Woning Leon De Ridder met tuin is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
in casu architectuurhistorische waarde: De woning Leon De Ridder is een representatief voorbeeld van modernistische landhuisbouw uit de vroege jaren 1960, een periode die wat deze typologie betreft wordt gedomineerd door behoudende architectuurtendensen, van conventioneel tot traditionalistisch. De architectuur onderscheidt zich door een oorspronkelijke, gedurfd plastische vormgeving aanleunend bij het brutalisme, een innovatieve, met bravoure uitgewerkte constructietechniek door het gebruik van een gewapend betonskelet, een open, functionalistische ruimteopvatting aangepast aan een eigentijdse wooncultuur, en een verzorgde, kwalitatief hoogstaande detailafwerking met contrasterende materialen en inbouwmeubilair. De woning Leon De Ridder behoort tot de belangrijkste en meest innovatieve woningprojecten uit de meest vruchtbare loopbaanfase van de architect Jan Jaak Jacobs. Deze generatiegenoot van Renaat Braem, Willy Van Der Meeren en Jacques Dupuis, bouwde zijn architectuurloopbaan uit in de luwte, ver van de schijnwerpers van de gespecialiseerde milieus en media. Zijn in omvang bescheiden oeuvre, dat in wezen gedurende twee relatief korte perioden tot stand kwam, de tweede helft van de jaren 1930 en de jaren 1960, behoort tot de meest opmerkelijke van zijn tijd in België, maar bleef onderbelicht. De woning Leon De Ridder behoort tot de meest opmerkelijke uitingen van een progressieve wooncultuur uit de vroege jaren 1960 en is vrijwel intact bewaard. Binnen de verkaveling Hof van Delft te Ekeren, die model kan staan voor de doorsnee naoorlogse suburbane verkaveling in België, behoort de woning tot de zeldzame uitingen van modernistische landhuisbouw.