Teksten van Brouwerswoning Cerckel

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/148

Brouwerswoning Cerckel_versie2_20160405 ()

Het herenhuis van de voormalige brouwerij Cerckel te Diest, is beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerswoning Cerckel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187678 (geraadpleegd op ).


Herenhuis brouwerij Cerckel versie 1 06062013 ()

Herenhuis van de voormalige brouwerij Cerckel in de vorm van een vermoedelijk 1649 gedateerd, twee bouwlagen tellend breedhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl. Het werd rond 1860 in neoclassicistische geest verbouwd tot een voorname brouwerswoning met een porte-cochère en een riante, pittoreske tuin.

Historiek

Diest heeft tot op vandaag een zekere faam als bierstad, alhoewel de laatste brouwerij - de brouwerij Cerckel - er eind 1979 haar deuren sloot.Deze reputatie gaat terug tot de middeleeuwen, periode waarin de Diestse economie vooral dankzij de lakennijverheid een grote bloei kende. Niettegenstaande een beperkte uitvoer nam de bierbrouwerij in het middeleeuwse Diest een belangrijke positie in. De plaatselijke brouwers waren onderverdeeld in brouwer-leveranciers en brouwer-tappers: de eersten leverden aan herbergiers, burgers, kloosters, de tweeden waren herbergiers die zelf brouwden. Van oudsher waren de brouwerijen te Diest gevestigd langs de Demer en haar zijarmen meer bepaald in het Wederbroek (Michel Theysstraat), de Abalie, de Lange Steenweg (Koning Albertstraat), de Visserstraat en de Kaai. Als gevolg van de algemene crisis in de lakennijverheid kreeg Diest vanaf de tweede helft van de 15de eeuw te kampen met een zware regressie. De vroegere welvaart werd nooit meer bereikt. Op het einde van het ancien regime was Diest een klein provinciestadje vrijwel zonder nijverheid van enige betekenis. Een uitzondering vormde de productie van wollen kousen en van bier die in tegenstelling tot andere plaatselijke producten een ruimere afzet vonden.

Toch had de bierproductie in de loop van de 16de eeuw haar afzetmarkt verloren door de steeds grotere concurrentie en stijgende graanprijzen. Eind 16de-begin 17de eeuw wist de Dieste bierbrouwerij zich te herstellen. Als gevolg van de onlusten tijdens de godsdienstoorlogen waren vele plattelandsbrouwerijen verdwenen waardoor een nieuw afzetgebied ontstond. Ook in de 18de eeuw ging het de Diestse brouwers voor de wind. Niettegenstaande een terugval op het einde van de eeuw nam de uitvoer vanaf 1800 opnieuw toe. Het vijftiental brouwers-leveraars in de 17de eeuw was inmiddels tot een twintigtal gestegen. 88% van de totale productie was voor de export, voornamelijk naar Antwerpen en Limburg, bestemd. In de periode 1830-1900 vormde de biernijverheid in Diest ontegensprekelijk de belangrijkste activiteit. Een verbetering van de transportmiddelen, de aansluiting sinds 1865 op het spoorwegnet en de lancering van een nieuw soort bruin Diesters bier zorgde voor een nieuwe expansie die zich vooral rond de eeuwwisseling manifesteerde. De brouwerij Cerckel nam volop deel aan deze ontwikkeling.

Toch nam het aantal brouwerijen in de 19de eeuw geleidelijk af. De sterk verouderde installaties konden de concurrentie met de modernere bedrijven niet aan. Na de Eerste Wereldoorlog bleven er slechts een handvol brouwerijen actief terwijl de brouwers-herbergiers volledig uit het stadsbeeld waren verdwenen. Deze neerwaartse trend zette zich gestaag verder. Uiteindelijk sloot de laatste brouwerij, de brouwerij Cerckel, in 1979 haar deuren.

