Beschrijving
Deze bescherming betreft de Sint-Petruskerk met cultuurgoederen en kerkhof, de pastorie (volledig perceel) en het landgoed Vicogne met walgrachten, weidepercelen, kapel, toegangspoort, landhuis met erf en dienstgebouwen.
Waarden
Het ensemble bestaande uit:
- de Sint-Petruskerk, met inbegrip van de cultuurgoederen, het kerkhof;
- de cultuurgoederen;
- de pastorie;
- het landgoed Vicogne binnen de nog deels bewaarde dubbele walgrachten met weidepercelen, de kapel, de toegangspoort, het landhuis en het erf met de vroegere nutsgebouwen
is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
culturele waarde
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Stuivekenskerke volledig verwoest. Gedenkplaten
aan de kerk van Nieuw-Stuivekenskerke herinneren het dorp als een belangrijke plaats
voor de Slag aan de IJzer (18 oktober - 10 november 1914). Na de onderwaterzetting
van de IJzervlakte werden de hoger gelegen sites van de nieuwe kerk en van het
landgoed Vicogne door Duitse militairen uitgebouwd tot zwaar versterkte voorposten,
van waaruit ze de nabijgelegen Belgische voorposten, onder meer rond de toren van
Oud-Stuivekenskerke, bestookten.
Het herbouwde dorp, met kerk, kerkhof, pastorie en landgoed Vicogne, vormt een
belangrijke getuige van de Groote Oorlog, die de frontstreek jarenlang in zijn greep
hield, en voor Europa een culturele breuk met het optimisme van de " lange 19de eeuw"
inluidde.
historische waarde
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Stuivekenskerke volledig verwoest. Het beeld van
het kleine wederopbouwdorp Nieuw-Stuivekenskerke wordt bepaald door drie
opvallende geelbakstenen gebouwen in het vlakke polderlandschap: de kerk met ranke
torenspits, de pastorie en het landgoed Vicogne. In de heropgebouwde kerk van Nieuw-Stuivekenskerke betrekken monumentale schilderingen oorlog, vernietiging en
wederopbouw op het sacrale: op de schildering van het Onze-Lieve-Vrouwaltaar troont
Maria boven het vernietigde dorp in de overstroomde vlakte. Dat het heropgebouwde
landgoed Vicogne op de schildering boven het altaar van Sint-Antonius-abt als
achtergrond dient, benadrukt de historische continuïteit van abdijverleden tot
wederopbouw. Ook memento's voor gesneuvelde soldaten op de glasramen en een
heldenhuldezerk op het kerkhof herinneren aan de oorlog. Bij de wederopbouw werd de
16de-eeuwse toren van Oud-Stuivekenskerke heropgetrokken bij de kerk in Nieuw-Stuivekenskerke,
als een ijkpunt uit de skyline van het vooroorlogse dorp. De in 1924-
1927 gereconstrueerde westtoren herinnert samen met de als oorlogsrelict beschermde
voet van de oude toren aan de oude dorpskern.
Het ensemble van geselecteerde graftekens op het kerkhof - waarvan sommige nog
dateren van voor de Eerste Wereldoorlog - vormt een belangrijke getuige van de
dorpsgeschiedenis en de vroegere sociale stratificatie.
Het wederopbouwlandgoed Vicogne gaat terug op de oude abdijsite met dubbele
walgracht. Een deel van de historische walgracht en de archeologische context zijn
bewaard.
architecturale waarde
Het silhouet van de Sint-Petruskerk, met haar ranke bakstenen westtoren en leien
zadeldak, is erg bepalend voor het wederopbouwdorpje Nieuw-Stuivekenskerke. De
westtoren met bakstenen spits, hoektorentjes en traptoren is een reconstructie van de
vooroorlogse 16de-eeuwse toren van Oud-Stuivekenskerke. Ondanks het eerder
bescheiden exterieur heeft het pseudo-basilicale kerkinterieur een indrukwekkende
ruimtewerking. De ritmerende houten spitsgewelven en de bakstenen spitsbogenarcade
versterken de focus op het kleurrijke glasraam in het koor.
De Veurnse architect Camille Van Elslande (1890-1962) herbouwde de pastorie én het
landgoed Vicogne. Voor de pastorie greep hij terug naar het 18de-eeuwse basistype:
een dubbelhuis van twee bouwlagen onder zadeldak.
