Teksten van Stadswoning Den Horen

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/1369

Woning Den Horen ()

Deze bescherming betreft de stadswoning Den Horen (volledige percelen).

Het beschermingsdossier omschrijft de architecturale, documentaire en historische waarde van de woningen nummers 112 en 114 in de Vlamingenstraat als uniek voorbeeld van een uitzonderlijk gaaf bewaarde, 1621 gedateerde stadswoning, een langshuis met zolderverdieping, in traditionele bak- en zandsteenstijl met een voor het Leuvense ongebruikelijk ontlastingssysteem en met rijk verzorgde binneninrichting, mogelijk verwijzend naar het schuttershuis van de Sint-Jorisgilde.

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, beschermingsdossier DB000744, Vlamingenstraat 112-114(S.N. 1988)

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning Den Horen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188691 (geraadpleegd op ).


Woning Den Horen ()

Het breedhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl, gelegen in de Vlamingenstraat en aan de achterzijde grenzend aan het stadspark, is gedateerd 1621 in de deels zichtbare geveltop van oostelijke gelobde zijgevel.

Historiek

Het huis Den Horen, Vlamingenstraat 112-114, is onderverdeeld in twee huizen, die oorspronkelijk één geheel vormden, met gelijkvloers en halfverdiep. Dit blijkt onder meer uit de overlapping tussen beide huizen en de dichtgemetselde verbindingsdeur naar nummer 112 vanuit de middengang. Het oorspronkelijke huis was 11,30 meter lang en 4,80 meter diep. Van de zijgevels is alleen deze aan de oostzijde bewaard. De westelijke zijgevel werd vernieuwd toen in 1877 het aanpalende grote herenhuis werd gebouwd. Tijdens werken in 1984 aan de aanpalende huizen werd de oostelijk zijgevel gedeeltelijk blootgelegd. Deze gevel, bestemd om vrij te staan, is bekroond met drie trappen, verbonden door convexe bogen. Met gesinterde uitspringende baksteen is de bouwdatum 1621 aangeduid (dezelfde datum als op een balksloof in het interieur).

Over de oorsprong van het gebouw zijn geen specifieke gegevens bekend. De vermelde naam en het wapenschild in het interieur zijn nog niet geïdentificeerd. Enkel de bouwdatum 1621 is gekend, volgens de datering in de zijgevel en op een moerbalk. Mogelijk stond het gebouw ten dienst van de Sint-Jorisgilde of de Gilde van de Kleine Handboog, die sinds 1433 de beschikking had van de gracht tussen de Sint-Michielspoort (Tiensestraat) en de Sint-Kwintenspoort (Naamsestraat).

Het opschrift “Elisabeth Dubast” in het interieur verwijst vermoedelijk naar Elisabeth Dubastaert, echtgenote van Jasper De Paepe en lid van een gegoede familie. De Paepe, wapensmid, deken van zijn ambacht en schepen van de stad, liet in 1621 dit woonhuis optrekken, dat een goede illustratie is van een woning van een 17de-eeuws vooraanstaand middenstander.

In het begin van de 19de eeuw, 1819, werd de woning onderverdeeld in zes kleine huisjes; op het erf werden vier nieuwe woningen gebouwd. Een deel van het erf werd later in het stadspark geïntegreerd. In de tweede helft van de 20ste eeuw werd in nummer 114 een café uitgebaat; studenten van het Institut Superieur d’Archéologie et d’Histoire de l’Art gebruikten de woningen een tijd als praktijkruimte. Begin jaren 1980 werd het gebouw verhuurd aan de Leuvense Gildenbond die zich inzette om het te bewaren. Een restauratie en aanpassingen werd in 1989 door architect Marc Martens uitgevoerd.

Beschrijving

De straatgevel bestaat uit vier traveeën (twee keer twee) en één bouwlaag onder een kunstleien zadeldak met twee getrapte dakkapellen, voorzien van een rechthoekig venster in negblokomlijsting, zandstenen kraagstenen en een steigergat. De huidige voorgevel met geteerde plint, muurankers met kram en krul en muizentandfries, was vroeger een blinde achtergevel. In de 19de eeuw werden rechthoekige vensters met luiken en deuren in negblokomlijstingen aangebracht. Het bovenlicht van de deur van nummer 114 is blind. Daarachter bevindt zich een draagbalk.

