Beschrijving
Deze bescherming betreft de Damse Vaart met inbegrip van de kanaalbeplanting erlangs.
Waarden
De Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
ruimtelijk-structurerende waarde
De hoog opgaande Canadapopulieren en de kanaaldijken langs de Damse Vaart hebben een zeer sterk ruimtelijk-structurerend effect, ze accentueren de ligging van het vroeg 19deeeuwse kanaal tussen Brugge en Sluis. Dit effect wordt versterkt door het overigens zeer vlakke omgevende polderlandschap. De ruimtelijke-structurerende waarde is complementair aan maar anderzijds toch afwijkend ten opzichte van de opgaande bomenrijen langsheen de nabijgelegen polderdijken waaronder de Krinkeldijk en de Romboutswervedijk.
wetenschappelijke waarde
De kanaalbeplanting met opgaande populieren langs de Damse Vaart is uitzonderlijk omwille van de diversiteit aan oude cultivars van Canadapopulier, in het bijzonder de cultivars 'Marilandica', 'Serotina' en 'Serotina de Selys' in het oostelijke deel. Daarnaast komt ook een diversiteit aan recentere euramerikaanse en interamerikaanse populierenklonen voor, waaronder de cultivars 'Robusta' en 'Ghoy'. De Damse Vaart biedt op die manier een staalkaart aan oude en recentere populierenvariëteiten.
esthetische waarde
De opgaande bomenrijen langs de Damse Vaart, die bestaan uit oude cultivars van Canadapopulier, zoals 'Marilandica' en 'Serotina', worden, in tegenstelling tot recentere, veredelde populierenklonen, gekenmerkt door kromme stammen. De kromme stammen en de boomkronen buigen mee in de richting van de overheersende zeewinden en leveren een karakteristiek landschapsbeeld op, dat algemeen als van een hoge esthetische kwaliteit gewaardeerd wordt. De weerspiegeling van de bomen in het kanaal en de strakke belijning van de kanaaldijken vullen de esthetische kwaliteit verder aan.
historische waarde
Het door opgaande bomen geaccentueerde kanaal tussen Brugge en Sluis, maar oorspronkelijk ontworpen tot Breskens, is een erfenis uit de Napoleontische periode. Het werd in 1809 aangevat en onder Hollands bewind verdergezet en in 1824 afgewerkt tot aan de fortificaties voor Sluis. Pas in 1857 werd het laatste stukje kanaal gegraven tot aan de havenkom van Sluis. Het kanaal werd deels in de oude bedding van de Reie gebouwd, deels in de vroegere Zwingeul -waar het een deel van een vroegere kanalisatie opneemt- en tenslotte ook deels in volledig nieuwe tracés. Enkele oorspronkelijke gietijzeren en natuurstenen afstandspalen markeren de kilometerverdeling van het kanaal. Het kanaal was bevaarbaar voor schepen tot 300 ton en was in de 19de eeuw vooral belangrijk voor het transport van landbouwproducten en vooral vanaf het begin van de 20ste eeuw ook voor bouwmaterialen (baksteen). Na de Tweede Wereldoorlog werd de Damse Vaart in open bedding gekruist door twee afleidingskanalen waardoor de scheepvaartverbinding tussen Brugge en Sluis definitief verviel. Een drietal herstelde, oorspronkelijke draaibruggen met smeedijzeren leuningen in Damme, Oostkerke en Hoeke en een enkel bakstenen brugwachtershuisje in Damme verwijzen naar de vroegere uitrusting van het bevaarbaar kanaal.
volkskundige waarde
Het kanaal en de aanliggende infrastructuur van dijken, jaagpaden en opgaande beplanting is, mede door de hoge landschapsesthetische kwaliteiten, steeds een publieke aantrekkingspoel geweest. Vroege vormen van recreatief gebruik -al of niet collectief georganiseerd- zoals zwemmen en schaatsen, illustreren dit en leven door in meer recente toeristisch-recreatieve gebruiksvormen waaronder het varen, het hengelen en het fietsen. De archetypisch Vlaamse landschapskenmerken van de Damse Vaart, waarin de opgaande populieren tot het collectief geheugen behoren, zijn vastgelegd in talrijke -soms bekende schrijf-, beeld- en spreektaal (dichtwerken, aantekeningen, schilderijen, foto's, liedjes,...). De levende herinnering aan herders met schaapskudde langs de kanaaldijken van de Damse Vaart en het voornemen voor het herstel van de traditionele schapenbegrazing sluit rechtstreeks aan bij het volkskundig gebruik.