in casu architectuurhistorische waarde:
Deze herenwoning met bijhorende voormalige huidenvetterij zadelmakerij en hoppemagazijn - reeds beschermd als monument bij M.B. 23 november 1998 - is typologisch interessant. Het betreft een voorbeeld van een ambachtelijke site in het kleinstedelijk centrum Poperinge vanaf de 18de- tot het begin van de 20ste eeuw, waar wonen en werken nog nauw met elkaar verweven waren. Als zijnde in kern een 18de-eeuws herenhuis dat in verbinding stond met de zadelmakerij; dat later dienst doet als huis van een bankier en hophandelaar.
Als zijnde een imposant herenhuis in kern opklimmend tot circa 1728, uitgebreid in circa 1880 met een veranda en een bovenverdieping met nieuw dak en voorzien van een lijstgevel in second-empire stijl. Laatstgenoemde wordt getypeerd door verzorgd pleisterwerk met uitgewerkte ornamentiek en een geaccentueerde deurpartij met een arduinen deuromlijstingen en een beglaasde deur voorzien van gestileerd hekwerk. Het herenhuis behield zijn 18de-eeuwse dubbelhuis plattegrond met traphal getypeerd door een bordestrap met trappaal verfraaid met hoppenranken en een muurnis gevat tussen twee paneeldeuren Voorts, een verzorgde, voornamelijk 19de-eeuwse interieur aankleding, welke onder meer wordt getypeerd door: uitgewerkte stucplafonds, marmeren schouwmantels met neoclassicistische vormgeving, (vleugel-) deuren met paneelwerk en een geprofileerd encadrement, en een uitgewerkte veranda.

Als zijnde een belangrijk relict van de Britse aanwezigheid tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat tot heden een internationale uitstraling geniet. In het Talbot House werd in 1915 een Britse soldatenclub gevestigd in opdracht van de Britse legerleiding. Poperinge is op dat moment een draaischijf van de Britse sector, als eerste stad achter de Ieperse frontstreek. Van 1915 tot de lente van 1918 is het Talbot House een van de belangrijkste instellingen van het Britse leger. Meer dan een gewone soldatenkantine bood het huis rust en vrede te midden van het oorlogsgeweld. De verschillende noden van de soldaat met rust bepaalden het gevarieerde activiteitenprogramma: de teabar, het winkeltje, de piano, de bibliotheek, de schrijfkamer, waar vele brieven naar het thuisfront werden opgesteld.
Als groene ruimte bood de tuin tijdens de oorlog een oase van rust en een romantiserend thuisfront voor de Engelse soldaat tussen twee oorlogsmissies aan het verwoeste front. Uit tal van brieven en beschrijvingen kunnen we de tuin van toen reconstrueren. Het historisch belang van de tuin voor de totale site vinden we ook terug in de bronnen uit die periode. De Upper Room, of de zolderkapel was het voornaamste oord van rust en zielsvrede in dit grote huis.
Na de oorlog in 1929 wordt het huis aangekocht door Toc H- beweging, een internationale, caritatieve beweging met christelijke grondslag welke haar oorsprong vindt in het Talbot House. Tot op heden blijft het Talbot House binnen deze organisatie fungeren als een soort bedevaartsoord en een internationaal centrum voor vrede en verbroedering. In het kader van deze nieuwe functie werd in 1933 het badhuis in de tuin gebouwd, Slessorium genaamd naar Major Paul Slessor.
Het huis bevat daarenboven een rijke verzameling aan cultuurgoederen confer lijst in bijlage, die een belangrijke schakel vormt in het verhaal van het Talbot House en van de Toc H beweging en die mede de socio-culturele waarde van het pand bepaalt.

Als zijnde de kelder van een 18de-eeuwse zadelmakerij, gelegen naast de heden overwelfde Bommelaarsbeek.