Beschrijving
De hoeve, zogenaamd Heerlijkheid van Heule, is beschermd als monument. De bescherming omvat het 18de-eeuws boerenhuis met melkhuis en karnemolen, het poortgebouw van 1901 en een langgestrekte schuur met stallingen, wagenkot, mestvaalt en aardappelkelder.
Waarden
De historische hoeve, zogenaamd Heerlijkheid van Heule, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Als zijnde een hoeve met één van de oudste geschiedenissen van de streek. De oudste bron daterend van 1349 vermeld reeds 'tgoet van Huele';
Als zijnde een getuige van de oudste feodale geschiedenis van België en Vlaanderen;
Als zijnde een belangrijk element in de geschiedenis van het landelijke dorp Heule, de hoeve verwijst naar de oudste geschiedenis van het dorp;
De hoeve, in oorsprong met bijhorend kasteel gelegen op de nog bewaarde motte, wordt weergegeven in Flandria Illustrata van A. Sanderus (1641).
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Als zijnde een zeer beeldbepalend complex gelegen in de alluviale vallei van de Heulebeek;
Als zijnde een vrij gaaf bewaard complex dat grotendeels de middeleeuwse inplanting heeft behouden, niettegenstaande een groot deel van de bedrijfsgebouwen verwoest werd door brand in 1901 en heropgebouwd werd. De hoeve bepaalt van oudsher mede het dorpsbeeld;
Als zijnde een typevoorbeeld van een West-Vlaamse hoeve met semi-gesloten opstelling gegroepeerd rondom een ruim erf met behouden omwalling en monumentaal poortgebouw;
De mote of opperhof als zijnde een relict van oudste geschiedenis van de hoeve en refererend naar de aanwezigheid van het kasteel en zodoende op zijn beurt getuige van het feodale verleden van Vlaanderen;
Het oude boerenhuis, dat in 1722 werd herbouwd als zijnde een gaaf bewaard voorbeeld van een 18de-eeuws boerenhuis. De kern van het boerenhuis behield grotendeels haar indeling en verschillende authentieke elementen als zijnde de balkenroostering met moeren kinderbalken, de grote Vlaamse haard en de opkamers; Opmerkelijk is de kelder met gebogen gewelf rustend op zware bakstenen pijlers.
industrieel-archeologische waarde
De bewaarde karnemolen, gelegen aan de achterzijde van het woonhuis met melkhuis. Dit traprad werd door middel van twee honden in beweging gehouden. Het is een uniek voorbeeld van de wijze waarop vroeger gekarnd werd en het enige gekende in situ behouden voorbeeld in West-Vlaanderen.