in casu architectuurhistorische waarde: Dit vrij gaaf bewaard 18de-eeuws pand met beeldbepalende ligging op de zuidzijde van de Markt is een tastbare getuige van de bloeiperiode welke de stad Veurne kende in de tweede helft van de 18de eeuw. Tengevolge de economische voorspoed op het platteland ontstond in vermelde periode een welstellende klasse, die heren- of burgerhuizen bouwde of verbouwde in het stedelijk centrum.
Het betreft een representatief voorbeeld voor de streekeigen interpretatie van de Lodewijk XIV-stijl, welke in de loop van de 18de eeuw in de stad Veurne onder Franse invloed gangbaar was. Typerend zijn, het gebruik van de streekeigen gele baksteen, het geknikte zadeldak, de lijstgevel geordonneerd door middel van kolossale pilasters, het centraal driehoekig fronton met oculus en de sober geprofileerde kroonlijst.
Het verwerken van geschaafde baksteen voor de kroonlijst en de geprofileerde omlijsting van het driehoekig fronton getuigt van een doorgedreven vakmanschap en van een streven naar een kwalitatieve afwerking. Dit verzorgd metselwerk van de streekeigen baksteen werd uitgevoerd ter imitatie van de natuursteen.
Het interieur bewaart meer onder de balklaag met moer- en kindbalken en twee ruime eenbeukige kelders onder ton- en kruisribgewelven.
Het kunsthistorisch belang van deze gevel werd reeds in 1917 onderscheiden door de opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Deze inventaris werd uitgevoerd in opdracht van de toenmalige minister van Kunst en Wetenschap, onder leiding van E. Dhuicque, lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Naast in het veiligheid brengen van belangrijke kunstwerken had deze missie ook tot doel een inventaris op te maken van het door oorlogsgeweld bedreigde erfgoed. In het archief van de 'Mission Dhuicque' is een gedetailleerde gevelopstand van de voorgevel bewaard.