Teksten van Kapittelkerk Sint-Martinus

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/1635

Kapittelkerk Sint-Martinus_versie 2_20160321 ()

De voormalige kapittelkerk Sint-Martinus, later decanale kerk, is beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapittelkerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187265 (geraadpleegd op ).


Sint-Martinuskerk ()

Decanale, voorheen collegiale, Sint-Martinuskerk, ook Onze-Lieve-Vrouwebasiliek genoemd, in gotische stijl uit de 14de-15de eeuw.

Historiek

In 1335 was er in Halle reeds een kerk aanwezig gewijd aan Sint-Martinus, waar jaarlijks een processie plaatsvond op de eerste zondag van september. Vanaf 1341 werd de bouw van de huidige kerk aangevat met de bouw van de toren. Elementen van de oorspronkelijke vrijstaande romaanse toren bleven bewaard in de huidige constructie.

Het schip werd voltooid in de tweede helft van de 14de eeuw. De Onze-Lieve-Vrouwkapel werd in het verlengde van de noorderbeuk gebouwd aan het einde van de 14de eeuw. De bouw van het koor gebeurde tussen 1398 en 1409. In het verlengde van de zuidzijbeuk werd een portaal gebouwd, gelijktijdig met het koor. In 1463-67 werd, op de oostertravee van de noorderzijbeuk een kapel bijgebouwd. In de loop van de tweede helft van de 15de eeuw werd de toren verhoogd, de traptoren bijgebouwd en het geheel bekroond met een opengewerkte stenen spits. Deze spits werd in 1775 vervangen door de huidige barokke lantaarn.

Beschrijving

Hoofdzakelijk gotisch gebouw met volgende plattegrond: vierkante westertoren met octogonale doopkapel, een driebeukig schip van vier traveeën, een koor met pseudo-kooromgang, een zijkoor ten noordoosten, een vierkante kapel ten noorden en barokke sacristie ten noorden.

De vierkante westertoren is naar Doornikse wijze geflankeerd door polygonale hoektorens en op de noordzijde voorzien van een traptorentje. De eerste vier geledingen dateren met de hoektorens, uit begin 14de eeuw. In de loop van de tweede helft van de 15de eeuw werd de toren verhoogd, de traptoren bijgebouwd en het geheel bekroond met een opengewerkte stenen spits. Deze spits werd in 1775 vervangen door de huidige barokke lantaarn. De restauratie van 1865 bekleedde de oorspronkelijke arkozen gevels van de toren met een parement van Gobertangesteen.

Het basilicaal schip van vier traveeën datereert uit het midden 14de eeuw en werd voltooid in de tweede helft van de 14de eeuw. Het behoort tot de volle Brabantse gotiek. De traveeën zijn gemarkeerd door kapiteelloze samengestelde pijlers en overkluisd met kruisribgewelven. Het schip wordt gekenmerkt door een drieledige opstand van scheibogen, triforium en bovenlichten. De zijbeuken worden verlicht door hoge vensters en naar Brabantse wijze afgewerkt met kapelgevels en haakse zadeldaken. De muur tussen schip en toren is opengewerkt met een drievoudig register van tribunevensters.

De noorderzijbeuk werd voorzien van een noorderportaal, afgewerkt met hogels en pinakel. Het uitspringend open zuiderportaal is rijkelijk versierd met beeldhouwwerk.

De Onze-Lieve-Vrouwekapel werd einde 14de eeuw opgetrokken in het verlengde van de noorderbeuk. Ze bestaat een travee met vijfzijdige sluiting, voorzien van kruisriboverwelving en rijk traceerwerk (deels van de restauratie 1910-1913).

De bouw van het koor gebeurde tussen 1398 en 1409 en bestaat uit drie rechthoekige traveeën met zevenzijdige sluiting en kranskapellen, uitgespaard tussen de steunberen. Het koor is opgetrokken in rijk geornamenteerde Brabantse hooggotiek (triforium) met harmonieuze inlassing van merkwaardig beeldhouwwerk, onder meer de befaamde Apostelenbeelden.

De gotische crypte onder het koor, met dezelfde plattegrond, heeft een stergewelf op ribben samenkomend in een centrale robuuste pijler.

In het verlengde van de zuidzijbeuk werd een bijkomend portaal gebouwd, gelijktijdig met het koor. In 1463-67 werd, op de oostertravee van de noorderzijbeuk een kapel bijgebouwd, genoemd naar de stichter Trazegnies. Tenslotte werd tussen laatstgenoemde en de Onze-Lieve-Vrouwekapel, een sacristie in barokstijl opgetrokken in 1664.

De kerk heeft een rijke verzameling, bijzonder vermeldenswaard is het beeldhouwwerk: twaalf Apostelfiguren op de pijlers in het koor, de beelden van het zuiderportaal en de Madonna's van de toren en het noordportaal. Ontelbare voorstellingen onder meer in de zwikken van bogen, op consoles en sluitstenen; romaanse Madonna, geschonken in 1267 door Aleydis; Albasten Sint-Martinusaltaar in renaissancestijl uit de Trazegnieskapel, gedateerd en gesigneerd "1533, Jehan Mone, maistre artiste de l'empereur"; geelkoperen gotische doopvont, luidens het opschrift gemaakt in 1446, door Willaume le Fure, geelgieter te Doornik; Brussels wandtapijt (17de eeuw) van J. Raes, gemaakt naar een carton van Raffaël: Paulus en Barnabas te Lystra.

Daarnaast heeft de kerk onder meer een monstrans van Hendrik VIII, een reliekostensorium van Lodewijk XI en verscheidene grafstenen, onder meer deze van Joachim, dauphin van Frankrijk en zoontje van Louis XI, gestorven in 1460.

Bibliografie

  • DE MAEGD C. en VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N, Gent.
  • Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000104, Decanale (voorheen collegiale) Sint-Martinuskerk, bouwhistorische studie, doos 21.44 map 2367.

Auteurs:  Foubert, Annemie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapittelkerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/151744 (geraadpleegd op ).