Neobarokke trapgevel (9 treden + topstuk); drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaams pannen). Baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de plint en voor typische 17de-eeuwse onderdelen als speklagen, omlijstingen van de rechthoekige muuropeningen, aanzet- en sluitstenen van ontlastingsbogen en ornamenten als cartouche, steigergat en bekronend bolornament. Opvallende deuromlijsting naar barokpatroon met geaccentueerd bovenlicht opgevat als bolkozijn onder een gebogen fronton met siervaasbekroning. Links imposante schoorsteenschacht met rookmond.