Teksten van Moulliebos-Daleveld

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/1349

Moulliebos - Daleveld ()

De bescherming als landschap betreft het Moulliebos-Daleveld, één van de kerngebieden van het zuidelijk Pajottenland. Het is een typisch bron- en beekbegeleidend bosje in een asymmetrisch beekdal omgeven door glooiende weiden.
De bescherming als landschap werd gewijzigd bij ministerieel besluit van 27 juni 2001.

De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) bracht een advies uit waarbij de wetenschappelijke en esthetische waarden als volgt werden gemotiveerd:

  • wetenschappelijke waarde: het betreft een typische brongemeenschap en een soortenrijk alluviaal bos, waarin waardevolle vegetaties voorkomen.
  • esthetische waarde: het betreft een diep ingesneden, asymmetrisch, bebost beekdal omgeven door glooiende weiden.
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000679, Moulliebos-Daleveld: advies KCML (2001)

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Moulliebos-Daleveld [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188620 (geraadpleegd op ).


Moulliebos_v1_28102013 ()

Het Moulliebos-Daleveld, met een oppervlakte van circa 35 hectare, vormt één van de kerngebieden van het zuidelijk Pajottenland. Het betreft een typisch bron- en beekbegeleidend bosje in een asymmetrisch beekdal omgeven door glooiende weiden. De bescherming als landschap werd gewijzigd bij ministerieel besluit van 27 juni 2001.

Fysische geografie

Het beschermde gebied Moulliebos-Daleveld bevindt zich in het diep ingesneden leemplateau ten zuidwesten van Halle, waar het ieperiaan de ondergrond vormt. Het omvat het brongebied van één van de vertakkingen van de Bellingenbeek (ook Roskambeek genoemd) die via de Beringenbeek en de Zuurbeek naar de Zenne stroomt. De bodems op het plateau en de hellingen zijn doorgaans droge leemgronden met textuur B horizont (bodemtype Aba). De westflank van het valleitje, het Daleveld, bestaat uit zwak of matig gleyige leemgronden met textuur B horizont (bodemtypes Aca en Ada). Aan de oostkant van de vallei komt een vlek leemgrond met ieperiaanzand op geringe diepte (bodemtype sAba) voor. De valleiranden bestaan uit colluviale droge tot matig gleyige gronden op leem, soms met een begraven textuur B horizont op geringe diepte (bodemtypes Abp, Acp, Adp en Adp(c)). De valleibodems en de brongebieden bestaan uit zeer sterk gleyige gronden op leem met reductiehorizont (bodemtype Afp).

Het grootste deel van het eigenlijke Moulliebos, in het zuidoosten van het beschermde gebied, bestaat uit relatief jonge Canadapopulieren (Populus canadensis (x)). Op een hoger gedeelte bestaat de bovenetage uit hakhout van gewone lijsterbes (Sorbus), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), Noorse esdoorn (Acer platanoides), ruwe berk (Betula pendula), grauwe abeel (Populus canescens (x)), haagbeuk (Carpinus betulus) en veldiep (Ulmus minor). Een tweede uitzondering vormt de bronnenzone waar de bovenetage uit es (Fraxinus exelsior) bestaat. In het bosgedeelte ten zuiden van de Daalstraat zijn de meeste kentaxa van de eiken-beukenklasse aanwezig, zoals klimop (Hedera helix). Halfweg tussen de bronzone en de Daalstraat domineren ruigtekruiden zoals grote brandnetel (Urtica dioica), moesdistel (Cirsium oleraceum) en reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia). Op de colluviale bodems aan de valleirand en tussen de brongebieden in komen differentiërende soorten van het onderverbond van iepenrijke eiken-essenbossen voor: gewone esdoorn, olm (Ulmus) en dichte groeiplaatsen van wilde hyacint (Scilla non-scripta). Aan de bosranden en op de plekken waar de bovenetage ontbreekt komen nu en dan fragmenten van de sleedoornorde voor, met sleedoorn (Prunus spinos), eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), rode kornoelje (Cornus sanguinea), braam (Rubus) en Spaanse aak (Acer campestre). Het noordelijk gedeelte van de populierenbossen – op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) nog als beemd aangeduid – heeft een ondergroei die hoofdzakelijk uit grote brandnetel bestaat, maar waarin sporadisch andere soorten voorkomen. Binnen de afbakening bevinden zich ten slotte nog enkele soortenarme beemdgras-raaigrasweiden.

Cultuurhistorisch landschap

Op de beplanting met Canadapopulieren van de valleibodem ten noorden van het eigenlijke Moulliebos, de aanleg van de ‘Nieuwe Baan’ aan de oostzijde van de vallei en enige lintbebouwing langs deze weg na, is er in het bodemgebruik, het wegenpatroon en de bewoningsspreiding nagenoeg niets veranderd tijdens de laatste 200 jaar. Het landschap heeft nagenoeg hetzelfde uitzicht zoals afgebeeld op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778).

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000679, Moulliebos-Daleveld: advies KCML.
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000679, Moulliebos-Daleveld: rangschikkingsvoorstel.
  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20 000.

Databank Landschapsatlas Vlaanderen [CD-rom uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen], Ankerplaats Bogaarden en Bellingen A20029, 2001.


Auteurs:  Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Moulliebos-Daleveld [online], https://id.erfgoed.net/teksten/150712 (geraadpleegd op ).