De wit gekalkte achtergevel, oorspronkelijk voorgevel van het huis Den Horen, kijkt uit op het stadspark. Het gedeelte van nummer 112 is voorzien van een recente uitbouw en sporen van een kruisvenster. Bij nummer 114 is de gevelopstand nagenoeg intact bewaard gebleven. Dit gedeelte is voorzien van een rechthoekige deur in negblokomlijsting onder een vierkant bovenlicht, een kloosterkozijn en een kruisvenster met een voor Leuven uniek ontlastingssysteem, meer bepaald twee ontlastingsboogjes onder één accoladeboog.

Interieur

De oorspronkelijke plattegrond werd gevormd door een centrale dwarsgang (nu deel van nummer 114) waarbij twee tegenoverliggende deuren toegang gaven tot de twee aanpalende kamers. In de linkse kamer is een rijk bekapte moerbalk op kalkstenen consoles bewaard. De beschilderde balksloffen zijn versierd met een voluutmotief, een acanthusblad en een margriet. Aan de zuidkant bevindt zich een medaillon in een lauwerenkrans met opschrift "Elisabeth Dubast" naast een "1621" gedateerde cartouche. Aan de noordkant is een donkerblauw wapenschild aangebracht waarvan de draagboord doorheen een ring steekt met een monogram met het cijfer "4", onderaan de letter "D" en links en rechts respectievelijk de letters "I" en "P". Boven het monogram bevindt zich een schuine, rode dwarsbalk met drie rozetten.

Van de oorspronkelijke muurschilderingen zijn meerdere fragmenten bewaard. Onder meer rechts van de deur bevindt zich een lambrisering met panelen in okertinten, afgeboord met een monochroom zwarte fries van vruchten en voluten. In de rechtse kamer (nummer 112) is een originele zwart-rode tegelvloer in schuin dambordpatroon bewaard. Ook lemen troggewelfjes en een bekapte moerbalk met volutenmotief bleven behouden. Een later aangebrachte, steile steektrap vlak achter de voordeur leidt naar de zolderverdieping met zichtbare spantbalk, korbelen, lemen troggewelfjes en recent vernieuwde vloer. Hier bevinden zich oorspronkelijke, opgeklampte deuren met smeedijzeren hengsels. Op de overloop (nummer 114) loopt een luik naar de vliering door over de twee woningen. Het dakgebinte is oorspronkelijk en gaaf bewaard.

De woningen nummers 112 en 114 in de Vlamingenstraat hebben architecturale, documentaire en historische waarde als uniek voorbeeld van een uitzonderlijk gaaf bewaarde, 1621 gedateerde stadswoning, een langshuis met zolderverdieping, in traditionele bak- en zandsteenstijl met een voor het Leuvense ongebruikelijk ontlastingssysteem en met rijk verzorgde binneninrichting, mogelijk verwijzend naar het schuttershuis van de Sint-Jorisgilde.

Bibliografie

  • Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Leuven, Vlamingenstraat 112-114, beschermingsdossier (26.02.1988); restauratiedossier (1989).
  • LEFEVER F.A. 1987: Het huis en erf Den Horen in de Vlemincxstrate, LBG-krant 2.2-3, 18-38, 16-38.
  • COUVREUR B. & DECOURCELLE P. 1974: Un bâtiment du XVIIe siècle: la maison du cercle des étudiants à Louvain, Revue des archéologues et historiens d’Art de Louvain 7, 145-156.
  • MONDELAERS L. & VERLOOVE C. i.s.m. VAN ROY D., VAN DAMME M. & MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie Vlaams-Brabant. Leuven binnenstad. Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. VLB2 (onuitgegeven werkdocument).
  • VAN BUYTEN L. 1992: Economisch-historische bijdragen naar aanleiding van de restauratie van "Den Horen", Museumstrip 2, 19-21.

Auteurs:  Daemen, Caroline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning Den Horen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/150784 (geraadpleegd op ).