemeesters hun stempel op de lokale dorpspolitiek van Korbeek-Lo.
Uiteindelijk wordt in 1937 het domein gekocht door de familie Hottat, textielfabrikanten en eigenaars van de vermaarde breigoedfabriek Fabota in Leuven, die haar verworven rijkdom wil uitdragen door het verwerven van een fraai kasteel met riant kasteeldomein.