Omwille van de bijzondere positie die het schip inneemt in de evolutie van de pleziervaart met kielzeiljachten in de tweede helft van de twintigste eeuw. Als meester perfectionist maakte de meester ontwerper Hugo Van Kuyck samen met zijn tekenaar Derkinderen een groot jacht met zeewaardige eigenschappen dat als vlaggenschip van de Belgische pleziervaart bekend stond.

De Askoy II is samen met de Williwaw (naar ontwerp Louis Van de Wiele, 1968) één van de weinige overgebleven jachten die wereldwijd bekend zijn bij zeilliefhebbers.

Omwille van de ontwerper en eerste eigenaar Hugo van Kuyck, die een belangrijke rol speelde als oorlogsheld en vooruitstrevend architect.

Omwille van de levensloop van het schip en zijn bijzondere opvarenden, waaronder Jacques Brel.

Omwille van de herinnering aan - en als getuige van - de bloeiende jachtscheepsbouw in België in de tweede helft van de twintigste eeuw. De scheepsbouw kende op dat moment een grondige verandering: de houten scheepsbouw verdween en de staalscheepsbouw evolueerde zeer snel, met een technologische ontwikkeling en een opschaling tot gevolg. Verschillende werven diversifiëren hun activiteiten en specialiseren zich onder meer in de bouw van pleziervaar-tuigen. Scheepswerf E. Van de Voorde bouwde met deze Askoy II één van de grootste stalen zeiljachten die in België gebouwd werden. Het schip Askoy II werd gebouwd in Siemens-Martinstaal van uitstekende kwaliteit. Niet zo veel later zullen de plezierjachten in kunststof de stalen jachtbouw decimeren. 

Het schip is gekend van zijn verre zeereizen doorheen de tijd. Jacques Brel vergeleek het schip met een kathedraal en vernoemt zijn zeereis in zijn chanson “La Cathedrale”. Het schip vervult de rol van cultureel ambassadeur van Vlaanderen en België, zowel door zijn uniciteit als schip van oorlogsheld en top-architect Hugo van Kuyck – als voor zijn rol in het late leven van zanglegende Jacques Brel.