Precieze gegevens omtrent oorsprong en verdere uitbreiding van de brouwerij Cerckel ontbreken. Volgens sommige bronnen dient haar ontstaan gezocht in de brouwerij van het naastgelegen refugiehuis van Averbode. Deze vleugel die door de abdij niet meer werd gebruikt werd in 1727 verhuurd aan een brouwer. In 1816 werd de brouwerij gehuurd en uitgebaat door Franciscus Pieck. In 1862 werd ze aangekocht door diens zoon Carolus, die in 1876 een aanvraag indiende voor de plaatsing van een stoommachine. In 1890 nam Edouardus Cerckel-Pieck het familie bedrijf over. Zijn zoon Paul Cerckel leidde het bedrijf van 1934 tot met de definitieve sluiting in 1979. Naar verluidt was één van de redenen waarom deze brouwerij zo lang stand hield de aanwezigheid van een artesische put van 100 meter diep die de laatste brouwer liet graven. Het vervuilde Demerwater was immers niet langer geschikt voor de bierproductie.

Er werden verschillende soorten bier gebrouwen: Gala-Pils, Pilsenbier, Blond bier, New Star met als specialiteiten de donkere bieren Very Diest en Gildenbier. De export was gericht op Nederland, Canada, Algerije, de Kaapverdische eilanden en Martinique. Bij de sluiting namen de bedrijfsgebouwen samen met het herenhuis gans het bouwblok tussen de Michel Theysstraat en de Refugiestraat in beslag. De eigenlijke brouwvertrekken die, tussen de inmiddels gedempte Demerarm - de vroegere Ververs- of Weversgracht - en de Michel Theysstraat lagen, werden reeds begin jaren 1980 gesloopt. Een pleinvormige verbreding van de straat vormt het enige relict. Nadien volgden de vleugels langs de Refugiestraat.

Beschrijving

Op enkele recente gebouwen en een sterk bouwvallige 19de-eeuwse vleugel (paardenstallen en hooizolders) na bleef van de brouwerij enkel het herenhuis bewaard. Haar huidig aspect gaat terug tot circa 1860, periode waarin een bestaande 17de-eeuwse vleugel zowel in- als uitwendig tot een voorname stadswoning werd verbouwd. Tezelfdertijd werden de naastliggende percelen van het voormalig minderbroedersklooster omgetoverd tot een pittoreske, romantisch geïnspireerde stadstuin.

De kern van het gebouw bestaat uit een dwars op de straat ingeplant breedhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl met twee bouwlagen van zes traveeën onder een zwart en rood pannen zadeldak. De hoge ramen in beide langsgevels met grotendeels bewaarde negblokomlijsting en dubbele latei verwijzen naar de oorspronkelijke kruisvensters. Momenteel gaat het metselwerk schuil achter een gepikte plint en diverse afwerkingslagen in wit en okergeel. Een jaarsteen (1649) in de aangrenzende vleugel verwijst vermoedelijk naar de bouwdatum. Circa 1860 werd de kopgevel aan de straatzijde volgens de toen heersende mode verfraaid met een neoclassicistisch geïnspireerde, wit bepleisterde lijstgevel en aansluitende porte-cochère. De twee en een half bouwlaag tellende gevel, geritmeerd door in het verlengde van de onderdorpels doorgetrokken druiplijsten, wordt bekroond door een houten kroonlijst met klossen en denticulae en een schilddak. De rechthoekige vensteropeningen, op het gelijkvloers onversierd en beluikt, vertonen op de verdieping een geriemde omlijsting met decoratieve sluitsteen en smeedijzeren borstwering.

Het aanpalende, terugwijkende poortgebouw telt twee bouwlagen onder zadeldak met identieke kroonlijst. De licht getoogde poort en vensteropening worden geflankeerd door geblokte pseudo-pilasters. Boven de poort die toegang verleende tot de ruime binnenkoer met woning en bedrijfsgebouwen het opschrift in zwarte letters 'Brouwerij Cerckel'.

Bij de 19de-eeuwse verbouwingen bleef de origineel 17de-eeuwse spantconstructie, weliswaar met aanpassingen, bewaard. De binneninrichting die eveneens van circa 1860 dateerde werd door vandalisme vrijwel volledig vernield.

Bibliografie

  • DE SOMER, P. 1982: Een brouwerij te Diest. Een bijdrage tot de industriële archeologie (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), Leuven.
  • TULKENS D. 1985: De refugiehuizen van de Norbertijnen te Diest, Jaarboek van de vrienden van St. Sulpitiuskerk, 17-23.
  • VAN DER EYCKEN M. 1980: Geschiedenis van Diest, Diest.

Bron: Beschermingsdossier DB002072, Brouwerswoning Cerckel (digitaal dossier)
Auteurs:  Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerswoning Cerckel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/145786 (geraadpleegd op ).