Beschrijving
De bescherming als monument omvat het clarissenklooster Zonnelied, met inbegrip van de kloostertuin, gelegen op een hoekperceel van de Mariakerkelaan met de Lariksenlaan.
Waarden
Het kloostercomplex van de clarissen zogenaamd Zonnelied is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
historische en historische, in casu architectuurhistorische waarde: dit kloostercomplex naar ontwerp van architect Paul Felix (Oostende 1913-1981) van 1957 illustreert de doorbraak in de benadering van de Belgische architectuur na de Tweede Wereldoorlog: architectuur blijkt niet langer een elitaire aangelegenheid, maar wel een alledaags gegeven. 'Zonnelied' geeft een beeld van de complete woongemeenschap zoals de moderne architect ze zich droomde. Rond het centrale gegeven van de kerkruimte, het symbool van de hogere waarden die een gemeenschap opbouwen, zijn alle aspecten van het menselijk leven geschikt rondom binnenhoven. De architecturale uitwerking weerspiegelt het ascetisch ideaal. De architectuur is teruggebracht tot haar soberste middelen: baksteen, beton, blank grenenhout in een heldere constructie. In het kerkgebouw zelf wordt echter het alledaagse overstegen, niet alleen door middel van de opvallende vorm en schaal, maar ook in de aankleding. De samenwerking met kunstenaars als glazenier Michiel Martens (ramen: combinatie glas in lood en in beton) en beeldhouwer-kunstsmid Roger Bonduel (tabernakel, wandvoorstellingen van Sint-Franciscus en Onze-Lieve-Vrouw, kruisbeeld) speelde daarin een belangrijke rol. Het mobilair eveneens naar ontwerp van architect P. Felix ligt in de lijn van de architectuur: onder meer koorafsluiting, kapelbanken, reftertafels, -krukjes, -wand- en doorgeefkastjes.
sociaal-culturele waarde
het betreft de bekendste en meest invloedrijke realisatie uit het architecturaal oeuvre van ingenieur-architect en hoogleraar Paul Felix (1913-1981), een belangrijk en toonaangevend figuur in het Belgische architectuurlandschap van na de Tweede Wereldoorlog. Bovendien illustreert het uitstekend zijn typerende stelling: architectuur is geen individuele aangelegenheid van de architect, maar een samenspel van krachten die buiten het bereik van één persoon liggen.