Beschermd monument van tot heden
Brouwerijsite en stadspompen
definitieve beschermingsbesluiten: 04-02-2010 ID: 4673
De voormalige brouwerij Bekaert is beschermd als monument. De bescherming omvat het brouwershuis met poortdoorrit en het achterliggend brouwerij-erf met mouterij, mouttoren, nutsgebouw en tuinmuur.
Het brouwershuis Bekaert met poortdoorrit en achterliggend brouwerij-erf met mouterij, mouttoren, nutsgebouw en tuinmuur, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
Zowel de brouwerijsite Bekaert als de twee openbare stadspompen hebben een heel beeldbepalende inplanting in het stadscentrum van Torhout. De zogenaamde Gevangenisstraat opende zich naar het marktplein ter hoogte van het huis Bekaert: vanuit de poortdoorrit van het brouwershuis kijkt men uit op de linker zijgevel en op het hoge schilddak van het vroeg 18de-eeuwse stadhuis. Ook het omgekeerde klopt: wanneer men naar de voorgevel van het stadhuis kijkt, ziet men ook het huis Bekaert en de pomp ervoor. De stadspomp ter hoogte van de Nieuwstraat zorgt er voor dat het vroegere Hoedemakerspleintje nog steeds herkenbaar is.
De stadspompen getuigen van maatregelen genomen door het stadsbestuur in de 19de eeuw in het kader van de openbare hygiëne. De twee bewaarde stadspompen zijn gelegen binnen een kleine perimeter binnen het historische stadscentrum op beeldbepalende plaatsen: enerzijds voor het huis Bekaert waar de voormalige Gevangenisstraat zich opende naar het stadhuis en de Markt, anderzijds op het zogenaamde Hoedemakersplein.
Het imposante brouwershuis Bekaert met achterliggend delen van de voormalige brouwerij is het enige gaaf bewaarde ensemble van de twee grote brouwerijcomplexen die de stad Torhout ooit rijk was. Zowel het brouwershuis, als het achterliggend brouwerij-erf met een deel van de brouwerijgebouwen zijn bewaard.
De brouwerijsite Bekaert getuigt van de bouwkundige en industrieel-archeologische evolutie van brouwerijen in Vlaanderen. De inplanting van de brouwerij gaat terug tot 1658. In de tweede helft van de 18de eeuw wordt de brouwerij herbouwd. De organisatie van de brouwerijgebouwen rond het achterliggend brouwerij-erf gaat minimaal terug tot de eerste helft van de 19de eeuw zie de aanduiding op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846). De eigenlijke mouterij is als dusdanig reeds aangeduid op de Atlas en bewaart een 18de-eeuwse of vroeg 19de-eeuws volume en kapconstructie. De dichtgemetselde hoge poortdoorrit en het laadvenster van de mouterij geven duidelijk de relatie aan met het brouwerij-erf aan. Het nutsgebouw - een volume uit de eerste helft van de 19de eeuw - benadrukt samen met de mouterij nog de oorspronkelijke geslotenheid van het brouwerij-erf.
De bouw van de mouttoren circa 1883 is representatief voor een industrieel-archeologische evolutie. Daar waar traditioneel de moutast geïncorporeerd was in het mouterijgebouw, bouwt men vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw moutasten met twee, boven elkaar liggende eestvloeren, waardoor het torenvolume ontstaat, dat in nokhoogte boven het mouterijgebouw en de eigenlijke brouwerij uittorent. Zowel in het exterieur als in het interieur is de vroegere functie als mouttoren nog afleesbaar. In het exterieur zijn de vier verdiepingen afleesbaar aan de hand van de al dan niet gedichte muuropeningen en de zware muurankers die op de eestvloeren wijzen, het pannen schilddak loopt als het ware op naar de verwijderde zot of verluchtingssysteem. Binnenin de mouttoren is de indeling in vier verdiepingen bewaard: op de begane grond bevond zich oorspronkelijk de eestoven, de eerste verdieping vormde de zogenaamde warmeluchtkamer of hel, deze hel is overkluisd door troggewelven, op de tweede verdieping zijn de ijzeren draagbalken en trekstangen waarop oorspronkelijk de eerste ijzeren eestvloer lag, bewaard. De scheidingswand tussen de mouttoren en de eigenlijke mouterij is opengewerkt door een draagbalk op ijzeren zuilen, typisch voor de industriële ontwikkeling van de tweede helft van de 19de eeuw.
