Dorpswoning. Volume voorkomend in 1830 als grootste woning in een rij van vier. In 1932 wordt het huis afgebroken en heropgebouwd. Breedhuis van vier/drie traveeën in rode baksteenbouw onder zadeldak, afgescheiden van de weg door een omhaagde voortuin. Plint in siercementering; houten kroonlijst; horizontale banden in witte baksteen, onder meer omlopend rondom de getoogde muuropeningen. Bewaard schrijnwerk (T-ramen). Haaks bijgebouw langsheen de Haantjesstraat.