Het landgoed Vicogne vormt een topstuk, binnen Van Elslandes oeuvre én binnen de
typologie van de ·grote wederopbouwhoeves. De gebouwen zijn gelegen op een
uitgekiende zichtas, waardoor een visuele relatie ontstaat tussen de gekasseide erfoprit
met inrijpoort en kapel, het landhuis met poortdoorrit en het erf met nutsgebouwen. De
gekanteelde poort gaat terug op het vooroorlogse beeld, maar bij de wederopbouw
ervan werd gekozen. voor de neo-Vlaamse renaissance met een rondbogige
koetsdoorrit Kenmerkend voor het oeuvre van Van Elslande is de rijke detaillering van
het metselwerk in geschaafde baksteen, zoals voluutwerk en het aedicula-venster
boven de poortdoorrit van het landhuis. Architect Van Elslande koppelde de prestigieuze
architectuur van een landhuis aan het functionele aspect van een grote
landbouwuitbating. De typologie van de varkensstal en het "hennekot" met overdekte
"mestput" getuigen van de zoektocht in de wederopbouwarchitectuur naar hygiëne en efficiëntie. Tegelijk vormt de tuitgevel met bekronend bakstenen zuiltje en
bolornament, van het op een zichtas gelegen "hennekot" het architecturale sluitstuk
van het erf.
artistieke waarde
De Sint-Petruskerk werd in 1924-1927 herbouwd, enkele jaren later dan de meeste
wederopbouwkerken. Bij de daaropvolgende inrichting kwam een gesamtkunstwerk tot
stand. De natuurstenen altaartafels, de doopvont en de consoles van de beelden in
sobere art deca, geplaatst door het Brugse bedrijf Lanssens, zijn kenmerkend ingelegd
met kleurige, geometrische mozaïekbanden. De glasramen en de gemaroufleerde
schilderingen vormen samen een uitzonderlijk iconografisch programma. De glasramen,
geplaatst door het Brugse huis Peene-Delodder, worden gekenmerkt door een rijk
coloriet en zin voor detail. Bij het landhuis Vicogne getuigt het verzorgde
baksteenmetselwerk van onder meer het aedicula-venster, frontons en voluutwerk van
vakmanschap. In het interieur van het landhuis én de pastorie zijn de sierlijk
gesculpteerde houten trappen bewaard. Bij het landhuis reminisceert de trappaal,
uitgewerkt als getorste zuil, aan sierelementen in het exterieur.
Bij de pastorie is de interieurindeling en -inrichting nog grotendeels bewaard. Een
voorbeeld hiervan vormt de enfilade tussen de vroegere studiekamer, het salon en de
veranda, deels met beglaasde tussendeuren.
Op het kerkhof vormen de geselecteerde graftekens een kwalitatief ensemble en een
representatief beeld van de artistieke evolutie van graftekens vanaf het einde van de
19de eeuw.
artistieke waarde
van de cultuurgoederen die integrerend deel
uitmaken van de kerk: De Sint-Petruskerk bewaart cultuurgoederen die bijdragen tot de artistieke waarde ervan.
Het meubilair in de Sint-Petruskerk is als een geheel uitgevoerd in sobere art deco. De
preekstoel, biechtstoel, communiebanken, sokkels voor beelden, de priesterstoelen en
krukjes voor misdienaars, de tabernakels van de zijaltaren en de kruismedaillons
erboven zijn door het Torhoutse bedrijf Verlinde ingelegd met contrasterende
houtsoorten. Het tabernakel van het hoofdaltaar vormt hét topstuk: de koperen
deurtjes met vergulde reliëfs van biddende engelen zijn gemaakt door het Luikse huis
Dehin, de binnen- en buitenzijde van het tabernakel zijn versierd met fijn religieus
textiel. Het interieur telt vier polychrome beelden in carton pierre of gips: de piëta,
Antonius-abt en Sint-Jozef door het Gentse bedrijf de Beule, en het Heilig Hartbeeld.
Een polychroom Onze-Lieve-Vrouwbeeld in gips, daterend van voor de Eerste
Wereldoorlog, werd in oktober 1914 uit de kerk gered en in 1960 terug geschonken. De
cultuurgoederen, vermeld in facturen en bestellingen tussen 1927 en 1931, en/of in de
inventaris van 1935, maken deel uit van het gesamtkunstwerk van het kerkinterieur.
Ook het mogelijk oudere reliekschrijn (in het koor) en de dito ladekast in de sacristie,
kwaliteitsvolle eikenhouten meubelen in neogotiek, zijn reeds vermeld in de inventaris
van 1935.
historische waarde
van de cultuurgoederen die integrerend deel
uitmaken van de kerk: De Sint-Petruskerk bewaart cultuurgoederen die bijdragen tot de historische waarde
ervan. In het kerkinterieur zijn een aantal polychrome gipsen heiligenbeelden bewaard,
onder meer het beeld van Sint-Antonius-abt. Deze landbouwheilige, met varken als
attribuut, houdt verband met de landbouwbevolking die in de wederopbouwperiode de
gronden in Stuivekenskerke opnieuw in cultuur bracht. Daarnaast verwijst deze
Egyptische monnik en 'vader van het christelijke kloosterleven' naar het abdijverleden
van Stuivekenskerke. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw werd, net voor de kerk in 1914
in brand gestoken werd, uit de kerk gered, en reisde vier jaar lang mee met de
tentkapel van een aalmoezenier achter het front.