Beschrijving
De hopast horende bij een hoeve te Poperinge, is beschermd als monument.
Waarden
De hopast horend bij een hoeve is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
industrieel-archeologische waarde
Als zijnde een zeldzaam voorbeeld van een ast die oorspronkelijk vrij veel voorkwam in de streek van Poperinge, maar waarvan deze ast één van de laatste voorbeelden is. Deze ast die omstreeks 1893 in gebruik werd genomen, werd aangepast in het kader van de industrialisatie.
Als zijnde een gaaf bewaard voorbeeld van een dubbele ast, die zowel voor het drogen als het zwavelen van hop werd gebruikt. Deze ast bewaart nog de twee eestvloeren met niet-tonische eestlatten (wat wijst op het feit dat de ast omstreeks 1893 reeds in gebruik was), een driehoekig halletje met twee deuren die toegang geven tot de twee helleruimten, de gekken en de luchtgaten in de zijgevels die moesten zorgen voor de nodige luchtcirculatie.
Als zijnde een herkenbaar voorbeeld van een ast met typische inplanting op redelijke afstand van hoevegebouwen omwille van het brandgevaar.
sociaal-culturele waarde
Als zijnde een getuige van een ast gebouwd door een relatief grote hopboer.
De hopast is mede door de aanwezigheid van de gekken en zijn ligging ten opzichte van de andere hoevebestanddelen een beeldbepalend element in de streekgebonden hoevebouw en in het landelijk gebied.
De ast getuigt van een tak in de voedingsindustrie waarvan de intense productie in bepaalde periodes en in bepaalde streken van een niet te onderschatten betekenis zowel in het dagelijks economisch leven als met betrekking tot het volksleven bijvoorbeeld naar aanleiding van de jaarlijkse hopfeesten.
historische waarde
Deze ast illustreert duidelijk het ontwikkelingsverhaal van de hopast in Vlaanderen. Dit specifiek astmodel werd zowel voor het drogen als voor het zwavelen van hop gebruikt. Dit model kwam oorspronkelijk vrij veel voor, maar nu zijn er slechts enkele bewaard gebleven.
Als zijnde een hopast, volgens het kadaster gebouwd circa 1885 en in gebruik was omstreeks 1893 confer de aanwezige niet-tonische eestlatten.
Deze ast illustreert de industrialisatie van een oudere ast die werd ingezet kort na de Eerste Wereldoorlog, door onder meer het invoeren van de elektrisch aangedreven ventilatoren onder de twee schouwen met gek voor een optimalisatie van de luchtstroom. In de jaren 1950 volgt de invoer van een dieselbrander waarbij de gesloten cokesoven werd vervangen.