Beschrijving
Deze bescherming betreft het voormalig Jonghof van de Sint-Jorisgilde te Brugge (volledig perceel).
Waarden
Het voormalig Jonghof van de Sint-Jorisgilde is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
De site van het voormalig Jonghof is een getuige van de oude schuttersgilde, die een belangrijke rol heeft gespeeld op historisch, politiek, sociaal en cultureel vlak. De schuttersgilde heeft zijn stempel gedrukt op het bouwkundig erfgoed in de Brugse binnenstad met onder andere twee vestigingen in de Sint-Jorisstraat namelijk het Jonghof en het Oudhof. Deze zijn het resultaat van een opsplitsing op het einde van de 14de eeuw naar aanleiding van het groeiende ledenaantal.
Het gebouwencomplex van het Jonghof wordt door de eeuwen heen verbouwd en elke bouwheer en eigenaar heeft er zijn stempel op gedrukt. Op het einde van de 14de eeuw vestigt de 'Jonge Boge' zich in een bestaand pand. De Sint-Jorisgilde geeft in 1541 opdracht om de sierlijke renaissancegevel te bouwen. Deze gevel en de omvang ervan weerspiegelen de sociale status van de Sint-Jorisgilde binnen de geschiedenis van de stad Brugge. Op de kaart van Marcus Gerards (1562) wordt het Jonghof weergegeven als een ruim complex dat grosso modo overeenkomt met de huidige nummers Sint-Jorisstraat 31, 33 en 35.
architecturale waarde
Het voormalig Jonghof van de Sint-Jorisgilde bestaat uit een diep- en een breedhuis. Het diephuis is een representatief en zeldzaam voorbeeld van een semi-openbaar gebouw met een renaissancegevel van 1541 waarachter een oudere kern schuilgaat met onder andere hergebruikt materiaal uit de tweede helft van de 13de eeuw. Bij de gevelopbouw van de renaissancegevel is duidelijk dat de laatgotische traditie met kenmerkende verhoudingen zijn behouden in de opstand van de toenmalige centrale gevel. Vernieuwend zijn de horizontaliserende registers en de ordonnerende en gecanneleerde halfzuilen op de bovenverdiepingen en de ornamentele afwerking van de topgevel.
Het breedhuis van 1852, is een typisch voorbeeld van een neoclassicistische herenhuis met vrij sober uitgewerkte bepleisterde lijstgevel met links een poorttravee. De gevel van het voormalig Jonghof wordt circa 1905 gerestaureerd naar ontwerp van architect Charles De Wulf. De restauratie van de gevel van het Jonghof is representatief voor de verfraaiende kunstige herstellingen van die periode. Door toedoen van architect Charles De Wulf worden de natuurstenen elementen van de 16de-eeuwse gevel vernieuwd en de vensters krijgen opnieuw kruismonelen.
Beide panden bewaren een gave interieuraankleding in neoclassicistische stijl. De vestibule is voorzien van een natuurstenen vloer ·met zwarte en witte tegels. De aaneenschakeling van salons bewaart plafonds met lijstwerk en een rijk uitgewerkte rosace en marmeren voluteschouw, paneeldeuren en deels beglaasde deur met kleine roedeverdeling tussen het salon vooraan en achteraan. De salons, op de begane grond, bewaren een parket met geometrisch patroon vervaardigd van tropisch hardhout (onder andere wengé). Tegen de oudere achtergevel is een gaaf bewaarde veranda van 1897 geplaatst met fraai schrijnwerk én voorzien van een cementtegelvloer. Het trappenhuis van twee bouwlagen hoog is sterk symmetrisch opgebouwd en bewaart het originele schrijnwerk, de bordestrap met uitgewerkte trappaal, spijlen en trapleuning. Op de verdieping bevinden zich kamers met een soberdere aankleding met onder andere eenvoudige marmeren schouwtjes, eenvoudig bepleisterde plafonds en in het diephuis bepleisterde moerbalken. In het diephuis wijzen er enkele elementen, zoals de achtergevel en de dakconstructie op een oudere kern. De gaaf bewaarde, getelmerkte dakkap met fileringen op schaargebinten, is ten dele opgebouwd met hergebruikte balken uit de tweede helft van de 13de eeuw.