in casu architectuurhistorische waarde:
Het imposante brouwershuis, met een brede neoclassicistische lijstgevel, ingeplant op de plaats waar de voormalige Gevangenisstraat zich verbreedt, richt zich als het ware naar het stadhuis en de Markt. Dat een stadspomp ingeplant is voor het brouwershuis - een eerder zeldzaam gegeven - verhoogt het prestige. Vanuit de poortdoorgang krijgt men zowel een blik op de pomp als op zijgevel van het 18de-eeuwse stadhuis. De brede neoclassicistische lijstgevel van het brouwershuis, de dito interieurelementen en de kapconstructie getuigen van het belang en het prestige van een brouwerij in de 18de en 19de eeuw.
De neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van het brouwershuis - zes traveeën en een poorttravee breed en twee en een halve bouwlaag hoog - is representatief voor de architectuur van de late 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw.
Het neoclassicistische brouwershuis uit het einde van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw bewaart heel wat gaaf bewaarde interieurelementen: onder meer een zwartmarmeren vloer in de hal met een groot witmarmeren stermotief typisch voor de empireperiode. Een deel van de trap, de schouwen (één kamerbrede schouw met bordenplank en meerdere, kleine marmeren schouwen) en het lijst- en stucwerk in de hall en de diverse salons dateren uit de late 18de eeuw of het begin van de 19de eeuw. Tevens is heel wat oorspronkelijk binnenschrijnwerk bewaard. Een aantal vloeren met geometrische motieven zijn waardevolle latere toevoegingen uit het einde van de 19de eeuw of het begin van de 20ste eeuw, evenals de art-decogetinte trapleuning uit de jaren 1920-1930.
De industrieel-archeologische evolutie van een in de mouterij geïncorporeerde moutast naar een moutast met twee, boven elkaar liggende eestvloeren vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw, zorgt voor de herkenbaarheid van de torenachtige moutast of zogenaamde mouttoren binnen het geheel van de architectuur.
De blauwhardstenen pompen hebben een eigentijdse stijl. De pomp voor het huis Bekaert op de Markt dateert van circa 1835 en heeft een sobere neoclassicistische inslag. De pomp ter hoogte van de Nieuwstraat dateert van circa 1868 en heeft een sierlijke neorenaissancistische inslag.
De geschiedenis van de voormalige brouwerij Bekaert of Den Appel gaat terug tot 1658 wanneer de familie Moke op deze plaats een brouwerij opricht, dit na het verkavelen van delen van het middeleeuwse marktplein. De voormalige brouwerij Bekaert verwijst als site nog erg duidelijk naar deze 17de-eeuwse verkaveling. Samen met het beschermde stadhuis van 1711-1713 getuigt het neoclassicistische huis Bekaert - de brouwerij werd herbouwd in de tweede helft van de 18de eeuw - van de 18de-eeuwse ontwikkeling van de Markt en de aanverwante straten.
De twee monumentale stadspompen getuigen van een evolutie in de drinkwatervoorziening en -bevoorrading in de 19de eeuw in de kleine stad Torhout. De pomp ter hoogte van het huis Bekaert dateert van circa 1835 en behoort daarmee tot de oudste categorie stadspompen die Torhout ooit had. De stadspomp ter hoogte van de Nieuwstraat dateert van circa 1868 en is een maatregel in het kader van het voorkomen van nieuwe cholera-aanvallen in de stad Torhout, dit na de cholera-uitbraak van 8 september 1866.
Markt 22-23 (Torhout)
Het brouwershuis Bekaert situeert zich op de Markt van Torhout (tot de jaren 1980 Gevangenisstraat). Voor dit huis staat een oude openbare stadspomp. Even verder van de Markt, staat een tweede stadspomp (Nieuwstraat).
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij Bekaert [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/14289 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.