Beschrijving
De bescherming als monument omvat het appartementsgebouw met geïntegreerd winkelpand, genaamd Au Grand Chic en opgetrokken in nieuwe zakelijkheid in 1934 door Silvian Smis.
Waarden
Appartementsgebouw voorheen Au Grand Chic is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Als zijnde een interessant en representatief voorbeeld van vroege hoogbouw van het type 'residentie', met nog aandacht voor het bouwconcept en de vormelijke uitwerking. Het betreft een appartementsgebouw met geïntegreerde winkelruimte op de begane grond, daterend van 1934 en opgetrokken in de stijl van de nieuwe zakelijkheid. Het bewaart grotendeels zijn typische opbouw – één appartement per bouwlaag –, indeling en 'moderne' architecturale uitwerking, cf. o.m. platte bedaking, afgeronde hoekpartij met opengewerkte borstwering en omlopende vensterregisters met horizontaliserende roedeverdeling.
Als zijnde een uiting van het typerend 'eigentijds' materiaalgebruik voor zowel in- als exterieur, cf. als constructie van gewapend beton met parement van gele sierbaksteen met verzorgd voegwerk en gebruik van simili (dorpels, penanten, onderbouw) en zwarte sierpannen (dakrand).
Als zijnde getuige van het oeuvre van de Oostendse architect Silvain Smis (1909-2003), die in het interbellum samen met andere lokale architecten de aanzet geeft tot de hoogbouw in Oostende. De bouw van dit handels- en appartementsgebouw is de eerste belangrijke opdracht voor de toen nog jonge architect, die hierbij de 'moderne' architecturale uitwerking en bouwtechnieken aanwendt.
sociaal-culturele waarde
Als zijnde een illustratie van een bepaald type van collectieve privébehuizing, met name de residentie, waarin bouwconcept en vormelijke uitwerking nog de nodige aandacht krijgen. Opgetrokken als opbrengsteigendom sluit de bouw van kleinschalige appartementsgebouwen tevens aan bij de democratisering van het kusttoerisme na de Eerste Wereldoorlog.
Als zijnde een illustratie van de economische welvaart in het interbellum, een periode van economische hoogconjunctuur in Oostende – 'Koningin der badsteden' – tijdens dewelke in de binnenstad enkele straten ingericht werden als winkelstraten met nieuwbouw waarin handelszaken werden geïntegreerd.