Beschrijving
De hopast horende bij een hoeve te Watou, is beschermd als monument.
Waarden
De hopast is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
industrieel-archeologische waarde
Het gaat om een unieke en waardevolle ast waar de evolutie van de astenbouw nog duidelijk waarneembaar is. Deze ast bestaat uit twee asten waar in totaal drie systemen werden toegepast met name ast met open cokesvuur, het systeem Allaeys en het systeem Vandemoortele. Getuigen van de verschillende systemen zijn onder meer in de mechanische ast het in de grond verzonken cokesvuur, de dubbele droogvloer en het mechanische afrolsysteem. De oudste ast bewaart nog de twee droogvloeren, met name een houten vloer met een aantal losse panelen die omhoog kunnen worden gezet zodat de hop op de onderliggende metalen eestvloer kan vallen. Kenmerkend voor deze (uitzonderlijke) metalen droogvloer is dat diverse metalen vloerplaten via een ophang- en katrolsysteem omhoog gelicht kunnen worden waardoor ze een tremel vormen. Via deze tremel valt de hop in een ijzeren rek waaraan hopzakken werden opgehangen.
Het betreft een goed bewaard voorbeeld van een mechanische ast uit de jaren 1930, die in de jaren 1950 met een cokesoven met ventilator (het systeem Allaeys) en in de jaren 1960 met het zogenaamde systeem Vandemoortele werd uitgerust.
sociaal-culturele waarde
Het gaat om een belangrijke getuige van een tak in de voedingsindustrie waarvan de intense productie in bepaalde periodes en in bepaalde streken van een niet te onderschatten betekenis zowel in het dagelijks economisch leven als met betrekking tot het volksleven bijvoorbeeld naar aanleiding van de jaarlijkse hopfeesten.
historische waarde
Als zijnde een opmerkelijke en unieke ast waar de evolutie van de astenbouw vanaf het interbellum tot de jaren 1960 nog duidelijk af te lezen is met name cokesast met open cokesvuren later vervangen door een cokesoven, een mechanische ast met het systeem Allaeys en het systeem Vandemoortele. Deze hopast illustreert tevens de intrede van de mechanisatie, die een belangrijke fase vormt binnen de ontwikkeling van de asten.
Als zijnde een ast die de verregaande en volledige mechanisering illustreert die na de Eerste Wereldoorlog plaatsvond. Het is één van de eerste mechanische asten en die door de firma Allaeys van Poperinge werd gebouwd.
Als zijnde een herkenbaar voorbeeld van de periode van de hoogconjunctuur binnen de hopteelt die plaatsvond vanaf de jaren 1950, waarbij de in onbruik geraakte ast met open cokesvuren opnieuw in gebruik werd genomen na het invoeren van een aangebouwde cokesoven met ventilator.